100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Inleiding Sociologie (1e jaars) €7,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Inleiding Sociologie (1e jaars)

 23 keer bekeken  1 keer verkocht

Samenvatting van hoorcolleges, werkgroepen en boeken voor Inleiding Sociologie. Ik studeer zelf aan de Universiteit Leiden en heb dit vak in 1x gehaald met het leren van deze samenvatting.

Voorbeeld 3 van de 16  pagina's

  • Nee
  • H1 - h9 en h11, h12, h15 en h18
  • 13 september 2021
  • 16
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (27)
avatar-seller
iris10
Sociologie Samenvatting
Week 1, H1: Wat is sociologie?
Sociologie = systematisch onderzoek van de menselijke samenleving.
Hoe groot is de invloed van de samenleving op ons gedrag, gedachten en gevoelens.

Marginaliteit (deel uitmaken van de dominante groep) helpt bij het in staat zijn om het sociologisch
perspectief te hanteren.
Mondiaal/globaal perspectief = het bestuderen van de wereld in zijn geheel en de plaats die onze
samenleving daarin inneemt. Is een verlenging van het sociologisch perspectief.

Het leven dat we leiden wordt gevormd door het land waarin we leven.
Contacten tussen samenlevingen zijn sterk toegenomen.
Veel sociale problemen waarmee de westerse wereld geconfronteerd wordt zijn elders veel ernstiger
Globaal denken helpt ons om meer inzicht In de onze zelf te krijgen.

Sociologische perspectief is belangrijk omdat het een belangrijke rol speelt In het tot stand komen
van wetten en overheidsmaatregelen ook bevordert het onze individuele groei en bewustwording

Positivisme = inzichten verwerpen op basis van wetenschappelijk onderzoek
Sociologie is een wetenschap die ontstaat tijdens de belangrijke en ingrijpende sociale verandering
en de 18e en 19e eeuw.

Moderniteit = sociale patronen die het resultaat zijn van de industrialisering. Door moderniteit
verdwijnen kleine, traditionele gemeenschappen. En meer diversiteit. Ook was er sprake van
toenemende arbeidsverdeling.
Rationalisme en kapitalisme kwam op.

3 hoofdvragen van de sociologie:
- Hoe is sociale (on)gelijkheid mogelijk?
- Hoe is sociale (wan)orde mogelijk?
- Hoe werkt het proces van rationalisering modernisering van de wereld?


Week 1, H2: Sociologische theorieën en methoden:
Sociologen willen meer inzicht krijgen in de samenleving. Theorie is een stelsel van uitspraken die
met elkaar samenhangen.

Structureel functionalisme = de samenleving wordt als complex systeem gezien, waarin er
onderlinge samenwerking tussen de verschillende delen is en dat solidariteit en stabiliteit beoogd.
Deze benadering richt zich op sociale structuur en sociale functies. Macroniveau.

Manifeste functies: beoogde gevolgen van een sociaal patroon
Latente functies: niet-beoogde gevolgen van een sociaal patroon

Sociale disfunctie = een sociaal patroon dat het functioneren van de samenleving kan verstoren.

Conflictsociologie = een denkkader waarin de samenleving wordt opgevat als een arena van
ongelijkheid die conflicten en verandering veroorzaakt. Ongelijkheid op gebied van sekse, ras, sociale
klasse enz. Conflictanalyse op macroniveau.

,Symbolisch interactionisme = in denkkader waarin de samenleving wordt opgevat als het resultaat
van de interacties tussen individuen. Microniveau. We leven in een wereld van symbolen, we geven
aan vrijwel alles een bepaalde betekenis.

Rationelekeuzebenadering = alle sociale handelingen kunnen worden teruggevoerd op rationele
keuzes van individuen. Microniveau

Positivistische sociologie = het op systematische observaties van het sociale gedrag gebaseerde
onderzoek van de samenleving ook wel, empirische sociologie. Vaak vanzelf sprekend of ‘gezond-
verstand’ denken.
Operationaliseren: nauwkeurig onder woorden brengen wat wordt gemeten en hoe dat wordt
gemeten.

Interpretatieve sociologie = richt zich in haar onderzoek van de samenleving op de betekenissen die
mensen aan hun sociale werkelijkheid toekennen. Begrijpen is hier een belangrijk instrument.

