Week 1
Hoorcollege 1 Introductie
Elk persoon ontwikkelt zich door een complex samenspel van verschillende factoren,
geordend in systemen:
- Biologische systemen: hormonen, brein, genen
- Pedagogische systemen: culturele overdracht
- Chronosystemen: de ontwikkeling in de samenleving
- Fysische omgeving: huisvesting, veiligheid, kwaliteit voeding etc.
- Toeval!
Waar gaat opvoeding over?
Opvoeding draagt bij aan de ontwikkeling, maar is niet de enige factor
- Biologie: ontwikkeling, brein, genen
- Interactie: communiceren, elkaars taal leren spreken
- Begeleiden en ondersteunen: structuur bieden, feedback geven, de weg wijzen, leren denken
- Culturele overdracht: respect voor elkaar hebben, normen en waarden, hoe ga je met elkaar om
Pedagogiek
- Definitie: de pedagogische wetenschappen bestuderen de opvoeding, het onderwijs en de
hulpverlening aan kinderen en jeugdigen met het oog op verbetering van de praktijk.
o Empirisch-analytische discipline (“bestuderen”)
o Een interventie of handelingswetenschap (“verbetering van de praktijk”)
- Empirisch-analytische pedagogiek: op systematische wijze pedagogische handelingen, methoden,
programma’s, therapieën uitproberen en kijken of er sprake is van een pedagogisch effect =
handelingswetenschap
o Bezwaren tegen deze definitie: smalle definitie, geen theorievorming; geen bestudering
van processen; geen normatieve uitspraken (wat is een succesvolle opvoeding?)
o Van IJzendoorn (2002): had een empirisch-analytische benadering (pedagoog schrijft niet
voor hoe ouders moeten opvoeden)
o Empirisch: kennis ontstaat door het systematisch verzamelen van gegevens en deze via
statistische methoden analyseren
o Analytisch: reductie, de hele werkelijkheid is te complex om te onderzoeken
o Onderzoek moet repliceerbaar zijn
o Theorie en kennis moet falsificeerbaar zijn
o Niet normatief: de empirisch-analytische pedagogiek schrijft niet voor hoe de opvoeding
eruit moet zien
o Opleidingen in Nederland
- Normatieve pedagogiek: staat tegenover empirisch-analytische pedagogiek; waartoe voeden wij
op? Wat is een goede opvoeding?; filosofisch
o Opleidingen in Vlaanderen
o Martinus J. Langeveld: “Het kind begrijpen zoals het is”; kijk zo onbevooroordeeld
mogelijk naar de wereld en naar het kind met diens unieke mogelijkheden en
moeilijkheden normatieve pedagogiek
, De mens is een animal educandum, een wezen dat opgevoed moet worden met
als doel ‘zelfverantwoordelijke zelfbepaling’
Een kind moet zich (leren) ontwikkelen en als een mondige burger een plaats
weten te vinden in de wereld
Hier ligt een duidelijke opdracht en zelfs morele verantwoordelijkheid voor de
ouders en andere opvoeders
Er ontstond een grote methodestrijd tussen Langeveld (pedagoog) en de Groot
(psycholoog; grondlegger van de Cito-toets)
Langeveld: hekel aan empirisch-analytische benadering met zijn
statistische onderzoeken. Kijk en denk na, filosofeer
A.D. De Groot: over individuele gevallen zijn geen wetenschappelijk
verantwoorde uitspraken te doen, kwantificeren, evidence-based sience
Langeveld verliest invloed op huidige pedagogiek; we hebben vandaag de
dag dus een empirisch-analytische benadering
Artikel De Winter: “Verbeter de wereld begin bij opvoeding”
PowerPoint
- Hoopgevende sociale pedagogiek: ligt tussen empirisch-analytische en normatieve pedagogiek in;
beetje van beide
o Minder problematiseren en meer gericht zijn op groei
o Minder individueel en meer sociaal
o Jeugd gedijt beter in rijke sociale netwerken
- Balang van opvoedingsidealen: normatief
o Relatie opvoeding en democratische rechtstaat
o Opvoeding als tegenwicht voor polarisatie en haat
- Te veel gericht op problemen
o De Winter: “De empirisch-analytische pedagogiek is zichzelf steeds meer gaan richten op
individuele problemen en stoornissen.”& “We hebben een enorme neiging tot
problematisering die ervoor zorgt dat steeds meer kinderen en volwassenen ‘normaal’
zijn.”
