Dit is een samenvatting van de colleges en deels van het boek van de cursus Methoden van Onderzoek uit bachelorjaar 1 van de opleiding Psychologie. De samenvatting is deels Engels en deels Nederlands. Ik heb met enkel het leren van deze samenvatting een 9,5 gehaald voor het tentamen & jij kan dat o...
Engels: boek
Nederlands: college
Week 1
Psychologie
Wetenschap die zich bezighoudt met het verwerven van kennis over het menselijk gedrag
Veel mensen beantwoorden vragen aan de hand van intuïtie of autoriteit
Wetenschappelijke benadering
Empirisme
- Kennis is gebaseerd op dingen die je kunt zien
- Data als basis voor conclusies
Rationalisme: gebruik van ratio
- Inductie: van data naar theorie
- Deductie: op basis van theorie voorspellingen maken over nieuwe data
- Falsifieerbaarheid: voorspelling doen die als het onwaar is aantoonbaar is
- Het vriest of het dooit → is niet aantoonbaar onwaar
Openheid
- Publicatie resultaten (met gestandaardiseerde beschrijving van methoden van onderzoek en resultaten)
- Evalueren
- Repliceren
- Aanvullen
Peer-review
- Andere onderzoekers beoordelen of een artikel goed genoeg is voor publicatie → garantie van
betere publicaties
Ethiek: niet alles mag!
Methodenleer
Welke conclusies mag je trekken uit de gegevens, gezien de manier waarop de data zijn verzameld?
→ voordelen leren over methoden:
1. Zelf kunnen doen van onderzoek
2. Kunnen evalueren van onderzoek door anderen
3. Kritisch leren denken
Verloop van empirisch onderzoek
1. Beginfase: maak de onderzoeksvraag duidelijk
2. Ontwerpfase: hoe ontwerp je bijpassende studie
- Onderzoeksdesign kiezen
- Deelnemers kiezen
- Hoe ga je data verzamelen?
3. Onderzoeksfase: uitvoering onderzoek
4. Analysefase: statistiek
5. Presentatiefase: openbaar maken
Keuzes maken tijdens elke fase → ethiek is belangrijk
Variabelen
Kenmerk van een persoon of object dat kan variëren
- Heeft altijd 2 of meer waarden (niveaus of levels)
- kwalitatief (in woorden) of kwantitatief (in getallen)
,Kwantitatieve variabelen
Waarden geven hoeveelheid aan
- Continu: kan alle waarden aannemen (lengte, gewicht)
- Discreet: kan alleen hele getallen zijn (aantal mensen)
Kwalitatieve variabelen
Waarden staan voor categorieën puur ter onderscheid
- Bij geslacht: man = 0 en vrouw = 1
- Ook wel categorische of nominale variabelen genoemd
- Belangrijk om altijd niveaus aan te geven
- Koffie = fout → Koffie (ja/nee) = goed
Operationaliseren
Abstract concept meetbaar maken door niet-abstracte en observeerbare fenomenen, indicatoren, te
selecteren die het abstracte concept representeren
Causaal verband
Oorzaak-gevolg relatie waarbij variabele 1 heeft op variabele 2
- Onafhankelijke variabele = vermoedelijke oorzaak (X)
- Afhankelijke variabele = vermoedelijk gevolg (Y)
Causaal verband vaststellen:
1. Covariatie oorzaak en gevolg: oorzaak en gevolg moeten samenhangen
2. Temporal precedence: oorzaak moet voorafgaan aan gevolg
3. Eliminatie alternatieve verklaringen: er mag niets anders verantwoordelijk zijn voor
geobserveerde samenhang
Kan alleen worden aangetoond met zuiver experiment:
- Valt onder experimenteel onderzoek
- Mag concluderen dat er causaal verband bestaat: conditie → meting
1. Randomisatie van groepen = deelnemers worden per toeval ingedeeld
2. Manipulatie van onafhankelijke variabele = creëer verschil tussen groepen
3. Eliminatie potentieel storende variabelen = onder controle houden van potentiële storende
variabelen door die bijv constant te houden
Experimenteel onderzoek
Onderzoek waarbij de onafhankelijke variabele is gemanipuleerd
- Onderzoek verschil tussen zelf-gecreëerde groepen
Niet-experimenteel onderzoek
Onderzoek waarbij onafhankelijke variabele niet is gemanipuleerd, maar slechts is gemeten
- Onderzoek verschil tussen bestaande groepen (geslacht, persoonlijkheid, leeftijd)
- Je hebt onafhankelijke (X) en afhankelijke (Y) variabelen
- Storende variabele Z die verschil tussen groepen verklaart
- Geen zuiver experiment → altijd alternatieve verklaringen
- Bedoeld causale verband: X → Y
- Omgekeerd verband: Y → X
- Storende variabele: Z → X en Z → Y
Manipulatie
Beïnvloeding van onafhankelijke variabele door de onderzoeker
2
, Alternatieve verklaringen
- moet plausibel zijn
- moet concreet zijn → wat is de storende variabele?
- moet overeenstemmen met bekende feiten / niet in strijd zijn met feiten
- moet geen variant zijn van causaal verband
- Intermediërende variabele: X → I → Y
Storende variabele
1. heeft invloed op afhankelijke variabele
2. gaat samen met onafhankelijke variabele (de condities) maar is er geen gevolg van
- dan geldt namelijk X → Z → Y = intermediërend en niet storend
When relying on intuition you accept unquestioningly what your own judgement or a single story
(anecdote) about one person’s experience tells you
- Problem: numerous cognitive and motivational biases affect our perceptions → may lead to
erroneous conclusions about cause and effect
Illusory correlation
Cognitive bias that occurs when we focus on 2 events that stand out and occur together
- likely to occur when we are highly motivated to believe in the causal relationship
Authority
The notion that one can accept on faith the statements of any authority
Scientific skepticism
Ideas must be evaluated on the basis of careful logic and results from scientific investigations
Empiricism
The idea that knowledge comes from observations. Characteristics of scientific inquiry:
- Data play a central role
- knowledge is primarily based on observations
- Scientists are not alone
- observations are reported to other scientists and the public
- Science is adversarial
- ideas do battle with other ideas in order to move closer to the truth
- falsifiability
- Scientific evidence is peer reviewed
Pseudoscience
The use of seemingly scientific terms and demonstrations to support claims that have no basis in
scientific research. How to recognize these claims:
1. claim is untestable → cannot be refuted
2. claim relies on imprecise, biased or vague language
3. evidence based on anecdotes and testimonials
4. evidence from ‘experts’ with vague qualifications and don’t support claims with scientific evidence
5. claims based on confirmatory evidence → ignoring conflicting evidence
6. methods used to establish ‘scientific’ evidence are not described
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper PsychologieRadboud. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.