Leerdoelen
gedragswetenschappen 2.1
Inhoudsopgave
Leerdoelen week 1; Inleiding in de sociologie: wat is sociologie en aspecten van interactie............................3
Verwoorden op welke twee samenhangende vragen de sociologie antwoord probeert te geven......................3
De wetenschappelijke benadering van de sociologie beschrijven en benoemen wat de relevantie van de
sociologie is voor verpleegkundigen.....................................................................................................................3
De volgende begrippen sociologisch duiden: interactie, identiteit, collectieve definitie van de situatie, en
referentiekader.....................................................................................................................................................4
De gevolgen beschrijven van etiketterings- en stigmatiseringsprocessen...........................................................5
Leerdoelen week 2: cultuur, socialisatie, structuur en stratificatie..................................................................6
Het fenomeen ‘cultuur’ beschrijven en de hiermee samenhangende begrippen waarden, normen, afwijkend
gedrag en [vraagstukken m.b.t. de] multiculturele samenleving........................................................................6
Omschrijven wat verstaan wordt onder institutionalisering in relatie tot de roltheorie en de
socialisatietheorie.................................................................................................................................................7
De betekenis van groeperingen en netwerken benoemen...................................................................................8
[De veranderingen in] afhankelijkheidsverhoudingen in de Nederlandse samenleving beschrijven...................9
De vier vormen van ‘invloed’ omschrijven..........................................................................................................10
Uitleggen wat onder sociale mobiliteit en sociale ongelijkheid wordt verstaan...............................................12
Leerdoelen week 3; Maatschappelijke ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving................................13
De vijf belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen beschrijven t.a.v. de wijze waarop mensen zich tot
elkaar verhouden [afhankelijkheidsverhoudingen]............................................................................................13
Het proces van informalisering omschrijven m.b.t. de wijze waarop mensen met elkaar interacteren............15
Aangeven hoe normen en waarden zijn veranderd en hoe deze verandering zich verhoudt tot de
multiculturele samenleving................................................................................................................................15
Leerdoelen week 4; zelfmanagement en mantelzorg....................................................................................17
Het begrip zelfmanagement omschrijven en onderscheid maken in de begrippen zelfredzaamheid, zelfregie,
empowerment en de verbinding leggen met het ICF model..............................................................................17
De 3 verschillende manieren om gezondheid te definiëren benoemen en weet welke factoren van invloed zijn
op hoe mensen met ziekte en gezondheid omgaan benoemen welke waarden verbonden zijn met
zelfmanagement.................................................................................................................................................18
Zelfmanagement in de maatschappelijke context plaatsen op micro-, meso- en macroniveau.......................18
Het begrip mantelzorg definiëren......................................................................................................................19
De gevolgen van het geven en ontvangen van mantelzorg beschrijven............................................................19
De waarden van waaruit mantelzorg wordt gegeven omschrijven en heeft zicht op de verschillende groepen
die mantelzorg verlenen.....................................................................................................................................20
Mantelzorg in de maatschappelijke context plaatsen op micro-, meso- en macroniveau................................20
,Lesweek 5; Professionele zorg in sociologisch perspectief: van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij
.................................................................................................................................................................... 20
Het ontstaan van de verzorgingsstaat schetsen en drie redenen benoemen waarom deze verzorgingsstaat
onder druk staat.................................................................................................................................................20
Omschrijven wat onder een participatiesamenleving wordt verstaan, het draagvlak voor dit type
samenleving en de dilemma’s die zichtbaar worden in dit type samenleving...................................................24
De WMO plaatsen in de context van de participatiesamenleving.....................................................................26
Leerdoelen week 6 en 7; Huiselijk geweld en ouderenmishandeling.............................................................27
De vormen, oorzaken en gevolgen van huiselijk geweld benoemen..................................................................27
Vormen..........................................................................................................................................................27
Oorzaken........................................................................................................................................................27
Gevolgen........................................................................................................................................................28
De vormen, oorzaken en gevolgen van ouderenmishandeling en in bijzonder ontspoorde mantelzorg
benoemen...........................................................................................................................................................30
Vormen..........................................................................................................................................................30
Oorzaken........................................................................................................................................................31
Gevolgen........................................................................................................................................................31
Huiselijk geweld en ouderenmishandeling plaatsen in de behandelde maatschappelijke ontwikkelingen.......31
,Leerdoelen week 1; Inleiding in de sociologie: wat is
sociologie en aspecten van interactie
Verwoorden op welke twee samenhangende vragen de sociologie
antwoord probeert te geven.