- Grote maatschappelijke opvoedvraagstukken
o Migratie, radicalisering, onderwijsachterstanden, exclusie, sociale ongelijkheid,
kindermishandeling, discriminatie
o Als mensen het idee hebben dat ze geen enkele invloed hebben op hun omgeving, en dat
hun stem niet wordt gehoord, dan leidt dat tot pessimisme, moedeloosheid of woede
o De Winter: hoop= ‘leren zien van mogelijkheden tot verbetering’
Contouren van hoopgevende sociale pedagogiek
Handelingsperspectieven cultiveren: in de handelingsstand zetten
Onderbreken van impulsieve oordelen en verlangens: ‘pedagogisch
onderbreken’
Optimisme voorleven
Participatie bevorderen
,Werkgroep
Artikel Micha de winter, Pedagogiek van de HOOP.
- Wat is de visie van Micha de Winter op het vakgebied van de pedagoog?
o Hoop en optimisme staat centraal.
o In mogelijkheden denken i.p.v. problemen.
o Misha de winter vindt dat de pedagogiek een heel groot onderdeel is geworden van
problemen. (Denken in problemen)
o Selffulfilling provecy: Het kind gaat handelen naar de stempel die hij heeft gekregen.
(ADHD)
- Wat is zijn kritiek op de huidige neiging tot problematiseren?
o Kinderen gaan handelen naar de stempel
o Medicaliseren. Te snel vanuit de bril van een dokter naar kinderen kijken. De zien alleen
de afwijking.
o Hij vindt dat kinderen te snel en te makkelijk worden opgesloten aan de tekortkomingen.
- Welke alternatieven biedt Micha de Winter?
1. Handelingsperspectieven cultiveren.
a. Vanuit een groep denken en handelen- gemeenschappelijk handelen.
2. Onderbreken van impulsieve oordelen en verlangens.
a. Goed over dingen nadenken, denk goed na over wat je zegt en doet.
b. Ze leren hierdoor hoopgevende perspectieven te ontdekken.
3. Optimisme voorleven.
a. Optimistisch denken staat centraal
b. Een doel voor ogen zien. (Optimisme voor de toekomst)
c. Pedagogische sifful society: Benadrukt het belang om de sociale
netwerken te versterken. Mensen om het kind heen de middelen geven
om het kind goed op te voeden. Samen ervoor staan.
4. Participatie bevorderen.
a. Actief meedoen in de samenleving.
b. Actief burgerschap.
, Week 2
Hoorcollege 2 Bronfenbrenner’s bio-ecologisch systeem
Gedragsgeneti ca
- Houdt zich bezig me4t de effecten van erfelijkheid op uiteenlopende eigenschappen en
fenotypen
- Genetica heeft invloed op psychologische eigenschappen: opvoeding en omgeving; er is
aangetoond dat bijv. voorkeuren voor eten afhankelijk kunnen zijn van genetica.
Er is onderzoek gedaan bij:
o Tweelingen
o Adoptiekinderen
Nurture-nature debat
Spoetnik effect (1957)
- De russen brengen als eerste met succes een satelliet in de baan om de aarde (Spoetnik)
- Amerika reageert, o.a. met een pedagogisch programma: de brede stimulering van ontwikkeling
van de arme (merendeels zwarte) bevolking
Head Start (1965)
- Reactie op Spoetnik?
- Een massaal programma, op grote schaal uitgezet, dat uitgebreide voorschools onderwijs,
gezondheid, voeding en betrokkenheid van ouders biedt aan kinderen en gezinnen met een laag
inkomen
o Halve dagen, een paar dagen per week, naar de peuterspeelzaal zonder een duidelijk
programma
- Gericht op het verhogen van het IQ en de taalvaardigheid, maar niet professioneel uitgevoerd
- Head Start faalt, er zijn nauwelijks effecten op IQ die blijvend zijn.
Arthur Jensen
- Head Start kon niet slagen want intelligentie (‘g-factor’), als erfelijke eigenschap, is niet wezenlijk
veranderbaar
Sir Cyril Burt
- Beschuldigt vervalsen tweelinggegevens om erfelijkheid van intelligentie te bewijzen
Herrnstein en Murray (Harvard-psychologen)
- Waarom sociale ongelijkheid onrechtvaardig is.
Er is geen inhoudelijke theorie over de manier waarop het genotype omgezet worden in
intelligentie, persoonlijkheid, politieke voorkeur, gedrag, etc. = het fenotype
- Afwijkende bevindingen:
o Er is een sterk effect van adoptie op het gemiddelde IQ, de schoolprestaties etc.
Hoe hoger de SES van het gezin waarin het geadopteerde kind terecht komt, hoe
hoger het IQ uiteindelijk is
o Gemiddeld IG van een populatie stijgt (Flynn-effect)