Goederenrecht Verbintenissenrecht
= rechtsverhoudingen =rechtsverhoudingen
tussen personen en tussen personen
goederen. onderling
Goederen art 3:1 BW
Zaken Vermogensrechten
art 3:2 BW art 3:6 BW
= voor menselijke op geld
beheersing vatbare waardeerbare
stoffelijk objecten rechten
= overdraagbaar of
strekken ertoe om
voordeel te
verschaffen of
Onroerende zaken
(registergoederen)
verkregen recht in
Roerende zaken (niet-
registergoederen) ruil voor stoffelijk
art 3:3 lid 1 BW
art 3:3 lid 2
voordeel.
Grond, beplantingen,
gebouwen en werken.
- Overdraagbaar= een recht dat overdraagbaar is, je kan het doorgeven; eigendomsrecht (ik
verkoop mijn telefoon).
, - Strekken ertoe om voordeel te verschaffen= een rechthebbende krijgt ergens voordeel van;
je hebt een appelboom in de tuin staan en daardoor heb jij het voordeel om die appels te
plukken.
- Verkregen recht in ruil voor stoffelijk voordeel= jij doet iets en in ruil daarvoor wordt jij
beloont (ik pas op mijn nichtjes en in ruil daarvoor krijg ik 10 euro per uur).
Onroerende en roerende zaken (art 3:3 BW)
Onroerende zaken ➡ lid 1; rijtje staat hier opgesomd (laatste opsomming; je hebt een school
dat is een onroerend goed, als iemand een zendmast plaatst wordt dit ook een onroerend
goed omdat dit dan verenigd wordt).
- Duurzaam= langdurig iets.
Roerende zaken ➡ lid 2; alle zaken die niet onroerend zijn (meestal zijn deze verplaatsbaar)
Registergoederen Niet- registergoederen
Voor overdracht of vestiging vereist: inschrijving Geen inschrijving openbare registers vereist.
in de openbare registers(art 3:10 jo 3:16 BW)
Bijna alle onroerende zaken en: Bijna alle roerende zake; laptop, boek, auto.
- Grote schepen; art 8:199/ 790 BW.
- Luchtvaartuigen; art 5 Luchtvaartwet.
Portacabin- criteria (om te kijken of het
een onroerend goed is):
1. Naar aard en inrichting bestemd om
duurzaam ter plaatse te blijven en
2. Naar kennelijke bedoeling van de
bouwer ten opzichte van derden.
Verkrijging door verjaring na 10 jaar; art 3:99 Verkrijging door verjaring na 3 jaar; art 3:99
BW. BW.
- Gelden tegenover iedereen (zowel bij zaken als bij vermogensrechten).
- Het is belangrijk om te weten of een recht een absoluut recht is, want dat recht kan je
tegenover iedereen uitoefenen.
Eigendom van een huis.
Relatieve vermogensrechten (verbintenissenrecht):
- Gelden alleen ten aanzien van een of meer bepaalde personen.
Het recht op betaling bij een koopovereenkomst.
, Absolute vermogensrechten
1e onderscheid= op zaken of op goederen (zaken of vermogensrechten)
Volledige rechten Beperkte rechten (art 3:8 BW)
Eigendomsrecht op een zaak (dit is het enige Op zaak:
absolute recht; art 5:1) - Erfdienstbaarheid (5:70).
- Erfpacht (5:85).
- Opstal (5:101).
- Appartement (5:106)
Volledige rechten op vermogensrechten: Op zaak of recht (dus een goed , want zaak en
- Recht op voortbrengselen Van de vermogensrechten zijn samen goederen):
menselijke geest (auteursrechten etc). - Vruchtgebruik (3:201).
- Vorderingsrecht. - Pand (3:227).
- Hypotheek (3:227).
2e onderscheid= genotsgoederen of zekerheidsgoederen
Genotsgoederen= geven het recht op het gebruik/genot van een goed.
- Vruchtgebruik (kan zowel op een zaak als op een vermogensrecht; de rest van de
genotgoederen kan allen op een zaak).
- Erfdienstbaarheid.
- Erfpacht.
- Opstal.
- Appartementsrecht.
Zekerheidsrechten= geven het recht om met voorrang op andere schuldeisers een vordering
te verhalen op een goed; het kan op zowel zaken als op vermogensrechten worden
gevestigd.
- Pand.
- Hypotheek.
Bestanddelen van een hoofdzaak (art 3:4 BW)
Lid 1: volgens verkeersopvattingen onderdeel van de zaak.
Lid 2: afscheiding niet mogelijk zonder dat schade van betekenis wordt toegebracht aan minimaal
een van de onderdelen (als je het van elkaar afscheidt, ontstaat er schade).
Eerste lid= maatschappelijk criterium toetsen,
Pas als daaraan niet is voldaan ➡
Tweede lid toetsen = fysieke criterium.
De eigenaar van een zaak is in beginsel eigenaar van alle bestanddelen van die zaak (een gemeente
heeft een brug er wordt een kunstwerk opgemaakt en iemand wilt deze kunstwerk kopen. Dit moet hij
kopen bij de gemeente omdat het kunstwerk nu van de gemeente is. Het kunstwerk is onderdeel
geworden van de brug en hiermee is de gemeente eigenaar geworden van alle bestanddelen van de
zaak; art 5:3 BW).
Bestanddeel + hoofdzaak = 1 geheel.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 20147449. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.