100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Complete Samenvatting Dynamiek van het goederenrecht (8 gehaald) €6,99   In winkelwagen

Samenvatting

Complete Samenvatting Dynamiek van het goederenrecht (8 gehaald)

1 beoordeling
 232 keer bekeken  29 keer verkocht

Een complete samenvatting van de studiestof voor het vak RS – DYNAMIEK VAN HET GOEDERENRECHT (studiejaar 2021, Schakelzone Recht). Betreft een samenvatting van alle voorgeschreven nummers van Pitlo - Goederenrecht, Verbintenissenrecht Algemeen en Rechtshandeling & Overeenkomst.

Voorbeeld 4 van de 85  pagina's

  • Ja
  • 25 augustus 2021
  • 85
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (8)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: IgnaceLaval • 2 jaar geleden

avatar-seller
JannekeOU
RS102202144 – DYNAMIEK VAN HET GOEDERENRECHT

Deel 1 Titel als grondslag voor overdracht


L1 Vereisten voor een geldige overdracht (met focus op het titelvereiste)

PITLO GOEDERENRECHT
1.1 OVERDRACHT

Afdeling 2 titel 4 (3:80 e.v.)
Belangrijkste wijze verkrijging van goederen onder bijzondere titel is overdracht.
Door schakelbepaling 3:98 zijn de bepalingen van overdracht ook van toepassing op vestiging, overdracht en afstand van
beperkte rechten.

100
Betreft alle soorten van goederen (= alle zaken en vermogensrechten, 3:1). Kernbepalingen overdracht: 3:83
(overdraagbaarheid) en 3:84 (vereisten voor overdracht).
Voor overdracht goed is nodig:
o Levering (3:89-3:96, 3:97)
o Krachtens geldige titel
o Verricht door beschikkingsbevoegde van dat goed

101
Wet omschrijft term overdracht niet. Leer wordt aangehouden dat overdracht de bewerkstelligde rechtsovergang (overdracht is
het rechtsgevolg van levering krachtens geldige titel), levering duidt op een handeling. Maar schrijver van Pitlo stelt dat uit de
wet regelmatig volgt dat de overdracht niet het rechtsgevolg is, maar een rechtshandeling. Dus overdracht is de rechtshandeling
van het overdragen. Dat het begrip overdracht het rechtsgevolg van de levering is, is (dus) te eenzijdig. Schrijver stelt dat
overdracht dus dubbele betekenis heeft (als rechtshandeling en als rechtsgevolg)

102
Alleen goederen kunnen worden overgedragen! Dus altijd eerst nagaan of er sprake is van een goed!
Goed: alle zaken en alle vermogensrechten (3:1)
Vermogensrechten: moet 1 van de kenmerken bevatten van 3:6 (beperkte rechten, vorderingsrechten, auteursrechten, etc.)
Niet voor overdracht vatbare rechten in goederenrechtelijke zin:
o Goodwill
o Bestanddelen van een zaak (geen zelfstandige zaken want onderdeel van een zaak, zo ook een rechtsvordering op een
zelfstandig goed 3:304  dus gaat enerzijds niet zelfstandig over en anderzijds automatisch mee met het betreffende
recht dat wordt overgedragen)
o Wilsrecht (door wilsverklaring nieuwe rechtstoestand scheppen, dus in leven roepen van vorderingsrecht of recht op
goederen), als deze geen zelfstandig vermogensrecht kan worden beschouwd  het betreffende recht dat in het leven
wordt geroepen bepaalt of het overdraagbaar is of niet.

103
Goed moet overdraagbaar zijn (3:83) —> eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten. Overdraagbaarheid is eigenschap
van het goed.
Vrij kunnen overdragen van vorderingen is zeer belangrijk voor het rechtsverkeer, dezelfde rechten en plichten bestaan bij
overdracht dus verandert in feite niet veel (alleen de persoon, maar dat heeft wetgever niet heel bezwaarlijk gevonden). Daar
waar de inhoud van de prestatie wel afhankelijk is van de persoon van de schuldeiser verhindert de aard van de vordering de
overdracht. Op kunnen bepalen dat de persoonlijke band van belang is en op grond van 3:84 lid 2 bepalen dat vordering niet
overdraagbaar is.
Beschikkingsbevoegdheid is kwaliteit van de vervreemder.

