Inleiding en Geschiedenis van de Psychologie: 140 oefenvragen (2020)
Ivyvanekert
Oefenvragen Inleiding en Geschiedenis van de
Psychologie
1. De filosoof Plato gebruikte een beroemde metafoor waarin hij de psyche vergeleek
met een wagen getrokken door een span paarden. Een paard (lust, appetite) trekt altijd
in de richting van onmiddellijke behoeftebevrediging; een ander paard (moed, courage)
wil het hoofd bieden aan dreigingen voor het zelf of voor de maatschappij; de
wagenmenner vertegenwoordigt de rede die beide paarden moet laten samenwerken
om in dezelfde richting te gaan. Welke latere psycholoog zou het waarschijnlijk het
meest eens zijn met deze beschrijving?
a. Watson, omdat hij drie ongeconditioneerde responses van angst, woede en
liefde gebruikte
b. Bruner, omdat hij drie modes of representation (manieren van weergave) van
enaction (doen), iconic (perceptueel) en symbolic (abstract) gebruikte
c. Freud, omdat hij drie systemen van psychische behoeftes van id, ego en
superego gebruikte
2. Een bekende Islamitische filosoof deed een belangrijk experiment met een camera
obscura ("donkere kamer") om een oud debat over perceptie te beslechten. Hij
ontdekte in de donkere kamer, waarin een klein gaatje was geprikt waardoor licht
binnenkwam, dat er op de tegenoverliggende wand een klein, omgekeerd plaatje van
de buitenwereld verscheen. Hij leidde hieruit af dat bij het menselijk oog hetzelfde
gebeurt en dat "zien" dus betekent dat er signalen van het object in de ogen komen en
daar, gebroken door de lens, een weergave van de buitenwereld projecteren. De
alternatieve theorie was dat het oog actief signalen uitzond om de buitenwereld waar
te nemen, een beetje zoals tast werkt. Welke filosoof deed dit experiment?
a. Al-Kindi (Abu Yusuf Ya'qub ibn Ishaq Al-Kindi)
b. Avicenna (Abu 'Ali al-Husayn ibn Sina)
c. Alhazen (Ibn al-Haytham)
3. Avicenna (Abu 'Ali al-Husayn ibn Sina) beschreef een gedachte-experiment (het
floating man gedachte-experiment) over een mens die zweeft in de ruimte met alle
zintuigen geblokkeerd en geen mogelijkheid om zich te bewegen. Wat concludeerde
Avicenna uit dit gedachte-experiment?
a. Dat perceptie essentieel is voor het bestaan van zelfbewustzijn (selfawareness)
b. Dat zelfbewustzijn (self-awareness) een aangeboren eigenschap is van de
menselijke, rationele ziel
c. Dat de menselijke geest, inclusief zelfbewustzijn (self-awareness), het lichaam
nodig heeft om te kunnen bestaan
, Inleiding en Geschiedenis van de Psychologie: 140 oefenvragen (2020)
Ivyvanekert
4. Het dualisme van René Descartes hield in dat hogere mentale processen niet op
een mechanistische manier konden worden bestudeerd. Veel latere psychologen
hebben het idee overgenomen dat hogere mentale processen niet met
mechanistische, experimentele methoden kunnen worden bestudeerd, terwijl andere
psychologen dit idee juist verwierpen. Welke van de volgende pioniers van de
psychologie zou het waarschijnlijk het meest eens zijn met Descartes’ ideeën over dit
onderwerp?
a. Wundt, de oprichter van het eerste psychologisch laboratorium
b. Weber, de oprichter van de psychofysica
c. Watson, de oprichter van het behaviorisme
5. Gottfried Leibniz beschreef vier typen van monaden: simpel, sentient, rationeel en
supreme. Elk van deze had verschillende mogelijkheden tot perceptie. De voor
mensen het meest belangrijke, de rationele monade, had de unieke mogelijkheid tot
apperceptie. Welke pionier van de psychologie werd erg sterk beïnvloed door Leibniz’
onderscheid tussen perceptie en apperceptie?
a. Wundt
b. Fechner
c. James
6. Welk bekend, 20e -eeuws idee, over hoe mensen complex gedrag aanleren heeft
zijn oorsprong in de ideeën van John Locke over hoe mensen kennis verwerven?
a. Genetische epistemologie
b. Kunstmatige intelligentie
c. Conditionering
7. Elisabeth van Bohemen was een intellectuele vriend van Descartes die zijn werk
over lichaam en ziel aandachtig las. Ze stelde hem een kritische vraag die een
probleem blootlegde in Descartes’ ideeën. Welke vraag stelde zij?
a. Waar in de hersenen kun je de ziel vinden (omdat alles in de hersenen “dubbel”
bestaat en de ziel één is)?
b. Hoe kan een mechanistische fysiologie verklaren dat we emoties of dromen
ervaren?
c. Hoe kan het dat een immateriële ziel interacteert met een materieel lichaam?
8. Welke filosoof zou zich waarschijnlijk het meest gesteund zien in zijn opvattingen
van de geest door de beschrijving van de casus van Virgil, de blinde man die door een
operatie weer kon zien, door Oliver Sacks (zoals besproken in het college in relatie tot
het nature-nurture debat en tot het gedachte-experiment van Molyneux)?
a. Descartes
b. Locke
c. Leibniz
2