Samenvatting over de 4 vwo en examenstof: evolutie en populatiegenetica. De samenvatting bevat uitgewerkte begrippen en stappenplannen.
Hij bevat de paragrafen:
-8.1 Oorsprong van het leven (SE)
-8.2 Ontstaan van nieuwe soorten (CE)
-8.3 Een populatie vol allelen (CE)
-8.4 Het verhaal va...
Hoofdstuk 8: Evolutie
§1: Oorsprong van het leven
Ideeën over het ontstaan van het leven:
- scheppingsverhaal → God schiep de mens en planten- en diersoorten
in 6 dagen (voornamelijk Christelijk); creationisme
- catastrofetheorie → door natuurrampen verdwenen alle levende
organismen uit het getroffen gebied en door een nieuwe schepping
ontstonden nieuwe soorten (Cuvier → onderzocht fossielen)
- evolutietheorie → het ontstaan, veranderen en/of verdwijnen van
soorten
- Lamarck: organismen verwerven tijdens hun leven nieuwe
eigenschappen als aanpassing aan hun omgeving en geven deze door
- Darwin: de leefomgeving oefent een selectiedruk uit op de
overlevingskansen van alle individuen
Neodarwinistische theorie → theorie over het ontstaan van de soorten,
gecombineerd met erfelijkheidsleer en populatiegenetica
- diversiteit in genotypen (door mutaties en recombinatie) verhoogt
overlevingskans van de soort
- natuurlijke selectie: in een populatie overleven individuen met
gunstig genotype makkelijker → planten zich meer voort → geven
eigenschap door
- soortvorming door reproductieve isolatie: als er gedurende langere tijd geen
voortplanting tussen individuen van verschillende populaties is
§2: Ontstaan van nieuwe soorten
Natuurlijke selectie → organismen die beter in hun omgeving passen,
hebben meer kans om te overleven en voor nakomelingen te zorgen dan
minder goed aangepaste organismen
- struggle for life → het gevecht met soortgenoten om als individu te
overleven
- survival of the fittest → door selectiedruk overleven die individuen die het
best zijn aangepast aan de omgeving en krijgen de meeste nakomelingen
Hoe de populatiesamenstelling verandert door natuurlijke selectie:
Gunstige eigenschappen → meer overlevingskans → meer nakomelingen
→ deze eigenschappen worden meer doorgegeven → komen relatief meer
voor
Voor het ontstaan van een nieuwe soort is reproductieve isolatie nodig:
Allopatrische soortvorming: een (natuurlijke) barrière splitst een populatie
in 2 groepen → mutaties in beide groepen → eigenschappen veranderen →
uit 1 soort zijn 2 soorten ontstaan (geen vruchtbare nakomelingen meer)
, Sympatrische soortvorming → soortvorming door seksuele selectie:
paringspartner wordt niet willekeurig gekozen, maar op specifieke eigenschappen
van zowel het vrouwtje als het mannetje
Kunstmatige selectie → het fokken van dieren of kweken van planten met
gewenste eigenschappen
§3: Een populatie vol allelen
Populatiegenetica → bestudeert de genetische samenstelling van
populaties
- door mutaties ontstaan nieuwe allelen; indien succesvol, verandert de
allelfrequentie van de allelen voor deze eigenschap
Genotypefrequentie → frequentie waarin de genotypen in een populatie
voorkomen
- aantallen fenotypen delen door het totale aantal personen (<1)
Allelfrequentie → de frequentie waarin allelen in een populatie voorkomen
(1 gen = 2 allelen); wordt beïnvloed door:
- genenpool → erfelijke samenstelling van de populatie
- gene flow → migratie van allelen van de ene naar een andere
populatie
Hardy Weinberg → om frequentieverdeling van genotypen (2 allelen) en
allelen (variant van een gen) te berekenen in een populatie
- voorspellen hoe de volgende generatie eruit komt te zien
- berekenen hoeveel homo/heterozygoten voorkomen in de populatie
Zonder beïnvloedende factoren blijven allel- en genotypefrequenties in een populatie
gelijk, voorwaarden:
- grote populatie
- willekeurige paring
- geen mutaties (micro-evolutie of co-evolutie)
- geen natuurlijke selectie (struggle for life + survival of the fittest)
- geen migratie
Hardy-Weinberg-evenwicht → als een populatie aan deze voorwaarden
voldoet
- allelfrequentie voor hele populatie: p + q =1
- p → allelfrequentie van het dominante allel
- q → allelfrequentie van het recessieve allel
- genotypefrequentie: p² + 2pq + p² = 1 (makkelijker, AA+ 2Aa + aa = 1)
- p2 → genotypefrequentie van de dominante homozygoot
- 2pq → genotypefrequentie van de heterozygoot
- q2 → genotypefrequentie van de recessieve homozygoot
Genetic drift → een verandering in de samenstelling van de genenpool
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper iemer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.