104
Overdragen niet mogelijk naar aard van het recht (3:83 lid 1)
De eigenschap overdraagbaarheid kan door de aard aan het recht onthouden worden, bijvoorbeeld een afhankelijk recht. Die
kun je dus naar zijn aard niet zelfstandig overdragen maar gaat automatisch mee. (3:7) (pand, hypotheek, opstal,
erfdienstbaarheid
Ook persoonlijk karakter: gebruik en bewoning dusdanig aan de persoon verbonden dat niet overdraagbaar is. Of bijv recht op
levensonderhoud (alimentatie) waardoor overdracht een wijziging van de inhoud teweegbrengt (maandelijkse termijn waarbij
inhoud vast staat is in beginsel wel overdraagbaar), of vordering tot portretteren (nogal cruciaal wie geportretteerd moet worden)
dus is de toestemming van de schilder noodzakelijk alvorens over te dragen. Wilsrecht is ook zonder toestemming niet
overdraagbaar. Overige vorderingen vaak naar aard wel overdraagbaar, omdat de inhoud ervan vaak vaststaat (dan alleen van
belang dat schuldenaar weet aan wie hij bevrijdend moet betalen).

105
Overdragen niet mogelijk op grond van de wet (3:83 lid 1)
Wet kan overdraagbaarheid uitsluiten en beperken  geldt alleen voor wet in formele zin! (lagere voorschriften kunnen dit niet
regelen. 3:226 lid 4 (onoverdraagbaarheid van rechten van gebruik en woning) en 5:117 lid 2 (onoverdraagbaarheid in splitsing
betrokken registergoed. Kan ook op basis van een wet die voorkeursrechten regelt overdracht inperken.

106

,Overdraagbaarheid door partijafspraak 3:83 lid 1 en 2)
Beginsel is dat goederen vrij overdraagbaar horen te blijven. Dus in principe kan partijebeding overdraagbaarheid niet inperken
of uitsluiten, maar uitzondering voor vorderingsrechten: lid 2. Of soms door lex specialis mogelijk. Zie voor testamenten en
schenking bij testamenten ook 4:45 lid 2 (bepaling die vervreemding of verzwaring van een goed uitsluit, wordt gezien als niet
geschreven.
6:252 lid 1 en lid 5: verbod tot overdracht kan niet worden doorgegeven door kwalitatieve verplichting.

107
Werking onoverdraagbaarheidsbeding bij eigendom (3:83 lid 1)
Eigendom is naar zijn aard overdraagbaar (meest vergaande recht dat je op een goed kan hebben). 3:83 van dwingende aard.
Dus een onoverdraagbaarheidsbeding heeft bij eigendom geen werking (zou dit wel kunnen dan is het product economisch
gezien dood). En als je een goed al wel goederenrechtelijk kan belasten zou dat zo lijken op vestiging van beperkt recht dat dit
in strijd zou zijn met het gesloten stelsel van beperkte rechten (3:81 lid 1).
(dus eigenaar A kan niet tegen zoon B zeggen dat landgoed in de familie moet blijven, blijft overdraagbaar door 3:83 lid 1).
3:83 ruime draagwijdte: bedingen die indirect, tijdelijk of anderszins de overdraagbaarheid van de eigendom beperken
(benaming/beschrijving speelt hierin geen rol) hebben geen werking.

108
Obligatoire werking onoverdraagbaarheidsbeding/overdrachtsverbod
Ook al heeft een onoverdraagbaarheidsbeding geen goederenrechtelijke werking (door de werking van 3:83 lid 1), dan kan het
nog steeds verbintenissenrechtelijke werking hebben. Als je verbod tussen pp afspreekt en de partij draagt toch het eigendom
over, dan is er sprake van wanprestatie = verbintenisrechtelijke werking. Ook kan in sommige gevallen de verkoper de
uiteindelijke koper/verkrijger aanspreken wegens onrechtmatige daad (als het gedrag van verkrijger onrechtmatig was, het
enkele feit dat koper ervan wist levert niet per definitie een OD op) in de vorm van overdracht van woning.
Kan ook overdracht tijdens een van kracht zijnde optiebeding zijn (optie tot koop huis).

