Aan het werk
Re-integratie werklozen/werkzoekenden
hoofdstuk 1, 2
Hoofdstuk 1
Trajectbegeleider bestaat omdat er mensen zijn die niet op eigen kracht in staat
zijn een plaats op de arbeidsmarkt te verwerven. Als consulent help je mensen
aan een baan, na vaak een moeilijke periode van werkloosheid. De beste kansen
op werk geeft een traject dat goed aansluit op de persoon. Het op zetten van het
passend traject vanuit de werkzoekende is de puzzel.
SUCCES ontstaat als consulent en werkzoekende:
Samen invulling geven aan trajecten
Uitzoeken van problemen en oplossingen
Concentreren op werk en werken
Creëren van mogelijkheden
Ervaren en leren door doen
Structureren van lijnen naar de arbeidsmarkt
Grondslagen voor demotivatie:
Angst (om te falen)
Conflicterende belangen (bv loslaten zorgtaken)
Teleurstelling (na eerdere negatieve ervaringen)
Gebrek aan zelfvertrouwen
Verschillende benaderingen over motivatie:
1. Sociaal psychologische benadering
Maslow: behoeftehiërarchie. Pas na bevrediging van lagere behoeften,
streeft een mens naar bevrediging hogere behoeften.
Fishbein-model: individueel gedrag verklaren en voorspellen a.d.h.v
attitudegedragsmodel: mensen zijn rationeel en zullen altijd kosten en
baten van gedragsalternatieven tegen elkaar afwegen en op basis daarvan
beslissingen nemen (als je in een uitkeringsbuurt woont is het normaal om
geen werk te hebben, dan ga je ook niet op zoek).
2. Economische benadering:
Financiële prikkel is de belangrijkste factor bij zoeken naar werk. Hoe
groter de inkomensachteruitgang hoe meer inspanning. Hoe groter het gat
tussen uitkering en reservatieloon (het loon wat je graag zou willen
hebben), hoe groter de inspanning.
expectancy valencetheorie: de sterkte van motivatie voor een handeling hangt af
van 3 factoren:
o Verwachting (de mate waarin de inspanning tot een prestatie zal
leiden).
o Instrumentaliteit (de mate waarin de prestatie beloond zal worden)
o Valentie (de waarde die aan de beloning wordt gehecht).
Motivatie = verwachting x instrumentaliteit x valentie
Jobsearchtheorie: bechrijft welke factoren bepalend zijn voor de zoektijd van een
werkloze
Individuele werkloosheidduur van werklozen:
Kosten-baten afweging (rationeel)
Accepteren of verder zoeken
,Bepalende factoren
Hoogte sociale uitkering (is deze laag, dan doe je meer om financieel beter
te worden)
Reservatieloon
Hoe kleiner het verschil (uitkering x reservatieloon) hoe aantrekkelijker om de
baanloze situatie te handhaven
3. Institutionele benadering
Door sociale zekerheid worden mensen gedemotiveerd om te gaan werken.
Dwingende wet en regelgeving ontmoedigend
Uitkeringsgerechtigde afhankelijk van ambtelijke apparaat
Sancties schijnbaar gemotiveerd (schijnmotivatie)
Door the weer gaan werken worden inkomensgerelateerde subsidies minder
Geen/nauwelijks financieel, dus dan beter in deze positie
4. Medische benadering
Als de belasting groter is als de belastbaarheid willen mensen niet werken.
Mensen zijn gemotiveerd om te werken tenzij er teveel fysieke psychische
gevolgen optreden
Doorgaan met werken wordt bepaald door motivatie:
Ziektewinst: sociaal voordeel. Vrijstelling van veel verplichtingen, minder
inspanningen, meer aandacht.
Ziekteverlies: isolement, depressie. Minder inkomen, kosten genezing,
sociale status veranderd
5. De benadering van de arbeidsmarkt
Om achter te komen wat mensen drijft om zich in te spannen om werk te
vinden en behouden
moet je gerichte vragen stellen over arbeidsoriëntatie (arbeid wordt als
positief of negatief ervaren), concessiebereidheid (wat wil ik ervoor opofferen
om weer te gaan werken), financiële offerbereidheid (wil iemand inkomen
inleveren voor een nieuwe baan: minder betaald worden).
Workvalues (werkwaarden): worden door 2 elementen beïnvloed. Affiniteiten:
bevrediging of bedreiging die iemand in een beroep heeft ervaren. Outcomes:
opbrengsten die iemand heeft ervaren.
Financiële zekerheid
Structurering van het dagelijks leven
Waardering en erkenning
Opdoen van kennis en ervaring
Contacten met anderen
Nuttig zijn
Zelfontplooiing
Status, aanzien, identiteit.
Hoofdstuk 2
UWV: werknemersverzekeringen (WW, WIA, ZW) uitbetalen premies
UWV WERKbedrijf: (werk.nl, arbeidsbemiddeling) helpen bij bemiddeling naar
werk.
Sociale verzekeringsbank: volksverzekeringen (AOW, ANW, AKW)
Gemeenten: sociale voorzieningen (WWB, IOAW, WSW)
, Wet SUWI: wet structuur uitvoering werk en inkomen. Sociale zekerheid
overzichtelijker, klantvriendelijker, effectiever en efficiënter maken.
Alles rondom werk en inkomen
Vergroten arbeidsparticipatie inactieve beroepsbevolking. Arbeid ipv een
uitkering.
Onderscheid in publieke en private taken. Publiek (overheid): inning
premies, verstrekken uitkeringen. Private taken (rib): alle taken gericht op
voorkomen arbeidsuitval, re-integratie
UWV doet hier in de wekrnemersverzekeringen (WW, WIA< WAO, ziektewet,
Toeslagenwet etc).
UWVwerk bedrijf doet voormalige taken van CWI: registratie vacatures,
uitkeringsintake, vaststellen afstand tot arbeidsmarkt, bemiddeling naar werk,
etc.
Sociale Verzekeringsbank (SVB) doet volksverzekeringen: AOW, ANW, AKW.
Toezicht op deze doet IWI (inspectie werk en inkomen.
Herkomst van werkzoekenden (wat is hun verleden):
1. Ontslagwerklozen (mensen met WW uitkering)
a. Mensen die werkloos worden moeten zich melden bij UWV
Werkbedrijf (werkcoaches)
b. E-coaching, werkmap (zijn ondersteunende factoren om te helpen
met werk zoeken)
2. Mensen met een structurele functionele beperking (mensen met WIA
uitkering: arbeidsgehandicapten)
a. Arbeidsongeschikte werknemers
b. WIA (geen passende arbeid na 2 jaar)
c. UWV verantwoordelijk voor re-integratie
3. Bijstandsgerechtigden (mensen met WWB uitkering) Wet Werk en Bijstand
a. Gemeente verantwoordelijk voor uitkering en de re-integratie
b. Uitbesteding aan re integratiebedrijven.
Hoofdstuk 3
Persoonsverkenner WW: kans op werkhervatting binnen één jaar. Voor mensen
die 3 maanden een WW uitkering en kijken of zij op de goede weg zitten of niet.
Factoren waar je naar kijkt wanneer werkhervatting makkelijk/moeilijk is
Leeftijd
Gewerkte jaren in laatste functie
Problemen met nederlandse taal
Visie terugkeer op werk (+)
Zich te ziek voelen om te werken
Actief zoek gedrag (+)
Werkzoekintentie (+)
Externe variabele attributie (ben je zelf verantwoordelijk of heb je gewoon
geluk?)
Algemeen werkvermogen (+)
Psychische werkvermogen (+)
Lichamelijk werkvermogen (+)