Samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 7 van het boek Psychometrics, aangevuld met informatie uit de colleges. Speciaal voor het vak Testen en Meten van premaster forensisch orthopedagogiek van de Universiteit van Amsterdam.
Hoofdstuk 1
Psychologische testen bestaan volgens Cronbach uit:
Gedragingen
Systematisch verzamelde data van gedragingen
Data wordt gebruikt om mensen met elkaar (of een persoon met zichzelf) te vergelijken
Interindividuele verschillen: verschillen tussen mensen.
Intra-individuele verschillen: verschillen binnen hetzelfde mens onder andere omstandigheden of
door de tijd heen.
Normreferenced: de score wordt vergeleken met de scores van andere respondenten.
Citerionreferenced: de score wordt geïnterpreteerd onafhankelijk van de scores van anderen.
Bijvoorbeeld: voor havoniveau moet je een score 350 of hoger hebben op de Cito-toets.
Criterionreferenced is ook vaak ‘genormeerd’ omdat cutoff scores niet random bepaald worden. Het
zal geassocieerd zijn met een beslissing over criteria gebaseerd op een standaard of verwacht niveau
van prestatie.
Speeded test: testen met een tijdslimiet. Meestal kun je niet heel de test afkrijgen.
Power test: geen tijdslimiet, alle vragen kunnen worden beantwoord.
Meetniveaus:
Nominaal: bevat identiteit. Bijvoorbeeld: 1: Amsterdam, 2: Utrecht, 3: Den Haag. Rekenen
niet betekenisvol.
Ordinaal: bevat identiteit en ordening. Bijvoorbeeld: 1: klein, 2: middel, 3: groot. Rekenen
niet betekenisvol.
Interval: bevat identiteit, ordening en is kwantitatief. Bijvoorbeeld: 1 graad Celsius, 2 graden
Celsius, 3 graden Celsius. Rekenen is mogelijk maar geen absoluut 0-punt.
Ratio: bevat identiteit, ordening, is kwantitatief en bevat een absoluut 0-punt. Bijvoorbeeld:
lengte. Rekenen mogelijk.
Uitdagingen metingen in de psychologie:
Latente variabelen zoals zelfvertrouwen, intelligentie, angst, depressie te ‘vangen’ in een test
waar een bepaalde score uitkomt.
Reacties van participanten: mensen hun kennis over dat zij geobserveerd worden kan ervoor
zorgen dat zij op andere manieren reageren dan wat zij zouden doen wanneer zij onbewust
geobserveerd zouden worden.
o Demand characteristics: gedrag aanpassen om de onderzoeker te helpen.
o Social desirability: proberen om indruk te maken op de persoon die de test afneemt.
o Malingering: slechte indruk willen achterlaten bij de persoon die de test afneemt.
Mensen die de gedragsdata meten brengen biasen en verwachtingen mee bij hun taak.
Kwaliteit van meting wordt beïnvloed wanneer zij hiermee rekening houden.
Psychologen vertrouwen op composite scores wanneer zij psychologische attributen meten.
Waarom je voorzichtig met composite scores moet omgaan, wordt later nog behandeld.
Score sensitiviteit: vaardigheid om het juiste meetinstrument of de juiste schaal te kiezen
voor je onderzoek. Bijvoorbeeld: je meet de dikte van het haar niet met een bordliniaal.
, Gebrek aan bewustzijn van belangrijke psychometrische kenmerken voor een test.
Onderzoekers/testafnemers (zoals docenten) kijken vaak niet naar de kwaliteit van een
psychometrische test.
Hoofdstuk 2
Meting: het toeschrijven van aantallen aan objecten of gebeurtenissen volgens de regels.
Scaling: manier waarop numerieke waarden toegeschreven worden aan psychologische attributen.
De manier waarop een wetenschapper gebruik maakt van testen en hoe hij de testen daarna
interpreteert hangt grotendeels af van de meetniveaus (schalen) die hij of zij gebruikt.
Het interpreteren van getallen: nummers kunnen psychologische attributen op verschillende
manieren representeren. Numerieke kenmerken van identiteit, orde en kwantiteit reflecteren de
manieren waarop nummers potentiële verschillen in psychologische attributen representeren. Ook
een testscore van 0, kan veel verschillende betekenissen hebben.
Kenmerk identiteit:
Alle mensen in een bepaalde categorie moeten identiek zijn aan elkaar, rekening houdend
met het kenmerk dat gereflecteerd wordt door de categorie.