Dus: wel obligatoire werking, geen goederenrechtelijke werking: contractueel onoverdraagbaarheidsbeding, optierechten,
voorkeursrechten.
Als X grond verkoopt aan Y maar niet al geleverd heeft en de grond doorverkoopt aan Z, dan staat er goederenrechteljk niets
aan de overdracht aan Z in de weg. (Y kan alleen nog wanprestatie vorderen richting X. zie ook 7:3 voor registergoederen:
bescherming tegen overdracht registergoed aan een derde dmv inschrijving koopakte in de openbare registers!  vormerkung /
Priority Notice).
Overdraagbaarheid naast kwalitatieve verplichting (106) ook niet mogelijk met kettingbeding  werkt naar haar aard niet tegen
derden (ook niet met vormerkung!)

109
Werking onoverdraagbaarheidsbeding bij beperkte rechten
Het gesloten stelsel van de wet zorgt er voor dat de overdraagbaarheid van beperkte rechten niet kunnen worden beperkt of
uitgesloten, buiten de gevallen in de wet om. 3:83 gaat uit van vrije overdraagbaarheid van beperkte rechten.
NB: overdraagbaar kunnen zijn betekent niet dat alle beperkte rechten ook voor overdracht vatbaar zijn.  veel beperkte
rechten niet naar hun aard overdraagbaar, omdat ze afhankelijke rechten zijn. NB: voor erfpachtrecht en het -als zelfstadig
gevestigde- opstalrecht is een uitzondering op de regel dat beding overdraagbaarheid niet kan beperken  5:91 (geen
overdracht als strijdig met dit artikel! Wetgever heeft bedoeling gehad dat eigenaar nog beetje invloed houdt op wie opvolger
van erfpachtrecht wordt). Schakelbepaling 5:104 lid 2 voor zelfstandige opstalrechten (erfpachter kan wel via kantonrechter de
vereiste toestemming verkrijgen bij zonder redelijke grond weigeren).
Erfpachter mag erfpacht ook verzwaren met een beperkt recht zoals hypotheek, daarin is in de wet geen belemmering
opgenomen. Hypotheekgever wordt dan schuldeiser 5:91 lid 1 bepaalt dat overdraagbaarheidsbeperking niet in de weg staat
aan executie door schuldeisers  erfpachtrecht kan dus gefinancierd worden door hypothecaire lening.
Ook bij onoverdraagbaarheid beperkte rechten geen goederenrechtelijk effect (in beginsel), wel verbintenisrechtelijk effect
(wanprestatie).

110
Werking onoverdraagbaarheidsbeding bij vorderingsrechten (3:83 lid 2)
Vorderingsrechten ontstaan uit overeenkomst of van rechtswege. Schuldeiser en schuldenaar kunnen (3:83 lid 2) door een
beding de onoverdraagbaarheid van de vordering met goederenrechtelijke werking uitsluiten.  Er komt geen overdracht tot
stand als schuldeiser de vordering aan een derde levert (want vordering = niet overdraagbaar!)  NB: geldt alleen voor een
beding tussen schuldeiser en schuldenaar! Daarbuiten kan vordering niet door beding onoverdraagbaar worden gemaakt.
Gedachte achter waarom vordering wel overdraagbaar kan zijn: vanuit gedachtegoed van partijautonomie: zelf inhoud en
grenzen mogen bepalen. Bij beperkte rechten zijn pp gebonden aan de wettelijke typen.
Uit 3:81 lijkt voort te vloeien dat als de onoverdraagbaarheid van de vordering is uitgesloten, uit het systeem van de wet in
combinatie met de normale ratio van het beding het vermoeden voortvloeit dat ook haar verpandbaarheid is uitgesloten, tenzij
uit de formulering daarvan blijkt dat uitsluiting van verpanding niet is beoogd (dus specifiek vermelden).

Een vordering blijft, ook al is er sprake van een onoverdraagbaarheidsbeding, vatbaar voor verhaal(srecht), dus inning van de
vordering (door beslaglegger of curator) is mogelijk. Anders kan je als pp bepalen dat vorderingsrechten voor verhaal door
derden wordt uitgesloten. Dat is in strijd met 3:276 (‘gehele vermogen is uitwisbaar voor voldoening van een schuld’).

Onoverdraagbaarheidsbeding kan uitdrukkelijk maar ook stilzwijgend (zie bijv Van Schaik/ABN AMRO) plaatsvinden (hoeft niet
per se bij aangaan ovk maar kan ook later). Kan niet op het moment dat vordering (bijv door de wet) is overgedragen, achteraf
overeengekomen worden dat vordering onoverdraagbaar is (want vordering heeft een nieuwe schuldeiser gekregen dus ovk
werkt niet meer tussen pp).

