100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
samenvatting basisboek recht hoofdstuk 2.1 t/m 2.10 en 4.1 t/m 4.4 €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting basisboek recht hoofdstuk 2.1 t/m 2.10 en 4.1 t/m 4.4

2 beoordelingen
 122 keer bekeken  16 keer verkocht

samenvatting basisboek recht hoofdstuk 2.1 tot 2.10 en 4.1 tot 4.4. origineel gemaakt voor het vak inleiding recht op de hva, vak accountancy leerjaar 1

Voorbeeld 4 van de 39  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 2.1/2.10 en 4.1/4.4
  • 26 september 2021
  • 39
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (10)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: bodilvanstrien • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: walidnieuw • 3 jaar geleden

avatar-seller
borisaaaaaaaaa
RECHT
hoofdstuk 1
1.1
⁃ eigenrichting = in een geschil je eigen wil halen door (economisch) geweld te
gebruiken. dit mag natuurlijk niet. hiervoor heeft de overheid een monopolie
op rechtshandhaving om de zwakkere partij te steunen.
⁃ rechterlijke macht = wie recht mogen bepalen.
⁃ 1. rechtbanken = de rechtbank is het eerste gerecht. als je het niet
eens bent met de vonnis van de rechter kan je naar het;
⁃ 2. gerechtshof = in het gerechtshof bekijkt de rechter nog een keer of
de rechtbank de feiten goed heeft beoordeeld, of er voldoende bewijs
is, en of het recht juist is toegepast. als je het niet eens bent met het
arrest van het gerechtshof kan je in cassatie gaan bij de;
⁃ 3. hoge raad = in de hoge raad wordt alleen gekeken of het recht goed
is toegepast. als dat niet zo is gaat de zaak terug naar een lagere
rechter.
⁃ last onder dwangsom = de overtreder moet de schade compenseren.
1.2
⁃ objectieve recht = alle rechtsregels die op dit moment in Nederland gelden.
⁃ privaatrecht = het gedeelte van het objectieve recht dat zich bezig
houdt met de verhouding tussen personen onderling.
⁃ publiekrecht = het gedeelte van het objectieve recht dat zich bezig
houdt met de verhouding tussen personen en de overheid.
⁃ bestuursrecht = wetten over de besluiten die bestuursorganen
(gemeente/overheid) nemen.
⁃ strafrecht = wetten over het plegen van een strafbaar feit.
⁃ als de overheid zich als een rechtspersoon opereert (bijvoorbeeld als
ze shit koopt van een leverancier), wordt zij gezien als een
rechtspersoon en past het privaatrecht dus toe.
⁃ materieel recht = alle regels op zichzelf.
⁃ formeel recht = hoe het materieel recht gehandhaaft mag worden.
1.3
⁃ objectief recht = alle rechtsregels die op dit moment in Nederland gelden.
⁃ subjectief recht = hoe de rechtsregels toepassen op personen (losse zaken).
⁃ rechtssubject = personen in een rechtskwestie.
⁃ natuurlijk persoon
⁃ rechtspersoon
⁃ rechtsobject = objecten (auto/hond) in een rechtskwestie

, ⁃ dwingend recht = regels waar niemand van af mag wijken.
⁃ nietigheid = een rechtshandeling heeft geen bijpassende
rechtsgevolgen (alsof het nooit was gehandeld). als rechtssubjecten
een overeenkomst hebben gemaakt die niet aan het dwingend recht
gelijk is, wordt de overeenkomst nietig.
⁃ aanvullend recht = regels waar rechtssubjecten van af mogen wijken als ze
dat allebei willen.
⁃ semidwingend recht = regels waar rechtssubjecten van af mogen wijken mits
dat binnen de bepaalde grenzen is.
1.4
⁃ er zijn meerdere rechtsbronnen te gebruiken om een juridisch probleem op te
lossen.
⁃ wet = de meest gebruikte manier.
⁃ wet in de formele zin = een besluit dat is genomen door de
eerste en tweede kamer.
⁃ wet in de materiële zin = voor iedereen in Nederland geldig.
binnen deze wetten is een rangorde:
⁃ 1. grondwet;
⁃ 2. wetten in de formele zin;
⁃ 3. algemene maatregelen van bestuur = een door de
regering vastgesteld wet in materiële zin;
⁃ 4. ministeriële regelingen;
⁃ 5. provinciale vorderingen;
⁃ 6. gemeentelijke vorderingen.
⁃ legaliteitsbeginsel = alleen de wet bepaalt de regels van
het strafrecht.
⁃ gewoonterecht = een bepaalde gewoonte in een kring (bedrijfstakken).
gewoonterecht kan niet (alleen bij heel uitzonderlijke gevallen) tegen
dwingend recht ingaan, wel tegen aanvullend recht.
⁃ jurisprudentie = als er sprake is van een vaste lijn in de uitspraken van
de hoogste rechters wordt er gesproken van vaste jurisprudentie. deze
vaste lijn kan dan een rechtsregel worden.
⁃ verdragen = een internationale overeenkomst tussen twee of meer
staten. (bijvoorbeeld heb je volgens de EU 14 dagen om je online
bestelling kosteloos te retourneren) voordat de een rechtsregeling van
de EU in Nederland ingaat moet de Staten-Generaal het goedkeuren.
⁃ interpretatie = de rechter moet vaak rechtsregels vinden door wetten te
interpreteren. voor de meeste juridische problemen zijn geen 100%
toepasselijke rechtsregels geschreven.

