Eerste college
- Wat is een sociologisch perspectief: de rol die sociale contexten spelen bij het
vormgeven van gedrag in plaats van zich te concentreren op individuele kenmerken
zoals persoonlijkheid
(het menselijk gedrag wordt uitgelegd met sociale contexten die individuen delen met
elkaar.)
→ wat voor rol spelen sociale contexten (familie, vrienden, school) bij het
verklaren van crimineel gedrag.
1914, Raffaele Garofalo → wat houdt criminologie in? Wat past er wel/niet bij? →
discussie
- Wat is criminologie: een discipline waar criminaliteit centraal staat.
Een toegepaste sociale wetenschap waarin criminologen werken aan het vergaren
van kennis over criminaliteit en de controle daarvan, gebaseerd op empirisch
onderzoek. Dit onderzoek vormt de basis voor het begrijpen, verklaren, voorspellen
en voorkomen van criminaliteit en van criminaliteitsbeleid.
- Definitie: de systematische bestudering van de aard, omvang, oorzaken en controle
van gedrag dat bij de wet verboden is.
- Wat bestudeert criminologie: criminaliteit begrepen/gedefinieerd als schadelijk
gedrag, verschillende typen criminaliteit, kenmerken van typische overtreders en van
slachtoffers, analyse vd mate/frequentie, patronen en kosten van criminaliteit (dark
figure), analyse vd oorzaken van criminaliteit.
Wetenschap verschilt van niet-wetenschap doordat kennis vergaard wordt dmv:
- logisch-samenhangende, theoretisch gegronde, (empirisch) toetsbare
voorspellingen.
- Die worden onderworpen aan empirisch onderzoek (kwantitatief/kwalitatief) en
hertesten.
- Criminologie: het is wetenschappelijk, omdat er sprake is van empirisch onderzoek
en de resultaten leiden tot oplossingen en zijn tot stand gekomen via betrouwbare en
verifieerbare methoden en techniek.
Is criminologie een (autonome) discipline?
- Sterk beïnvloed door sociologie, antropologie, biologie, economie, geografie,
geschiedenis, filosofie etc.
- → elke discipline heeft eigen aannames, definities en
(voorkeurs-)methoden van onderzoek. Criminologie heeft geen unieke,
eigen theorieën of methoden van onderzoek.
- Er is genoeg onafhankelijkheid van de criminologe tov. die disciplines en genoeg
acceptatie van de diversiteit van hun diversiteit om ervoor te zorgen dat criminologie
niet onder die disciplines valt.
- Criminologie is niet interdisciplinair. (geen echte mengelmoes) → er is
weinig sprake van echte integratie.
, - Criminologie is meer multidisciplinair: verschillende disciplinaire brillen.
(alle ingrediënten apart eten → niet een eigen bril, gebruikt meerdere
disciplines)
Wat is criminaliteit:
- Wettelijke definitie (Tappan, 1947): schending vd stafwet, alleen datgene wat
strafbaar is. (rechter heeft zijn/haar schuld vastgesteld.) → beperkt, want:
→ Strafwet omvat niet alle soorten criminaliteit. (sluit
witteboordencriminaliteit uit)
→ Houdt geen rekening met culturele & historische context wetgeving.
(plaats- en tijdgebonden)
→ houdt geen rekening met wie wetgeving bepaalt (machtsverschillen?)
- Consensus-benadering (Emile durkheim): biedt oplossing voor kritieke variaties in
wetgeving. Reflectie ideeën vd samenleving als geheel. Binding is oa. religie, traditie
en gelijke wereldbeelden.
Criminaliteit: gedragingen die de collectieve moraal shockeren en leiden
tot intense moreel verontwaardiging onder het collectief. → Kritiek:
→ consensus is afhankelijk van de sociale en historische context.
→ om wiens moraliteit en wiens morele verontwaardiging gaat het dan
precies?
- Conflict-benadering: mensen verschillen → samenleving bestaat uit
verschillende groepen met verschillende belangen, die in conflict zijn met
elkaar. Machtige groepen bepalen definitie van criminaliteit. (eigen
belangen) → machtelozen lijden hieronder.
→ Marxistische/kritische conflict-benadering: macht wordt bepaald door
rijkdom/klasse. (bedreiging rijken → criminaliteit)
→ Pluralistische conflict-benadering: groepen/macht bepaald door oa.
religie, etniciteit, gender etc. → groepen willen dominantie en zetten
daarbij wetgeving in)
- Integratieve benaderingen: pyramide/prisma criminaliteit:
- Pyramide van criminaliteit (Hagan, 1985): continue variabele, overtredingen regels
variëren in ernst. Wordt bepaalt door: agreement about the norm- in welke mate is er
overeenstemming over of het gedrag goud/fout is., severity of the societal response -
hoe sterk is de reactie vd samenleving?, evaluation of social harm - hoe schadelijk is
het gedrag (en voor wie). Kritiek: geen aandacht voor public awareness, geen
aandacht voor aantal slachtoffers, waarschijnlijkheid van reacties van de
samenleving.
