SAMENVATTING BASISBOEK CHEMISCHE VEILIGHEID
HOOFDSTUK 2: STOFFEN
§ 2.6: Stoffen en gevaarlijke stoffen
§ 2.6.1: Gevaarsklassen en indelingscriteria
Sommige stoffen zijn gevaarlijk door de intrinsieke stofeigenschappen. Deze stoffen kunnen schade toebrengen
aan mens of milieu bij gebruik, vervoer of opslag van die stof. De mens maakt onderscheid tussen gevaarlijke en
niet-gevaarlijke stoffen. Afspraken hierover indelingscriteria: hier komen de gevaarsklassen uit voort. Overal
gelden dezelfde criteria voor de gevaarsklassen.
§ 2.6.2 Herkennen van gevaarlijke stoffen
Gevaarlijke stoffen kun je niet herkennen aan vorm, toestand, geur of kleur. De enige effectieve manier om
gevaarlijke stoffen te kunnen herkennen, is door middel van een gevaarsetiket 1 op de verpakking. Een
gevaarsetiket geeft de gebruiker een instrument in handen om kennis te kunnen nemen van de gevaren van de
stof, alsmede korte instructies hoe de risico’s beperkt kunnen worden.
Gevaarlijke stoffen bij transport (kadertekst)
1949 o.l.v. VN eerste harmonisatieslag t.a.v. gevaarlijke stoffen ADR Wet ten aanzien van vervoer van
gevaarlijke stoffen over de weg in Europa alleen acute gevaren werden hierin opgenomen. Regels in NL
verdeeld over twee wetten: Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen (WVGS = voor vervoer over land en water) en de
Wet Luchtvaart.
Gevaarlijke stoffen bij aflevering (kadertekst)
1967 Europese harmonisatie en regelgeving voor gevaarlijke stoffen bij aflevering Stoffenrichtlijn 67/548
aangenomen door betrokken EU-landen (met de bekende R- en S-zinnen). Deze is later uitgebreid met
regelgeving voor gevaarlijke mengsels. Etiketteringsregels waren nu gelijk.
Januari 2009 CLP-verordening van kracht nieuwe regelgeving over indeling, kenmerking en verpakking
van gevaarlijke stoffen. CLP Europese invulling van het GHS (wereldwijd etiketteringssysteem door de V.S.
ontwikkeld). De CLP-verordening vervangt de Stoffenrichtlijn 67/548 de R- en S-zinnen zijn veranderd in H-
en P-zinnen.
§ 2.6.3: Risico’s door gevaarlijke stoffen
Gevaar iets dat voortkomt uit de eigenschappen van een stof zelf (brandgevaar). Risico bepaald door de
eigenschappen van een stof, in combinatie met de omstandigheden waaronder die gevaarlijke stof wordt
gebruikt.
Risico = Gevaar x Blootstellingkans. Is er geen blootstelling, dan kunnen de gevaarseigenschappen nog zo groot
zijn, het risico = 0.
§ 2.6.4: Risico’s door niet-gevaarlijke stoffen
Niet-gevaarlijke stoffen (voldoen niet aan enig criterium voor gevaarlijke stoffen) zijn niet automatisch vrij van
een gevaar. Duidelijk is dat men naast de gevaarlijke eigenschappen van de stof ook altijd oog moet hebben voor
omstandigheden die risico’s inhouden (voorbeeldden boek teveel water, graan, hooi etc.).
1 Gevaarspictogram, gevaars- en preventiezinnen
,§ 2.7: Gevaarlijke situaties door stoffen
Gevaarlijke situaties kunnen, naast werken met, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen ontstaan door een
bijzonder gebruik van een stof (gevaarlijk of niet-gevaarlijk). Enkele voorbeelden (verdere uitwerking online
boek Chemische Veiligheid):
§ 2.7.1: Gevaarlijke situaties door de aggregatietoestand van de stof
- Thermische brandwonden door contact met stoom (losschietende leidingen)
- Vrieswonden door contact met koude stoffen (cryogene vloeistoffen: vloeibaar stikstof, vloeibaar zuurstof)
- Brand door stoffen in pyrofore vorm: vaste stoffen kunnen soms als zeer fijn poeder voorkomen en hebben
daardoor een groot oppervlak dat spontaan kan ontbranden (vooral metalen).
(kadertekst) Leidingen en slangen waardoor koude vloeistoffen lopen worden hierdoor bros, de zogenoemde
koudebrosheid. Regelmatige controle op de kwaliteit van deze leidingen is daarom nodig. Kooldioxide:
blusmiddel en koelmiddel. Blusmiddel kooldioxide valt boven de 800 graden Celsius uiteen in o.a.
koolmonoxide.