Sociologen verklaren gedrag vanuit de samenlevingsverbanden die mensen met elkaar
vormen. Sociologie wordt wel omschreven als wetenschap van de maatschappij, wetenschap
van het menselijk samenleven of wetenschap van het sociale. De sociologie probeert
antwoord te geven op twee samenhangende vragen:
1. Hoe worden mensen in hun gedrag beïnvloed door het feit dat zij deel uitmaken
van allerlei samenlevingsverbanden, oftewel groeperingen? Die groeperingen
kunnen variëren van het gezin tot de samenleving als geheel:
a. Microniveau: kleine samenlevingsverbanden waarvan mensen deel uitmaken,
oftewel de directe sociale omgeving van een individu. Bijvoorbeeld: het gezin,
vriendengroep of collega’s.
b. Mesoniveau: grotere organisatorische verbanden waarvan mensen deel
uitmaken, oftewel de wijdere sociale omgeving. Bijvoorbeeld: een school,
kerkgenootschap of de wijk.
c. Macroniveau: heeft betrekking op de maatschappij als geheel.
2. Hoe zit de samenleving in elkaar? Hoe zitten onderdelen van de maatschappij, zoals
de gezondheidszorg in elkaar? Subvragen:
a. Hoe zijn de machtsverhoudingen?
b. Welke waarden en normen worden belangrijk gevonden?
c. Welke problemen vloeien voort uit het samenleven van mensen?
De wetenschappelijke benadering van de sociologie beschrijven en
benoemen wat de relevantie van de sociologie is voor
verpleegkundigen.
Sociologie als wetenschap
Sociologie is een empirische wetenschap kennis komt voort uit een systematische
waarneming van feiten. De sociologie probeert objectief vast te stellen hoe de
maatschappelijke werkelijkheid in elkaar zit. Dat gebeurt door het doen van onderzoek.
Sociologen zijn zowel geïnteresseerd in de objectieve werkelijkheid als in de vraag hoe
mensen de werkelijkheid subjectief beleven. Onderzoek doen is heel belangrijk, omdat het
uiteindelijk om feiten gaat.
Vanuit de gegevens die dan zijn verkregen, gaan sociologen opzoek naar verklaringen. Dat
zal niet leiden tot de formulering van wetmatigheden met betrekking tot menselijk gedrag.
Wel kunnen regelmatigheden, waarschijnlijkheden en patronen in kaart worden gebracht.
, Sociologie en verpleegkunde
Verpleegkundigen krijgen te maken met mensen die vreemd of ongezond gedrag vertonen.
Het is belangrijk dat gedrag niet bij voorbaat te veroordelen. Sociologie kan
verpleegkundigen helpen meer inzicht te krijgen op:
- Eigen gedrag en dat van anderen
- Maatschappelijke factoren met betrekking tot zorg en ziekte en gezondheid
- De inrichting en ontwikkeling van de gezondheidszorg en de rol en positie van
verpleegkundigen daarin
- De positie van verpleegkundigen in allerlei groeperingen op micro-, meso- en
macroniveau
De volgende begrippen sociologisch duiden: interactie, identiteit,
collectieve definitie van de situatie, en referentiekader.
Volgens Wilterdink en Van Heerinkhuizen zijn mensen op drie manieren met elkaar
verbonden: zij zijn op elkaar gericht (interactie), door elkaar gevormd (cultuur) en van elkaar
afhankelijk (interdependentie).
Interactie
Het gedrag van mensen ten opzichte van elkaar in onderliggende wisselwerking.
Het gedrag van de een leidt tot een reactie van de ander die reactie is gebaseerd op een
interpretatie, oftewel een subjectieve definitie van de situatie die definitie bepaalt het
gedrag.
Zowel taal (verbaal) als lichaamshouding (non-verbaal) speelt een belangrijke rol. Via tal van
interactieprocessen creëren mensen samen hun eigen werkelijkheid. De definitie leidt tot
een interactiepatroon en zo’n patroon gaat zich op een gegeven moment vestigen. Dit kan
gelukkig wel veranderd worden door een andere definitie van de situatie.
Identiteit
De wijze waarop iemand zichzelf ziet (zelfbeeld), komt tot stand via allerlei
interactieprocessen.
Onze zelfwaardering en identiteit worden voor een flink stuk bepaald door onze sociaal-
culturele omgeving. We zijn wie we zijn, omdat we samenvallen met een aantal ideeën en
normen en waarden die van buitenaf worden aangereikt en omdat we afstand hebben
genomen van een aantal andere deze twee processen van identificatie en separatie levert
onze identiteit op.
The looking-glass-self: zelfspiegeling, voortdurend afvragen hoe je er in de ogen van anderen
uitziet beïnvloedt je zelfbeeld. Het ‘ik’ ontwikkelt zich via interactie met de sociale
omgeving.