- Prisma van criminaliteit:
Bovenste deel: zeer zichtbare criminaliteit, directe schade, powerless.
Onderste deel: meer onzichtbare criminaliteit, powerful, schade indirect.
Hoorcollege 2: Aard en omvang criminaliteit & onveiligheid.
Welke bronnen voorhanden over aard en omvang criminaliteit:
- Slachtofferenquêtes: delicten in een bepaalde periode → specifieke
slachtoffer- en delict categorieën. (ervaren slachtofferschap → kenmerken
slachtoffer)
, → geen informatie over slachtofferloze delicten (fraude, witwassen,
milieuvervuiling - crimes of the powerful), geen informatie over delicten in
het bedrijfsleven, representativiteit is een aandachtspunt, vraag of
slachtoffers zich de delicten goed herinneren en binnen welke termijnen.
- Politiecijfers: geregistreerde criminaliteit (wapenmisdrijven, drugsmisdrijven,
verkeersmisdrijven, gewelds- en seksuele misdrijven, vernielingen en
vermogensmisdrijven)
→ beperkingen: misdrijven uit Wetboek van Strafrecht, Aangiftebereidheid
is laag, prioriteiten politie/beleid, verschil per type criminaliteit,
verschillende manieren van registreren → onbetrouwbaar
- Zelfrapportages daders/ self report studies: onderzoek onder plegers van delicten
(onder jongeren)
Voordeel: zicht op verborgen criminaliteit/ geen dark number, vooral op
slachtofferloze delicten, geeft ook beeld van andere daders dan in statistieken van
politie.
Beperkingen: kunnen de daders zich de delicten goed herinneren en zijn zij bereid
eerlijke informatie te geven, non respons (probleem van representativiteit en geen
bereik onder specifieke groepen), alleen kleinere, maar veel voorkomende
criminaliteit.
- Gerechtelijke statistieken. → Ophelderingspercentage is laag, omdat: inzet
van de politie op delicten, selectiviteit, lage pakkans op bepaalde delicten
Vier delictsoorten binnen cybercrime:
- Identiteitsfraude: gebruik zonder toestemming van persoonsgegevens voor financieel
gewin (skimmen, phishing en pharming)
- Koop- en verkoopfraude: het (ver)kopen van goederen of diensten zonder die te
leveren of te betalen.
- Hacken: het ongeoorloofd binnendringen op iemand computer.
- Pesten via het internet/cyberpesten (laster, chantage, stalken, bedreiging)
Overtredingen zijn relatief lichte feiten, misdrijven zijn ernstige feiten
Kernactoren strafrechtsysteem:
- Nationale politie: zorgen voor de handhaving van de rechtsorde en noodhulp.
- Openbare ministerie: opsporing en vervolging van strafbare feiten.
- De rechtspraak: de berechting
Andere instellingen in strafrechtsysteem:
- Reclassering
- Raad voor de Kinderbescherming
- Raad voor Rechtsbijstand
- Nederlands Forensisch instituut
- Slachtofferhulp Nederland
Klassenjustitite:de systematische benadeling van verdachten met geringe economische
hulpbronnen, inclusief allochtonen, in alle onderdelen van de strafrechtketen.
- De systematische benadeling van (potentiële) verdachten met geringe sociaal
economische hulpbronnen, inclusief personen met migratieachtergrond.
, - In onderdelen van de strafrechtsketen: wetgeving, opsporing, vervolging en
berechting.
- Selectiviteit: het verschijnsel dat systematisch factoren bepalen welke natuurlijke of
rechtspersonen uit het totaal van wetsovertreders in aanraking komen met de politie
en/of justitie
Bij toepassing van het strafrecht zijn er drie
verschillende vormen van selectiviteit:
- Selectiviteit door capaciteitsgebrek: politie en
justitie kunnen alle zaken niet optimaal
behandelen, daardoor blijven kleinere zaken
liggen.
- Selectiviteit door regionale verschillen: grote
verschillen in het gevoerde beleid in opsporing,
vervolging en berechting.
- Persoonsgerichte selectiviteit: anders afdoen
van gelijke zaken vanwege bepaalde
groepskenmerken: rechterlijke/politiële
discriminatie of klassenjustitie.
→ Selectiviteit optreden politie (profilering):
verdenking gaat eerder uit naar personen uit
lagere sociale milieus. Allochtonen hebben
grotere kans om verdacht te worden van een
misdrijf.
→ Selectiviteit OM en rechter: allochtonen en
mannen worden
zwaarder gestraft
voor dezelfde
delicten.
Selectiviteit in het optreden van de politie:
- politie werkt met beelden van risicovolle burgers en plaatsen (risicoprofielen en
proactief optreden, controles binnen bepaalde gebieden)
- Verdenking gaat eerder uit naar personen uit met een afwijkend uiterlijk en gedrag.
- Bewust of onbewust gebruik van (negatieve) stereotyperingen/vooroordelen/institutie.