Categorieën moeten mutually exclusive zijn; je kan maar in 1 van de 2 categorieën zitten.
Categorieën moeten exhaustive zijn; alle mensen die je test moeten in 1 van deze
categorieën kunnen vallen.
Kenmerk orde:
Toont de rank of orde van mensen die vergeleken zijn op een bepaald kenmerk, bijvoorbeeld
zelfvertrouwen. Nummers die hieraan gegeven worden zijn vooral labels. Je kunt ook letters
gebruiken (persoon A of persoon 1 scoort het hoogst op een bepaald kenmerk).
Het is essentieel dat de betekenis van het symbool dat je gebruikt om de rank aan te geven
duidelijk is. Dus 1 is hoog en 5 is laag of andersom. Dit kan per context verschillen.
Vertelt iets over de relatieve hoeveelheid van verschillen tussen mensen, maar niet over de
echte mate van verschillen.
Kenmerk kwantiteit:
Geeft informatie over de mate van verschillen tussen mensen. Nummers reflecteren dan
echte aantallen.
Nummer 1 wordt gebruikt om de grootte van een basis unit aan te geven of een bepaalde
schaal.
Er zijn gestandaardiseerde maten die zijn vastgesteld, zoals: graden Celsius.
Echte nummers zijn continu, elk nummer kan verdeeld worden in een oneindig aantal kleine
delen.
Echte nummers kunnen gebruikt worden om de kwantiteit van een kenmerk, ding, persoon
of gebeurtenis te meten. Het indiceert de hoeveelheid van iets.
Je kunt ermee rekenen; 50 graden Celsius is tien eenheden warmer dan 40 graden Celsius.
, Het getal 0:
Optie 1; 0 reflecteert een staat waarin een attribuut of een object of gebeurtenis niet
bestaat. Het is een absolute 0 (bijvoorbeeld bij reactietijd).
Optie 2; 0 als een relatieve/willekeurige kwantiteit van een attribuut. Bijvoorbeeld bij het
meten van tijd en temperatuur. 0 is een willekeurig punt op een schaal die gebruikt wordt
om het kenmerk te meten. 0 graden Celsius toont geen afwezigheid van temperatuur aan,
maar het punt waarop ijs smelt.
Interpretatie van psychologische testscores wordt beïnvloed door het type van 0 dat
geassocieerd is met een test. Kijken of mensen die 0 behalen echt dit kenmerk niet bezitten
of dat zij niet genoeg hoeveelheid van dit kenmerk hadden om gemeten te worden.
Bijvoorbeeld: als een kind een score van 0 haalt op een test, betekent dit dat hij/zij er niet in
geslaagd is om een woord juist te spellen. Het betekent echter niet dat zijn
spellingvaardigheid 0 is.
Additiviteit: je moet steeds dezelfde meeteenheid gebruiken om een variabele te meten. Deze
meeteenheid moet constant zijn en niet verschillen als de condities wel verschillen. Anders heb je
steeds een andere uitkomst.
Paradox bij additiviteit: we willen de hoeveelheid van een psychologisch attribuut vertalen naar een
reeks van nummers om deze te kunnen meten, maar dit kan niet omdat we niet weten hoe veel van
het attribuut echt bestaat.
Hoofdstuk 3
Variabiliteit: de verschillen tussen een set van testscores van een psychologisch attribuut.
Covariabiliteit: mate waarin variabiliteit in een set van scores correspondeert met variabiliteit in een
andere set van scores.
Variabiliteit in psychologische testen: scores op een psychologische test of meting zal variëren
tussen personen en van tijd tot tijd. Deze testscores of metingen zijn een distributie/verdeling van
scores. De verschillen tussen de scores binnen een distributie wordt variabiliteit genoemd.
Berekenen variabiliteit: voor het berekenen van de verschillen in mensen hun psychologische
attributen wordt vooral gebruik gemaakt van de variantie en van de standaarddeviatie. Ze reflecteren
variabiliteit als de mate waarin de scores in een distributie verschillen van het gemiddelde van deze
distributie.
Bereken het gemiddelde
Bereken de afwijking van het gemiddelde voor elke behaalde score in de distributie
Kwadrateer elke afwijking die je hebt gevonden
Bereken het gemiddelde van deze gekwadrateerde afwijkingen (dus weer bij elkaar
optellen en delen door aantal participanten)
➔ Toont de gemiddelde mate waarin mensen van elkaar verschillen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nadinedegroot_. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,09. Je zit daarna nergens aan vast.