Hoofdstuk 1; introductie engels in het basisonderwijs
De eu heeft een Europese talenbeleid. Hun doel is om culturele diversiteit, tolerantie en Europees
burgerschap te bevorderen. Hierbij zijn geen wettelijke verplichtingen vastgesteld, waardoor ieder
land zijn eigen afspraken kan invullen.
Voor 2000/2002 was het doel dat kinderen in europa voor hun 10e 1 vreemde taal zouden leren. In
2000/2002 is het doel aangescherpt -> talenonderwijs aan kinderen jonger dan 10 jaar te stimuleren,
waardoor ze naast hun moedertaal nog twee vreemde talen beheersen -> M + 2. Hierbij is 1 van de
vreemde talen een gemeenschapstaal/ lingua franca.
Lingua franca = een taal die door grote groepen mensen met verschillende moedertalen als
gemeenschappelijke taal gebruikt wordt.
Sinds 1986 is engels in het basisonderwijs (EIBO)wettelijk verplicht in groep 7 en 8. Daarna kwamen
er kerndoelen, werd engels in groep 5 en 6 gegeven en tegenwoordig worden er op sommige scholen
engels gegeven in groep 1; vroeg vreemdetalenonderwijs. (vvto)
In het speciale onderwijs is engels niet verplicht.
Er is niet wettelijk vastgesteld hoeveel uur er aan engels besteed moet worden in het onderwijs.
Bij de invoering van engels zijn er vier voorwaarden genoemd voor Eibo;
1. Engels krijgt een geïntegreerde plaats in het basisonderwijs
2. Er komt een longitudinale leerlijn van Eibo naar het voortgezet onderwijs.
3. De leraren in het basisonderwijs worden opgelet om engels te kunnen geven.
4. Er wordt lesmateriaal voor Eibo ontwikkeld.
Door de lessen Eibo leren de kinderen;
- Een positieve houding ontwikkelen naar het leren van vreemde talen.
- Communicatief engels; engels waarmee je kan communiceren in alledaagse situaties. Engels
spreken zonder fouten is minder belangrijk.
De communicatie moet schriftelijk plaatsvinden, maar vooral mondeling en met gebaren.
Voor communicatieve aanpak zijn er 6 kenmerken;
1. Kwalitatief goed taalaanbod; leerstof aangeboden in alledaagse thema’s. onderwerpen zijn
betekenisvol. Ze sluiten aan bij leeftijd en belevingswereld.
2. Gebruikmaking van voorkennis; bieden van veel ruimte voor individuele variaties in kennis
en kunde
3. Situationeel aanbod van engels; de leerlingen leren de nieuwe woorden niet in rijtjes uit het
hoofd, maar ze maken zich de woorden eigen terwijl ze met elkaar communiceren. Dit doen
ze ook met grammatica -> ze oefenen standaardzinnen & uitdrukkingen en geen
grammaticaregels. Veel herhalen om taal te automatiseren.
4. Realistisch taalgebruik; gebruik van native speakers (moedertaalsprekers van het engels) in
luisterfragmenten. Hierbij worden realistische dialogen gebruikt -> levensechte gesprekjes
waarvan het onderwerp en situatie herkenbaar zijn voor de kinderen.
5. Aandacht voor alle vaardigheden; luisteren, kijken, spreken, lezen en schrijven. Schrijven
heeft 2 doelen; het helpt om te onthouden en om met anderen te communiceren.
, 6. Brede ondersteuning door de leraar; stimuleren om veel engels te spreken en daarbij
succeservaringen te bieden.
- Praktische opdrachten laten uitvoeren
- Bieden van variatie in oefening -> zelfredzaamheid is sleutelwoord
- Feedback geven
- Toetsing beperkt
Anderstalige en taalzwakke leerlingen
Anderstalige die geen goed nederlands spreken, lopen niet achter met engels. Engels moet namelijk
in het engels geleerd worden. dit doe je door voorwerpen, gebaren en het visualiseren van de
boodschap. Hierdoor ontwikkelen de meeste een zelfde beginsituatie.
Sommige kinderen zijn al vaker in aanraking geweest met engels en andere kinderen hebben er
moeite mee.
Kinderen waarbij beginsituatie laag is -> langer in de stille periode laten zitten. Dus veel
luisterfragmenten, maar niet zelf laten praten.