Derde heeft geen bescherming door 3:88: gaat immers niet om beschikkingsonbevoegdheid maar ligt in een eigenschap van de
vordering, namelijk dat zij door een beding niet overdraagbaar is.
Coface / Intergamma: de derdenbescherming van 3:36 werkt niet tegen de goederenrechtelijke werking van een
onoverdraagbaarheidsbeding  dit kan in sommige gevallen anders zijn, namelijk bijvoorbeeld bij cessie, waarbij de

,cessieonaris zowel navraag heeft gedaan bij de cedent als bij de schuldenaar naar een onoverdraagbaarheidsbeding en beiden
hebben verzekerd dat die er niet was. Dan werkt derdenbescherming van 3:36 wel.

110a.
Werking overdrachtsverbod
Er zit verschil tussen het niet overdraagbaar maken van een vordering en tussen schuldeiser en schuldenaar overeenkomen dat
de schuldeiser de vordering niet mag overdragen.
Het overdrachtsverbod dat is overeengekomen heeft verbintenissenrechtelijke werking (dus wanprestatie maar kan wel
overgedragen worden), terwijl het onoverdraagbaar maken in duidelijke bewoordingen is aangegeven dat ook beoogd is de
onoverdraagbaarheid tot eigenschap van de vordering te maken, op grond van 3:83 lid 2 zorgt voor goederenrechtelijke werking
(en is dan dus niet overdraagbaar).

111.
Overdraagbaarheid overige rechten
Andere rechten dan eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten zijn slechts overdraagbaar als de wet (in formele zin!) dit
bepaalt!  hoeft niet exact te worden bepaald, voldoende is dat het past in het stelsel van de wet en aansluit bij wel in de wet
geregelde gevallen. Eenmaal door wet overdraagbaar gemaakt, is de mogelijkheid om overdraagbaarheid uit te sluiten
afhankelijk van het recht en de wettelijke regeling waarop de overdraagbaarheid berust.
IE-rechten, octrooirechten, naburige rechten, kwekersrechten, aandelen (tenzij bij statuten goedenrechtelijke werking beperkt),
broeikasgasemissierechten en mijnbouwvergunning zijn bij wet overdraagbaar.


1.2 HET TITELVEREISTE
4.3 Geldige titel
112.
Rechtsovergang heeft een juridische status nodig. Voor overdracht is daarom geldige titel vereist. 3:84 lid 1.  alleen in het
leven roepen van de titel heeft geen effect, vereist is dat de vervreemder door levering uitvoering geeft aan de titel. Dus een
nadere uitvoeringshandeling nodig (en heeft als voordeel dat je daarmee kunt wachten tot de koopprijs betaald is).
Bijv koopovereenkomst is een verbintenis tot overdracht, en die vormt de titel van de door de levering tot stand gebrachte
overdracht.
Voor daadwerkelijke levering/overdracht is ook de beschikkingsbevoegdheid nodig.

113
Geldige titel = de rechtsgrond van de overdracht.
o Gebeurt vaak door obligatoire overeenkomst (koopovereenkomst, ruil schenking, verbruikleen).
o Niet alle obligatoire (verbintenisscheppende) ovk’s leveren rechtsgrond voor overdracht, bijv huur, bruikleen, bewaargeving
of pandgeving. Overdrachtstitel kan ook voortvloeien uit op elkaar aansluitende verbintenissen ‘samengestelde
titel’genoemd. (ABC, a verkopt aan B die verkoopt aan C waarbij A levert aan C).
o Overdrachtstitels ontstaan niet alleen uit overeenkomst maar ook uit andersoortige rechtshandeling of uit de wet
o Testament kan legaat instellen
o Wettelijke overdrachtstitels zijn 6:271 ongedaanmakingsverbintenissen, 6:203 (verbintenis tot ongedaanmaking
van onverschuldigde betaling, 6:162 jo 6:103 verbintenis tot schadevergoeding in natura op grond van OD.
o Er hoeft geen sprake te zijn van een rechtens afdwingbare verbintenis tot overdracht  natuurlijke verbintenis vormt een
voldoende titel
o Rechtsverhouding hoeft zelfs niet uit een verbintenis tot overdracht te bestaan, als de inhoud de overdraht maar
rechtvaardigt.

