Stagedocent:
Stagebegeleiders:
Stage afdeling:
Verpleegafdeling 4D
School: HanzeHogeschool
Opleiding: hbo
Verpleegkunde
Osiriscode: HVVB18MWAG
Datum: 6 januari 2021
MODULE WERKEN AAN GEZONDHEID
,Inhoudsopgave
Inleiding............................................................................................................................................3
Leeruitkomsten...................................................................................................................................3
Hoofdstuk 1 vertrouwen opbouwen en Anamnese afnemen............................................................5
Anamnese afnemen...........................................................................................................................5
1.1 gezondheidspatronen van Gordon...............................................................................................6
1.2 draagkracht en draaglast.............................................................................................................8
1.3 clusteren van gegevens volgens NANDA......................................................................................8
Hoofdstuk 2 oorzaken en gevolgen uitsorteren...............................................................................11
2.1 stages of changes.......................................................................................................................11
2.2 stages of changes patiënt..........................................................................................................12
Hoofdstuk 3 mogelijke diagnose(s) voorleggen aan cliënt...............................................................13
Hoofdstuk 4 toetsen zelfredzaamheid.............................................................................................15
5.1 resultaten zelfredzaamheidsmatrix............................................................................................15
Hoofdstuk 5 diagnose vaststellen en voorleggen.............................................................................19
Hoofdstuk 6 resultaten bepalen......................................................................................................20
Hoofdstuk 7 interventies bepalen (indiceren)..................................................................................22
Interventies gericht op beperkt vermogen tot verplaatsing............................................................22
Interventies gericht op overvulling van vocht...................................................................................23
Interventies gericht op verminderd ademhalingsvermogen.............................................................24
Interventies gericht op machteloosheid/moedeloosheid..................................................................24
Hoofdstuk 8 toewijzen en/of verwijzen...........................................................................................25
Hoofdstuk 9 zorgplan starten..........................................................................................................28
9.2 inzage zorgplan..........................................................................................................................29
Hoofdstuk 10 monitoren en evalueren............................................................................................29
Bijlagen............................................................................................................................................36
Bijlage 1 stages of change................................................................................................................36
.........................................................................................................................................................36
Bijlage 2 ingevulde zelfredzaamheidsmatrix....................................................................................37
Bijlage 3 transferprotocol.................................................................................................................38
Bijlage 4 protocol ademhaling tellen................................................................................................39
.........................................................................................................................................................39
Bijlage 5 vragenlijst geriatric depression scale.................................................................................41
2
,Inleiding
In de module werken aan gezondheid staan de volgende begrippen
centraal:
- Indiceren van zorg
Het vaststellen, beschrijven en organiseren van de aard, duur, omvang en
doel van de benodigde (verpleegkundige) zorg, in samenspraak met de
zorgvrager, op basis van gediagnosticeerde of potentiële, nader te
onderzoeken en te diagnosticeren patiënt problemen.
- Zelfmanagement versterken
Het ondersteunen van zelfmanagement van mensen, hun naasten en hun
sociale netwerk, met als doel het behouden of verbeteren van het
dagelijks functioneren in relatie tot gezondheid en ziekte en kwaliteit van
leven.
- Preventie gericht analyseren
Het analyseren van het gedrag en de omgeving van de zorgvrager dat
leidt tot gezondheidsproblemen van zorgvrager en doelgroepen.
In de module werken aan gezondheid staat gezondheidsbevordering
centraal. Met gezondheidsbevordering, health promotion, wordt
gezondheid op een positieve manier gestimuleerd en worden negatieve
invloeden op de gezondheid zoveel mogelijk beperkt. Zelfmanagement is
een belangrijk begrip bij gezondheidsbevordering. Zelfmanagement is de
individuele capaciteit van de patiënt om met zijn gezondheidsprobleem,
de symptomen en de lichamelijke en psychosociale consequenties van zijn
gezondheidsprobleem om te gaan (Sassen, 2016).