, ⁃ rechtsvinding = de beslissing die de rechter neemt over wat het recht
betekent. om het recht te vinden gebruikt de rechter een:
⁃ syllogisme = een manier om conclusies te trekken.
⁃ major = een algemene regel (mensen van 18 jaar of ouder zijn
meerderjarig)
⁃ minor = een feit (Albert is 19)
⁃ conclusie (Albert is meerderjarig)
hoofdstuk 2
2.1
⁃ burgerlijk wetboek = het wetboek met alle materiële privaatrechten. het
burgerlijk wetboek bestaat uit 10 boeken.
⁃ boek 1 = personen- en familierecht
⁃ boek 2 = rechtspersonen
⁃ boek 3 = vermogensrecht in het algemeen
⁃ boek 4 = erfrecht
⁃ boek 5 = zakelijke rechten
⁃ boek 6 = algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
⁃ boek 7 = bijzondere overeenkomsten
⁃ boek 7A = bijzondere overeenkomsten; 2 (electric boogaloo)
⁃ boek 8 = verkeersmiddelen en vervoer
⁃ boek 10 = internationaal privaatrecht
⁃ ieder boek is verdeeld in in titels. elke titel is verdeeld in afdelingen.
elke afdeling bestaat uit wetsartikelen.
⁃ als je verwijst naar een wetsartikel = boek:wetsartikel (bij boek
6, wetsartikel 164 is dat = 6:164)
⁃ als je verwijst naar een afdeling = boek.titel.afdeling ( bij boek 6,
titel 2, en afdeling 4 is dat = 6.2.4)
⁃ vermogensrechten = rechten die tot het vermogen van rechtssubjecten horen
(we behandelen alleen boek 3, 5, en 6).
⁃ het vermogensrecht wordt verdeeld in:
⁃ verbintenissenrecht = rechten over verbintenissen. deze relaties
zorgen voor een recht voor één van de partijen (het gekochte
spul krijgen), en een plicht voor de andere partij (het gekochte
spul geven). het verbintenissenrecht is een open stelsel. te
vinden in boek 6 en gedeeltelijk boek 3.
⁃ verbintenissen = vermogensrechtelijke relaties tussen
twee of meer personen.
⁃ contractvrijheid = partijen zijn vrij om te bepalen of en met
wie zij een overeenkomst sluiten.

, ⁃ open stelsel = partijen zijn, zolang ze niet tegen het
dwingend recht ingaan, nagenoeg vrij welke
verbintenissen zij aan willen gaan.
⁃ goederenrecht = rechten over de relatie tussen goederen en
personen. het goederenrecht is een gesloten stelsel. te vinden
in boek 3 en 5.
⁃ gesloten stelsel = partijen mogen niet afwijken van de
regels.
⁃ algemene bepalingen = bepalingen die voor zowel het
verbintenissenrecht als het goederenrecht van belang zijn. het zijn
artikelen die belangrijke begrippen definiëren. te vinden in boek 3 titel
1.
⁃ schakelbepalingen = artikelen die zeggen dat andere artikelen
voor meerdere wetboeken gelden.
2.2
⁃ juridische kwalificatie van feiten
⁃ rechtsfeiten = een feit die voor het recht van belang is.
⁃ bloot rechtsfeit = een rechtsfeit die intreed zonder menselijk
handelen (18 worden/doodgaan).
⁃ menselijk handelen
⁃ feitelijke handeling = de handeling was gemaakt zonder
de juridische consequenties in gedachten (mishandeling).
⁃ rechtshandeling = de handeling is gemaakt met de
juridische consequenties als doel (iets kopen). er moet
hiervoor een wilsverklaring afgelegd zijn (verklaren dat je
de juridische consequenties wilt).
⁃ eenzijdige rechtshandeling = als de wilsverklaring
door één partij voldoende is om het rechtsgevolg
te laten ontstaan.
⁃ gerichte rechtshandeling = als de
rechtshandeling zich op één of meer
bepaalde personen richt (de salespersoon
biedt mij troep aan).
⁃ ongerichte rechtshandeling = als de
rechtshandeling zich niet op bepaalde
personen richt (ik plaats een advertentie op
marktplaats).
⁃ meerzijdige rechtshandeling = als de wilsverklaring
van twee of meer personen nodig is om het

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper borisaaaaaaaaa. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75632 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  16x  verkocht
  • (2)
  Kopen