Kinderen die al goed engels kunnen -> opdrachten waarmee ze hun engels kunnen consolideren en
verder uitbreiden.
Vakdocent of groepsleerkracht
2 redenen waarom geen vakleerkrachten engels geven;
1. Er is geen opleiding tot leerkracht Eibo.
2. Niet handig om docenten uit de middelbare les te laten geven -> andere aanpak.
Voordelen van een groepsleerkracht;
- Weet hoe je les moet geven, pedagogisch en didactisch
- Buiten de engelse les nog terug komen over wat er behandeld is in de engelse les
- Engels makkelijk bij andere vakken betrekken CLILL
- Je kent de leerlingen, dus je kent het beste uit de leerlingen halen.
Nadeel van een groepsleerkracht;
- Je hebt minder vakdidactische kennis van vakdomein engels
- Minder geoefend met taalvaardigheid dan een vakleerkracht.
Voor nederlanders is engels niet moeilijk om te leren, omdat;
- het verwant is aan elkaar (good- goed) -> hebben dezelfde oorsprong
- komen buiten school in aanmerking met engels -> progamma’s, muziek, films,
reclame, winkels, internet, games.
Lesmateriaal voor Eibo
Lesmaterialen/leergangen/lespakketen -> betere woorden dan methode maar is hetzelfde.
Picture dictionaries = beeldwoordenboeken.
Voor een goed leerrendement bij de leerlingen gebruik je het lesmateriaal kritisch en werk je vanuit
de vakdidactiek en vanuit de kerndoelen.
, Verandering/ontwikkeling in het engelse onderwijs;
voorkennis is steeds groter door het grote aanbod aan engels buiten school
soms bij kleuters wordt engels aangeboden
steeds meer kinderen groeien op in meertalige situaties -> gezinnen waarin meerdere talen
worden gesproken.
Kerndoelen worden regelmatig herzien -> hierdoor lespakketen vernieuwd.
Gebruik van multimedia op school neemt toe -> filmpjes etc. maar ook digitale leraar.
ERK in het talenonderwijs geïmplementeerd. (ERK = Europees Referentiekader voor talen =
niveauomschrijving -> niveaus voor vaardigheden luisteren lezen spreken en schrijven)
het PPON (periodieke peiling van het onderwijsniveau) onderzoekt de kwaliteit van het engels. De
peiling werd gedaan in 1996 en in 2006. De conclusie was uiteindelijk dat er weinig verschil van
kwaliteit gevonden was tussen 1996 en 2006 -> kwaliteit van het engels van de leerkrachten moet
worden verbeterd -> kennisbasis toets engels.
Groei van de vroeg vreemdetalenonderwijs Engels (VVTO)
geen formele engelse lessen, maar activiteiten in het engels.
VVTO is niet verplicht, Eibo wel.
Het VVTO is in korte tijd snel gegroeid. Hier zijn de volgende redenen voor;
1. Logisch gevolg van het succes van tweetalig onderwijs (tto) in het voortgezet onderwijs
2. Ouders kiezen steeds vaker bewust voor een school met vvto.
3. Kwaliteitspuls voor het talenonderwijs in betrokken scholen doordat scholen bewust kiezen
voor dit concept en het hele team op een positieve wijze betrokken is bij de ontwikkeling en
uitvoering.
De scholen geven de volgende redenen aan om voor vvto te kiezen (hebben te maken met het
belang van de kinderen);
- Jonge kinderen leren het engels spelenderwijs
- Het leren van een tweede taal op vroege leeftijd zorgt voor een betere uitspraak
- Vaardigheid om een taal te leren wordt groter als je vroeg start. Dit heeft ook
positieve gevolgen op andere talen, zoals Nederlands.
Ook zijn er tegenstanders van het vvto. Zij hebben de volgende standpunten;
- Kleuters moeten spelen in plaats van engels leren
- Kinderen raken er van in de war, laat ze eerst maar goed Nederlands leren.
Onderzoek naar vvto
De startleeftijd voor vvto?
Groep 1 Hoe eerder, hoe beter, vanuit het oogpunt van
taalverwerving, spontaan en spelenderwijs
Groep 2 Het komt niet vaak voor dat er in deze groep
begonnen wordt met vvto. Hoe eerder hoe beter
geldt hier niet, want dan konden ze al in groep 1
beginnen