Leeruitkomsten
De volgende leeruitkomsten zijn voor de module werken aan gezondheid
van toepassing:
1. De student omschrijft op methodische en verantwoorde wijze de
potentiele patiëntproblemen en verantwoord deze keuze op basis van
recente wetenschappelijke bronnen en/of klinische expertise en inzichten.
2. De student beoordeelt op methodische wijze samen met de zorgvrager,
diens naasten en informele netwerk de gezamenlijke draaglast en
draagkracht en verantwoordt in welke fase van zelfmanagement de
zorgvrager zich bevindt en houdt bij het indiceren van de preventieve zorg
hier rekening mee.
3.De student verklaart het risicovolle gedrag en motivatie voor
gedragsverandering met behulp van gangbare modellen en gebruikt deze
informatie bij het indiceren van de preventieve zorg.
3
, 4. De student prioriteert de preventieve zorg, stelt deze vast en
verantwoordt deze en wijst de zorg toe aan het juiste
deskundigheidsniveau, rekening houdend met een effectieve verdeling
van middelen en dit inzichtelijk makend aan alle betrokkenen.
5. De student organiseert de zorg effectief en efficiënt, werkt volgens
standaarden, richtlijnen en protocollen en kan de zorg op transparante
wijze monitoren.
Om te bewijzen dat ik aan leeruitkomsten 1 t/m 3 heb voldaan laat ik
waarderingsformulieren invullen door collega’s/ werkbegeleiders.
Om te bewijzen dat ik aan leeruitkomsten 4 en 5 heb voldaan laat ik de
desbetreffende collega meekijken in de praktijk op het moment dat ik dit
uitvoer, ook dan zal er na die tijd een waarderingsformulier ingevuld
worden als bewijs.
Casus patiënt K
In dit verslag wordt een preventieplan uitgewerkt voor patiënt K. Patiënt K
is een hoog complexe patiënt, een patiënt mag hoog complex genoemd
worden wanneer er sprake is van meerdere, elkaar beïnvloedende
aandoeningen en/of beperkingen (Remmerswaal et al., 2016). Patiënt K is
bekend met Diabetes Mellitus type 2, waarvoor afhankelijk van insuline,
hypertensie, atriumfibrilleren, perifeer arterieel vaatlijden, COPD-klasse 2
en nierfunctiestoornissen waarvoor patiënt K drie keer in de week moet
dialyseren. Patiënt K. Is op de afdeling chirurgie gekomen met de diagnose
koorts en wondproblemen bij vaatlijden. Vanwege niet genezende
necrotische wonden aan beide voeten heeft er aan beide voeten een
teenamputatie plaats gevonden. Na de operatie lijkt het goed te gaan met
patiënt K. Tot na een aantal dagen er een ontstekingsreactie lijkt te
ontstaan en de wond op de linkervoet slecht blijkt te helen. Uiteindelijk is
er besloten om het linkerbeen van patiënt K. te amputeren. Omdat patiënt
K. hierdoor slecht ter been is, gaat toiletgang ook moeizaam. Vanwege de
dialyses heeft patiënt K geen urineproductie meer. Door de verminderde
conditie die door de operaties veroorzaakt is, is de mobiliteit minimaal.
Daarnaast ontstaat er een beeld van voedingstekort. Patiënt K. krijgt
sondevoeding, om genoeg voedingsstoffen binnen te krijgen. Door het
lange zorg traject zijn er ook psychische klachten ontstaan en neemt de
motivatie af tot revalidatie, omdat er steeds opnieuw complicaties
ontstaan.
De bovengenoemde casus is een hoog- complexe zorgsituatie. Patiënt K. is
afhankelijk van hulpverleners wat betreft ADL en is weinig tot niet mobiel.
Patiënt K. is op gebied van psyché en somatisch erg kwetsbaar, doordat er
na verschillende ingrepen veel complicaties optraden is patiënt K. bang
voor wat er nog meer komen gaat. Op bepaalde momenten geeft dit stress
en veroorzaakt onrust. Wanneer er wordt gevraagd naar dit gebied wordt
patiënt K. emotioneel.
4