Causaal overdrachtsstelsel
114.
Titel moet geldig zijn. Zonder geldige titel geen overdracht. Dus iemand die verkeert in de veronderstelling dat hij iets gekocht
had maar dat in werkelijkheid niet zo is (geen koopovk), levert geen geldige titel op.
Het BW kent een causaal overdrachtsstelsel: levering moet grondslag vinden in een geldige titel, wil de overdracht succesvol
kunnen plaatsvinden.
Als koop door bijv misbruik van omstandigheden vernietigd wordt terwijl er al geleverd is, dan ontbreekt daardoor de geldige titel
(door terugwerkende kracht) en is geen overdracht tot stand gekomen. Daardoor heeft A, ondanks levering aan B een
persoonlijke vordering tot teruggave, maar – belangrijker- ook een zakelijke vordering, namelijk revindicatie 5:2 BW.
In een abstract overdrachtsstelsel zoals Duitsland heeft dit geen gevolgen voor de overdracht en blijft B de (nieuwe) eigenaar,
maar daardoor heeft A wel onverschuldigd overgedragen. A heeft daardoor een persoonlijke vordering t.o.v. B tot retro-
overdracht van het schilderij.
Causaal stelsel Abstract stelsel
Als B doorlevert aan C, dan kan A revindiceren aan C omdat Als B doorlevert an C, is de levering aan C geldig want B
B niet beschikkingsbevoegd was om aan C te leveren. was beschikkingsbevoegd.Revindicatie heeft wel
derdenwerking, maar dat gaat in dezen niet op voor A omdat
zij het eigendom niet meer heeft.
Faillissement van B. omdat B geen eigenaar is geworden is Door de geslaagde overdracht komt het goed in de failliete
het goed niet in de boedel gevallen en kan A revindiceren boedel van B. A heeft slechts een persoonlijke vordering tot
overdracht jegens B, en heeft door fallissement slechts de
positie van concurrent schuldeiser.
NB: de titel moet bestaan op het moment waarop de levering tot stand komt. Wordt pas na levering aan titelvereiste voldaan,
dan kan eventueel door bekrachtiging alsnog overdracht tot stand komen. (is dus handeling voor vereist, gaat niet automatisch).

Ongeldige titels
114a.
Geldige titel kan ten tijde van levering ontbreken, maar ook na overdracht met terugwerkende kracht ongeldig worden.

, Huur, bruikleen, bewaarneming en verpanding zijn geen geldige titels.
Voorbeelden van oorzaken:
o Ten tijde van levering al ontbrekende geldige titel
o Een veronderstelde of putatieve titel (die dus alleen in de gedachten van p of pp leeft) is een niet bestaande titel
o Titel ontbreekt ook als de onderliggende rechtshandeling nietig is. Bijvoorbeeld door vormgebrek (3:39), strijd
met openbare orde of goede zeden (3:40), of handelingsonbekwaamheid van beoogde verkrijger van het
specifieke goed (3:43)
o Als de overeenkomst die de geldige titel oplevert al is ontbonden (6:271) of vernietigd (3:53) voordat levering
heeft plaatsgevonden.
o De wet die een titel rechtstreeks of indirect als ongeldig aanmerkt (3:84 lid 3 en 3:85)
o RH die tot doel heeft een goed over te dragen tot zekerheid
o RH die de strekking mist het goed na de overdracht in het vermogen van de verkrijger te doen vallen
o Verbintenis tot tijdelijke overdracht van een goed (bepaalde tijd). Geen geldige titel, maar wordt gezien als
vruchtgebruik.
o Na overdracht ontbrekende geldige titel (met terugwerkende kracht)
o Vernietigbare rechtshandeling die door terugwerkende kracht een ongeldige titel oplevert.
o Bijv door: geestelijke stoornis, bedreiging, bedrog en misbruik van omstandigheden, dwaling, ontbreken van de
overeenkomst waarop is voorgebouwd (6:229), strijd met Pauliana (3:45 e.v.), strijd met dwingende
beschermingsbepaling (3:40 lid 2) en ontbreken toestemming echtgenoot (1:8)
 Vernietiging vindt plaats door rechterlijke uitspraak of buitengerechtelijk (let op 3:50: als
rechtshandeling een registergoed betreft die heeft geleid tot inschrijving in openbare registers, of een
vereiste akte dan kun je niet buitengerechtelijk vernietigen! I.v.m. de betrouwbaarheidseisen van
openbare registers). Als alle pp in de vernietiging berusten dan wel buitengerechtelijk mogelijk.
 Rechter kan aan vernietiging de terugwerkende kracht ontzeggen als ongedaan making bezwaarlijk is.
 dan blijft geldige titel in stand!
 Rechter kan bij dwaling en misbruik van omstandigheden op verlangen van pp de overeenkomst zo
aanpassen dat het nadeel wordt opgeheven en de ovk niet vernietigd wordt. Ook dan blijft de geldige
titel dus in stand!

