Artikelen
Risk Behavior and Addiction in Adolescence
Lecture 1: Introduction ‘Risk behaviour and addiction in adolescence’
- Gladwin, T. E., Figner, B., Crone, E. A., & Wiers, R. W. (2011). Addiction, adolescence, and the integration of control
and motivation. Developmental Cognitive Neuroscience, 1(4), 364-376.
- Dobbs, D. (2011). Beautiful Brains. Moody, Impulsive, Maddening. Why do teenagers act the way they do? Viewed
through the eyes of evolution, their most exasperating traits may be the key to success as adults. National
Geographic, October 2011.
- Sussman, S. (2017). Chapter 1: A general introduction to the concept of addiction and addictive effects. In Substance
and Behavioral Addictions: Concepts, Causes, and Cures (pp. 3-31). Cambridge University Press.
- Lopez-Leon M., & Raley, J.A. (2013). Developmental Risks of Substance Use in Adolescence: Age as Risk Factor. In
Rosner R., Clinical Handbook of Adolescent Addiction (pp. 132-138). Willey-Blackwel
Gladwin, Figner, Crone & Wiers (2011): Addiction, adolescence, and the integration of
control and motivation.
Abstract:
- Likelihood addictive behaviors: The likelihood of initiating addictive behaviors is
higher during adolescence than during any other developmental period.
- Increased risk taking due differential developmental trajectories: The differential
developmental trajectories of brain regions involved in motivation and control
processes may lead to adolescents' increased risk taking in general, which may be
exacerbated by the neural consequences of drug use.
- Specific brain processes: Neuroimaging studies suggest that increased risk-taking
behavior in adolescence is related to an imbalance between prefrontal cortical
regions, associated with executive functions, and subcortical brain regions related to
affect and motivation. Dual-process models of addictive behaviors are similarly
concerned with difficulties in controlling abnormally strong motivational processes.
- Specific dual-process models: We acknowledge concerns raised about dual-
process models, but argue that they can be addressed by carefully considering levels
of description: motivational processes and top-down biasing can be understood as
intertwined, co-developing components of more versus less reflective states of
processing. We illustrate this with a model that further emphasizes temporal
dynamics.
- Discussion: Finally, behavioral interventions for addiction are discussed. Insights in
the development of control and motivation may help to better understand - and more
efficiently intervene in - vulnerabilities involving control and motivation.
Introduction:
- Focus artikel: De focus ligt op de symmetrie tussen adolescentie en
verslavingsgerelateerde veranderingen in motivatie en cognitieve controle, die de
waarschijnlijkheid van middelenmisbruik en de start van verslaving in de adolescentie
kunnen verklaren.
Zelfregulatie en veranderingen in motivatie-processen: Tijdens de
adolescentie leren kinderen geleidelijk hun gedrag te controleren
(zelfregulatie), maar zijn er ook veranderingen in motivatie-processen.
Gevolg disbalans zelfregulatie en motivatie: Dit kan zorgen voor
gezondheidsproblemen, omdat de onbalans tussen sterke affectieve
, processen en onderontwikkelde regulerende vaardigheden bijdragen aan de
start van ontwikkelingsstoornissen.
Risky decision making in adolescence:
- U-vorm risicogedrag adolescenten: Adolescenten nemen sneller en meer risico’s
dan andere leeftijdsgroepen. Dit risicogedrag volgt een omgekeerde U-vorm patroon
(laag in kindertijd, piek in adolescentie en laag in volwassenheid).
- Meer onderzoek nodig U-vorm: Nog niet veel bewijs van het U-vorm patroon in
risicogedrag studies. Er is meer onderzoek nodig om te kijken welke ingrediënten van
een risicovolle keuzesituatie leiden tot het nemen van meer risico’s in adolescentie.
Neural developments underlying risky decision making:
- Twee interacterende systemen:
1. Vroeg rijpende en ‘hete’ affectief-motiverend bottom-up systeem = Affectieve-
motiverende systeem omvat hersengebieden die geassocieerd zijn met het
representeren van beloningen.
2. Langzaam ontwikkelende ‘koude’ top-down controle systeem = Cognitieve
controle systeem omvat hersengebieden die geassocieerd zijn met zelfcontrole,
planning, abstract denken.
- Disbalans twee systemen:
Ontwikkelsnelheid: Deze hersengebieden ontwikkelen op verschillende
momenten en snelheden (affectief motiverende systeem eerder dan cognitieve
controle systeem).
Gevolgen ontwikkelsnelheid: De verschillende ontwikkelingen zorgen voor een
mogelijke onbalans tussen deze twee systemen.
Begrip voor risicogedrag: Dit resulteert in dat adolescenten nemen sneller en
vaker risico’s. Daarom is het belangrijk dat de triggers die ervoor zorgen dat
adolescenten risico’s nemen (zoals bij verslaving) in deze levensfase begrepen
worden.
Addiction:
- Begin verslavingsgedrag: Meeste verslavingsgedrag begint in de adolescentie (veel
experimenteren met verschillende middelen).
