Basisboek systeemgericht werken
Hele boek
Hoofdstuk 1: Het werkterrein van de systeemgerichte social worker
Systeemgericht werken is meer een visie waaruit we naar een cliënt en onszelf
als hulpverlener kijken; resulteert in manier van werken. Betrekking op
systeemtheoretische principes (communicatie, interacties, wederkerigheid,
circulair proces, (gezins)functies, regels, rollen, taken etc.).
Bij een systeem gaat het om geordende delen, die elkaar beïnvloeden in meer of
mindere mate van complexiteit. Essentiële toevoeging: systeem is gericht op
bereiken van doelen.
Voor social worker: het systeem wijst op een eenheid, opgebouwd uit
deelverhoudingen. Het gaat om doelgerichte betrekkingen tussen dit de delen.
3 betekenissen systeem:
1. Verwijzing naar therapievorm niet alleen de aangemelde cliënt, maar
een gezin of groep mensen die een duurzame relatie hebben met elkaar,
zijn samen bij de behandeling aanwezig – deels samen doorbrengen is ook
mogelijk.
2. Betrekking op inhoud of doel van behandeling onderlinge relaties
vormen belangrijkste aandachtspunt, doel: functioneren van het
(gezins)systeem verbeteren.
3. Betrekking op de circulariteit wederzijdse beïnvloeding is van belang.
Een orgaanstelsel van de mens is te zien als een subsysteem van het individu: de
mens is voortdurend in interactie met zichzelf.
Binnen de eenheid van de mens: innerlijke boodschappen input, troughput,
output.
Open systemen: open verbinding met hun omgeving, interactie met hun
omgeving (= wholeness – definitie: het totaal/de totale mens). Materie, energie
en informatie passeren steeds de grens van een systeem (input), worden door
systeem bewerkt (troughput) om vervolgens weer uitgewisseld te worden met
omgeving (output). Door dit proces: feedback wordt gebruikt om systeem te
veranderen/verbeteren/stabiliseren.
Desorganisatie ontstaat: subsystemen raken in disbalans.
De mate van beschikbare energie: bepalend voor gezondheid van individuele
systeem. Ziekte en gezondheid: op een continuüm van systeemtheoretische
begrippen:
- Negentropie = energie beschikbaar, systeem beweegt zich in richting van
gezondheid.
- Entropie = meer energie nodig dan beschikbaar, systeem beweegt zich in
richting van ziekte.
Mechanisme waarbij mens zich aanpast aan omgeving of aanpassingen in
omgeving doet wordt zelfstabilisatie genoemd.
,Dyadisch subsysteem kleinste sociale subsysteem dat uit 2 personen bestaat.
Tot bepaald subsysteem behoren: deelnemen aan communicatie en interacties.
Subsystemen binnen gezin worden enerzijds generationeel bepaald: grootouders,
ouders, kinderen.
Supra-familiaar
Systeem ‘familie’ bloedverwanten tot in derde lijn. Binnen familie gaat het om
doelgerichte betrekkingen. Belang van familie als systeem: ieder mens maakt
deel uit van een familiaal netwerk van verhoudingen, waarin iedereen met
iedereen verbonden is in een dynamische balans van geven en nemen. Als social
worker: met respect omgaan met ieders waarheid, werken vanuit meerzijdige
partijdigheid.
Het systeempentagram
Vijf systemen waarmee de systeemgericht social worker te maken heeft:
individuele systeem, subsysteem, gezinssysteem, familiaire systeem, omgeving
als systeem. Belangrijk: cliënt blijft centraal, maar er moet wel aandacht zijn voor
alle systemen.
Belangrijk: weten wat de cliënt belangrijk vindt. Volgens Maslow –
behoeftepiramide: eerst moet voldaan zijn aan de onderste laag voordat men aan
de volgende laag in de piramide kan toekomen.
Systeemgerichte interventie bv. inventariseren van mogelijke steunbronnen
voor de cliënt en het stimuleren/ondersteunen/activeren van de cliënt om dit in te
zetten.
De plek van de hulpverlener verschuift gedurende de werkperiode van ‘boven’
naar ‘naast’ naar ‘buiten’.
Het supra-familiaire systeem
Veranderende rol van familie vraagt van hulpverlening een andere houding: regie
loslaten en aan de zijlijn staan (vertrouwen durven hebben in het
oplossingsvermogen van de familie).
Kernprincipes van Eigen Kracht:
- Cliënt is eigenaar van zijn probleem
- Cliënt is eigenaar van conferentie en het plan
- Cliënt houdt regie over uitvoering van het plan
Familie als systeem in beeld brengen: genogram grafische weergave van
(meestal) drie generaties, van het gezin en de relaties hierbinnen.
De omgeving
Bij de omgeving gaat het om school, werk, gezagsinstanties etc. Integratie is een
onderdeel in het werken met de omgeving van de cliënt. Achterliggende visie wat
betreft familie en omgeving: problemen kunnen veroorzaakt worden door
kenmerken van de cliënt zelf/gezin/vriendengroep/ school en buurt.
Twee systeemtherapievormen: Functionele Familietherapie (FFT) en
Multisysteemtherapie (MST) qua doelgroep: jongeren met ernstige
gedragsproblemen, antisociaal en/of delinquent gedrag.
, Hoofdstuk 2: Systeemtheorieën
Met basiskennis van vier theoretische stromingen heeft social worker voldoende
aan om eerste stappen te maken in systeemgerichte aanpak: gezinsfuncties,
rollen, taken, communicatie, interacties, circulaire proces, intergenerationele
aspecten.
Gemeenschappelijk uitgangspunt: uitgaan van doelgerichte relaties tussen
individuen en niet het individu beschouwen als solitair element.
De algemene systeemtheorie: Ludwig von Bertalanffy
Sprake van wisselwerking met en wederzijdse beïnvloeding van diverse
maatschappelijke/ wetenschappelijke ontwikkelingen.
Belangrijke kernpunten:
- Onderlinge samenhang en elkaar wederzijds beïnvloeden, niet lineair maar
circulair.
- Voortdurende wisselwerking met omgeving: input, troughput, output
basis van open systeemtheorie.
- Vermogen worden voortdurend afgestemd op omgeving, in dynamisch
evenwicht blijven.
- Zichzelf besturen en zichzelf reproduceren.
Het lineair-reductionistisch model: oorzaak symptoom diagnose therapie.
Feedbackprocessen hebben positieve en negatieve variant: stimuleren van
veranderingen binnen systeem. Positieve feedback stimuleert, negatieve
feedback remt af.
Hiërarchie: aangeven van ordening binnen delen van het systeem. Subsysteem
opvoeders/ouders staan boven het subsysteem kinderen. Beide subsystemen
verschillende functies en taken.
Twee principes van de algemene systeemtheorie:
- Equifinaliteit
Bepaald verschijnsel kan gevolg zijn van verschillende begintoestanden
- Equipotentialiteit
Bepaalde beginsituatie kan leiden tot verschillende eindtoestanden
De structurele theorie: Salvador Minuchin
Theorie in oorsprong gericht op delinquentie, eetstoornissen en
psychosomatische stoornissen. Later ontdekte hij dat gezin een belangrijke factor
is. Gezin = dynamisch sociaal systeem.
Deze theorie richt zich op het ‘hier en nu’.
Gezinsstructuur staat centraal (liggen ten grondslag aan interactiepatronen in het
gezin, gaat om impliciete gedragsregels). Binnen gezinsstructuur: vooral
aandacht voor hiërarchie, grenzen tussen gezinsregels, basisregels in
interactiepatronen en onopgeloste conflicten.
Gezin heeft twee belangrijke taken: