Periode C
MLS Theorie
, Les 1: Algemene introductie, veilig gedrag PP
Algemene introductie veiligheid op het biomedisch laboratorium
Veiligheidsrisico’s:
- Chemisch
- Biologisch
- Apparatuur
- Glaswerk
- Straling alleen met certificaat
- Gascilinders
- Fysieke belasting
Fysieke belasting
Elke handeling in het laboratorium brengt een zekere fysieke belasting met zich mee. Ons lichaam
kan best veel hebben, maar wordt de belasting groter dan we aankunnen, dan ontstaan er
problemen.
Inschatten van risico’s
Een verkeerde belasting van het lichaam kan leiden tot het ontstaan van klachten, zoals Repetitive
Strain Injury (RSI) en pijn aan schouders, nek, armen en polsen. RSI is een verzamelnaam voor
klachten in de bovenrug, nek- en schoudergebied, armen, ellebogen, polsen, handen en vingers.
Veiligheid = het bewust nemen aan aanvaardbare risico’s
Risico = kans x effect
de kans dat een gebeurtenis plaatsvindt maal de ernst van die gebeurtenis. (De ernst kan
bijvoorbeeld in euro’s uitgezet worden).
Hoe kan je risico’s verminderen?
Wetgeving (ARBO wet)
1. Veiligheidsmaatregelen
2. Arbeid hygiënische strategie
- Bronmaatregelen
werkgever moet eerst oorzaak van het probleem wegnemen (schadelijke stof vervangen door
een veiliger alternatief)
- Collectieve maatregelen
als bronmaatregelen niet kunnen, de werkgeven neemt collectieve maatregelen om risico’s
te verminderen (het plaatsen van afscherming of afzuiginstallatie)
- Individuele maatregelen
als collectieve maatregelen niet kunnen/voldoen, de werkgeven neemt individuele
maatregelen (het werk zo organiseren dat werknemers minder risico lopen)
- Persoonlijke beschermingsmiddelen
als laatste maatregel moet de werkgeven gratis persoonlijke beschermingsmiddelen
verstrekken (oorbeschermers en lasbrillen)
1
, 3. Risico inventarisatie en evaluatie
Interne regelgeving
- Veiligheidsregels ILC
- Melding incidenten/ongelukken
Gedrag en bewustzijn
- Voorbereiding werk veiligheidsaspecten
- Nauwgezetheid
- Kritische houding/nadenken
Preventieve maatregelen
is belangrijk. Er moet goed georganiseerd zijn. Technisch moeten de risicobronnen weggenomen
worden, de risicobron moet geïsoleerd of ingekapseld zijn, er moet venitaltie zijn, er moet een
scheiding zijn tussen mens en risicobron en er moeten persoonlijke beschermingsmiddelen zijn.
Veilig gedrag
Natuurlijk gedrag, Instinctief gedrag op basis van overlevingsinstinct, pijn, kudde instinct, efficiëntie,
onbewust. Door verzamelde leerervaring, voornamelijk geautomatiseerd gedrag, onbewustheid en
verandering van gedrag moeilijker dan direct goed aanleren wordt de oplettendheid anders. Ook
door omstandigheden kan je oplettendheid aangepast worden. Alle prikkels die er zijn door de
werksfeer, gedrag van anderen en training.
Bewust gedrag speelt vaak een kleine rol, het is wel belangrijk bij leerervaringen en onverwachte
omstandigheden. Bewust met veilig gedrag bezig zijn vergt continue aandacht.
- Menselijk gedrag
- Veilig werkgedrag – Brain based safety model
- Incidentel onderzoek
Vorming van veilig gedrag
- Verzamelde leerervaringen
- Voornamelijk geautomatiseerd gedrag
- Onbewust
- Verandering van gedrag is moeilijker dan direct goed aanleren
Veiligheidsmanagement
Veilig gedrag ontstaat door oefenen onbewust gedrag
- Veilig gedrag ontstaat door oefenen, wordt op termijn onbewust gedrag
- Manage omstandigheden, fysieke omstandigheden, werkdruk, cultuur op werkvloer
- Regelgeving is niet voldoende
- Bewust met veiligheid bezig zijn = voorbereiding
Onveilig gedrag, er zijn meer incidenten door:
- Gebrek aan competentie (begin
- Effect van gewenning (later)
Minder incidenten door:
- Onbekendheid, bewuster en hogere paraatheid
2