Bescherming tegen ongerechtvaardigde vermogensverschuivingen
115.
Door geen geldige titel geen geldige overdracht. Daardoor wordt de vervreemder door het causale stelsel van 3:84 beschermd
tegen ongerechtvaardigde vermogensverschuivingen.
Uitzondering dat nietigheid toch overdracht teweegbrengt:
o Zie 6:211: de nietigheid van de overeenkomst brengt niet de nietigheid van de overdracht teweeg als als gevolg van
terugvordering van een op grond van een nietige overeenkomst geleverd goed is uitgesloten.
o Wet milieubeheer: (broeikasemissierechten) als nietigheid of vernietiging overeenkomst die tot overdracht heeft geleid, dan
tast dat de geldigheid van de overdracht niet aan.

Bescherming causale stelsel gaat ten koste van derde
De derde krijgt immers geleverd door niet beschikkingsbevoegde. De vervreemder kan als rechthebbende het goed opvorderen
onder de derde.
Situatie waarin derde tóch bescherming heeft:
o 3:86: overdracht roerende zaak, niet registergoed is toch geldig als overdracht anders dan om niet geschiedt en verkrijger
te goeder trouw is
o 3:88 overdracht registergoed, recht op naam of ander goed waar 6:86 niet van toepassing is, is geldig als verkrijger te
goeder trouw is en de onbevoegdheid voortvloeit uit de ongeldigheid van een vroegere overdracht, die niet het gevolg was
van de onbevoegdheid van de toenmalige vervreemder (maar een ongeldige titel dus)

Betaling is geen vereiste voor geldigheid van de titel
116.
Zoals koop geen wijze van eigendomsverkrijging is (want nog leveringsactie vereist), heeft het niet betalen geen invloed op de
geldigheid van de uit de koop voortkomende titel.
Verplichting tot betaling en verplichting tot levering van het goed vormen samen de koopovereenkomst, maar zijn zelfstandige
verbintenissen. Als koper niet betaalt, moet verkoper ontbinden. NB: dit heeft geen terugwerkende kracht, dus koper is eigenaar
geworden (en dus heeft ontbinding geen goederenrechtelijke werking). Ontbinding tast de titel dus niet aan. 6:271 verplicht tot
ongedaanmaking van de overdracht  dat vormt een wettelijke titel voor overdracht. Verkoper heeft dus (slechts) persoonlijke
vordering op koper  positie in faillissement is dan dus niet sterk (t.o.v. eigendom – revindicatie)
Maar:
o zie 7:39: verkoper kan recht van reclame uitoefenen  daardoor krijgt verkoper van rechtswege het eigendom weer terug
o 3:92 op voorhand een eigendomsvoorbehoud bedingen
o Bedingen dat overdracht tot stand komt onder ontbindende voorwaarde van niet-betaling van de verkoopprijs (3:84 lid 4:
verkoper wordt weer eigenaar)

Voldoende bepaalbaarheid bij de titel 3:84 lid 2
117.
‘Het goed moet met voldoende bepaalbaarheid beschreven zijn’: 3:84 lid 2
Niet zoals in lid 1 onder ‘titel’ verstaan de ‘rechtsgrond’ voor de overdracht, maar de akte van levering / de levering.
Van voldoende bepaalbaarheid van de levering is sprake als naar objectieve maatstaven (eventueel achteraf)is vast te stellen
op welk goed de levering ziet.
o de rechtsverhouding moet voldoende aanknopingspunten bieden om te kunnen bepalen tot de overdracht van welk goed
zij verplicht is / tot rechtvaardiging dient
o aan de hand van de rechtsverhouding moet zijn vast te stellen of zij de overdracht van het geleverde goed rechtvardigt.
o Ook bij levering moet het goed in voldoende mate zijn bepaald (dan is pas duidelijk om welk goed het gaat)
o Aankoop fiets: dan moet de fiets bij levering door individualisering (nader bepaalde fiets) die fiets leveren.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JannekeOU. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99  29x  verkocht
  • (1)
  Kopen