Correlatie begin leeftijd en verslavingsgedrag: Sterke associatie tussen de
leeftijd bij aanvang van alcohol en drugs en het risico op hierop volgende
alcohol en drugsproblemen.
- Neurale adaptaties als gevolg van herhalend alcohol/drugsgebruik:
1. Conditionering: Neurale sensitisatie (overgevoeligheid) leidt tot sterke impulsieve
reacties op klassiek geconditioneerde cues die alcohol of drugs signalen geven.
Dit gebeurt vaker tijdens de adolescentie. In latere fases van verslaving triggeren
dergelijke cues automatisch, zonder vrijwillige controle (gewoonte respons). Bij
sterke drugs afhankelijkheid sprake van negatieve bekrachtiging (weghalen van
het ‘je slecht voelen’ gevoel door drugs te gebruiken).
2. Verzwakte controlefuncties: Hevig alcohol en drugsgebruik leidt tot verzwakte
controlefuncties, specifiek wanneer het hevige gebruik in de adolescentie
plaatsvindt. Door verzwakte controlefuncties, weinig zelfcontrole meer
risicogedrag. Dit komt door:
1) ‘Binge drinking has strong effects on subsequent brain development involving
cognitive and emotional regulatory processes’.
, 2) ‘Adolescent binge-drinking and heavy use of marijuana is associated with
abnormalities, both regarding white matter structure, and regarding functional
properties, including stronger cue-reactivity as well as impaired executive
functions.’
- Hersenschade binge-drinking: Binge-drinking kan leiden tot hersenschade in
diverse regio’s, ook die zijn betrokken bij cognitieve controle. Meer impulsief gedrag
zorgt voor binge drinken, maar wanneer dit drinken stopt, is er minder sprake van
impulsief gedrag.
- Verschil per adolescent: Veel adolescenten experimenteren, maar slechts enkelen
raken verslaafd. Daarom belangrijk om individuele verschillen (die risicofactoren en
protectieve factoren vormen) te onderzoeken.
- Conclusie U-vorm: Daarnaast is er bewijs dat middelenmisbruik in adolescentie de
normale omgekeerde U-curve verergert, en er zelfs voor kan zorgen dat de afname in
risicovol gedrag die begint in de vroege volwassenheid vertraagd of zelfs verhinderd
wordt.
Dual-process models of addiction:
- Waar komt risicogedrag vandaan? Risicogedrag komt voort uit een onvermogen
van reflectieve processen om de effecten van impulsieve processen voldoende te
moduleren.
- Nadruk duale-proces modellen van verslaving: Deze onbalans is expliciet
gemaakt in duale-proces modellen van verslaving, die het belang benadrukken van
druggerelateerde gevolgen voor de relatie tussen impulsieve en reflectieve
processen.
- Advies nieuwe onderzoeken: Er moeten nieuwe modellen komen die het verband
tussen controle en motivatie specificeren, omdat reflectieve verwerking geïntegreerd
moet worden met affectief-motiverende verwerking in toekomstige modellen.
Interventions:
- Interventies m.b.t. neurocognitieve proces: Er zijn verschillende nieuwe
interventies ontwikkeld om het neurocognitieve proces in verslaving te beïnvloeden.
- Cognitieve controle vergroten:
De cognitieve controle bestaat uit een dynamische set van interacterende
factoren, en dit zou getraind kunnen worden. Training vergroot de kans op
succesvolle gecontroleerde verwerking.
Verschillende soorten trainingen:
a. Werkgeheugentraining
b. Cognitieve bias modificatie (aandacht bias, benaderingsbias en
evaluatieve geheugenbias)
c. Neurofeedback training
d. Inhibitie training
- Beperkingen interventie:
Lak aan motivatie: Belangrijk probleem in de context van adolescenten is de
motivatie om mee te doen aan een training (of überhaupt in welke interventie
dan ook).
Adolescenten geloven niet dat ze een probleem hebben: Veel adolescenten
geloven niet dat ze een probleem hebben, en als ze al erkennen dat ze een
probleem hebben moeten ze overtuigd worden dat het zin heeft om een
training te doen.
- Oplossingen beperkingen:
, Motiverende technieken verzinnen: Training combineren met traditionele
motiverende technieken, adolescenten globale informatie geven over het nut
van de trainingen, toevoegen van game-achtige elementen.
Conclusion:
- Voordeel duale procesmodellen van verslaving: Duale procesmodellen van
verslaving bieden niet alleen hypotheses over waarom adolescenten een verhoogd
risico lopen op middelenmisbruik, ze geven ook suggesties voor interventies die al
succesvol zijn geweest bij volwassenen.
- Belang integratie motivatie en controle: De integratie van motivatie en controle is
niet alleen cruciaal voor de ontwikkelingen van individuen, maar ook voor de verdere
ontwikkeling van theorie in cognitieve neurowetenschappen.
- Advies vervolgonderzoek: Data moet niet alleen impliciet de motivatie gerelateerde
invloeden weergeven, maar ook onthullen hoe deze zich voordoen en hoe deze dus
het beste veranderd kunnen worden.