§ 2.7.2: Gevaarlijke situaties door instabiele stoffen
- Bepaalde stoffen kunnen onderhevig zijn aan interne reacties: moleculen die uiteenvallen, waarbij
verbindingen kunnen ontstaan met andere gevaarlijke eigenschappen peroxiden kunnen na enige tijd
uiteenvallen waarbij zuurstofradicalen gevormd worden die erg reactief zijn, met een verhoogde kans op
brand en explosie
- Stoffen kunnen spontaan reageren met luchtzuurstof of vocht in de lucht, waarbij bijtende stoffen gevormd
kunnen worden zoutzuur
§ 2.7.3: Gevaarlijke situaties door verstikking
- Verstikking door koolmonoxidevergiftiging koolmonoxide wordt aan het bloed gebonden, waardoor de
lichaamscellen van zuurstof verstoken blijven en sterven
- Luchtsamenstelling van ingeademde lucht wordt beïnvloed, waardoor het zuurstofaandeel daalt werken
in kleine, besloten ruimten
- Verstikkingsgevaar door inerte of niet-giftige stoffen zuurstofgehalte van ingeademde lucht onder de 18
volumeprocent
§ 2.7.4: Gevaarlijke situaties door statische elektrische oplading
Komt vooral voor bij bewegende, stromende vloeistoffen afhankelijk van transportsnelheid, grootte van
geleidingsvermogen. Geringe geleidbaarheid statische lading wordt opgewekt. Opbouwende lading erg groot
risico op ‘doorslag’ (overslag van de opgebouwde lading naar de direct geleidende omgeving) vonken. In
een explosieve omgeving kan dit het uitbreken van een brand tot gevolg hebben bij transport van brandbare
vloeistoffen altijd rekening gehouden worden met elektrostatische oplading, en aarden is dan altijd vereist.
§ 2.8: Stofprofiel van enkele veelgebruikte stoffen (stof bij kamertemperatuur en 1 atmosfeer)
Amoniak (NH3):
- Verschijningsvorm: Kleurloos, bijtend gas met stekende geur. De geurdrempel ligt bij ca. 35 mg/m³ lucht
- Oplosbaarheid in water: Goed oplosbaar, vormt Amonia
- Dichtheid: 0,8. Dampdichtheid: 0,6: gas is lichter dan lucht
- Gevaarseigenschappen: Ontvlambaar, giftig bij inademing, ernstige brandwonden bij blootstelling
, Aceton (H³COCH³)
- Verschijningsvorm: Kleurleuze vloeistof met typerende geur
- Oplosbaarheid in water: Volledig
- Dichtheid: 0,8. Dampdichtheid: 1,2: damp zakt naar de grond
- Gevaarseigenschappen: Licht ontvlambaar, in ogen sterk irriterend, duizeligheid en slaperigheid
(inademing), droge huid na herhaalde huidblootstelling
Natronloog, ca. 30% oplossing (NaOH)
- Verschijningsvorm: Kleurloze oplossing
- Oplosbaarheid in water: Volledig
- Dichtheid 1,4: zinkt in water
- Gevaarseigenschappen: Bijtend, veroorzaakt ernstige brandwonden
Zwavelzuur, geconcentreerd (H₂SO4)
- Verschijningsvorm: Kleurloze stroperige, hygroscopische vloeistof
- Oplosbaarheid in water: Volledig, met veel warmteontwikkeling (altijd zuur bij water, niet andersom!)
- Dichtheid: 1,8: zinkt in water
- Gevaarseigenschappen: Bijtend, veroorzaakt ernstige brandwonden, giftige dampen bij verhitting
(zwaveldioxide), nevels van zwavelzuur zijn kankerverwekkend
Sinds enkele jaren is er een Europese wet die het op de markt brengen en gebruik van chemische stoffen regelt:
REACH. Voordat stoffen op de markt komen, moeten deze geregistreerd, geëvalueerd en geautoriseerd worden.
Producenten, importeurs en leveranciers van stoffen moeten dit doen.
Stoffenlijst (RIVM) stoffen op deze lijst is informatie opgenomen over productie, gebruik, effecten, normen,
bronnen, milieuconcentraties en beleid.
§ 2.9: Veiligheidsbeoordeling en blootstellingsscenario’s
Een blootstellingscenario geeft een beschrijving van een productieproces, arbeidshandelingen of toepassingen
die kunnen leiden tot contact met de stof.
- Als een stof wordt vervaardigd of ingevoerd in hoeveelheden van minimaal 10 ton per jaar
- Juiste maatregelen voor risicobeheersing en operationele omstandigheden
- Zodanig ontwikkeld dat ze op elk geïdentificeerd gebruik van toepassing zijn
- Een instrument om gebruiksomstandigheden en maatregelen voor risicobeheersing kenbaar te maken
- Worden als bijlage bij veiligheidsinformatiebladen gevoegd
Volledige uitleg in online boek Chemische Veiligheid
HOOFDSTUK 3: HERKENNEN VAN GEVAARLIJKE STOFFEN
Een chemische stof is niet altijd een gevaarlijke stof. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe je op eenvoudige
wijze een idee kan krijgen welke stoffen gevaarlijk zijn en waarom.
§ 3.2: GHS-pictogrammen en gevaarszinnen
Wereldwijde afspraken over gevaarlijke en niet-gevaarlijkse stoffen staan in het Globally Harmonized System
for Classification and labelling of chemicals (GHS). In Europa is dit GHS-systeem vastgelegd in de CLP- of EU-
GHS-verordening.