Kritische sociologie = laat zich in haar onderzoek van de samenleving leiden door de noodzaak tot
sociale verandering.

Sociologisch onderzoek kan op 5 manieren door gender beïnvloed worden (zie blz. 43)

In een experiment toets je een specifieke hypothese met een afhankelijke en een onafhankelijke
variabele.
Je hebt ook enquête onderzoek met respondenten.
Tot slot heb je participerende observatie en focusgroepen, ook wel veldwerk. Focusgroepen houdt in
dat het een soort kruising tussen een interview en een discussie met een groep is. Er is een
gespreksleider die de leiding heeft.

Secundaire data heb je als je gegevens gebruikt die door anderen zijn verzameld.

Opzet sociologisch onderzoek op blz. 59

Artikel Spelregels voor sociologen:
Sociologie wil zowel theoretisch als empirisch zijn. Theoretisch: gebeurtenissen met behulp van
algemene beginselen verklaren en voorspellen. Empirisch: in hoeverre deze beginselen met hun
werkelijkheid sporen en de waarnemingen leiden tot het aanvaarden of verwerpen van theorieën.

Stel een probleem, formuleer een theorie en verricht onderzoek.

3 hoofdvragen: het ongelijkheidsprobleem, het cohesieprobleem en het rationaliseringsprobleem.
Verschillende soorten vragen: beschrijvend, trend, vergelijkend, verklarend en toetsend.

Theorieën geven richting aan onderzoek doordat ze toetsingsvragen oproepen.

HC 1:
Sociologisch perspectief = de gedachte dat we zelf ons leven bepalen moeten we loslaten, de
samenleving beïnvloedt onze beslissingen en ervaringen sterk.

Hoofdvragen:
- Ongelijkheden (stratificatie) tussen inwoners
- Cohesie van maatschappijen

, - Rationaliseringsprocessen (modernisering) die zich voordoen op allerlei terreinen van het
maatschappelijk leven.

Het onderscheid tussen normaal en afwijkend gedrag wordt door de samenleving bepaald.
Bestuderen bij menselijk en deviant gedrag, social constructed reality.

Ontstaan van de sociologie:
Sociologie is ontstaan n.a.v. industrialisering, groei van steden en politieke veranderingen.
In de Franse revolutie stonden vrijheid, gelijkheid en solidariteit centraal.

Theologisch stadium: god’s wil
Metafysisch stadium: natuurlijke wil
Wetenschappelijk stadium: positivisme

Karl marx: vervreemding

Durkheim: keek naar hoe sociale veranderingen zorgen voor cohesie.
Risico op anomie (normloosheid) door toename van diversiteit
Vond zelfmoord een goede graadmeter voor anomie, mensen met een zwakkere binding (vrijer)
pleegde meer zelfmoord.

Weber: verandering door rationalisering. Kennen en wetenschap vs religie. Individualisering.
Onttovering.

Week 2, H7: Economie, verzorgingsstaat en politiek:
Economie en politiek zijn sociale instituties (een belangrijk sociaal levensterrein of maatschappelijk
subsysteem dat aan de behoeften van mensen tegemoet moet komen.)

Na de industriële revolutie kreeg je de postindustriële economie dat gebaseerd was op
dienstverlening en technologie.

Primaire sector: grondstoffen onttrekken aan hun natuurlijke omgeving
Secundaire sector: van de grondstoffen goederen maken
Tertiaire sector: niet producten, maar dienstverlening

Er is sprake van een wereldeconomie

Bij kapitalisme zijn de natuurlijke middelen om goederen en diensten te produceren in particuliere
handen.
Welzijnskapitalisme = verzorgingsstaat, in de verzorgingsstaat staan twee soorten kenmerken
centraal.
Morele kenmerken: waarden die centraal staan
Structurele kenmerken: betreft de inrichting, organisatie en staatsvorm.
Staatskapitalisme = bedrijven zijn in particuliere handen, maar werken nauw samen met de
overheid.

Bij het socialisme zijn rijkdommen en middelen om goederen te produceren en diensten te verlenen
collectief bezit.

Om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden moest er een omslag worden gemaakt van
verzorgingsstaat naar een participatiemaatschappij.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper iris10. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,99  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen