Samenvatting Psychopathologie 1,2,3,4,6,8,9,10,11,14
en 16.
Begrip: Uitleg:
Psyche Geest
Pathos Lijden.
Psychopathologie Geestelijk lijden
Psycholoog Iedereen kan zich psycholoog noemen.
NIP-lid: afgestuurd psycholoog gestudeerd aan de
universiteit met enige werkervaring.
Therapeut Iedereen die een vorm van therapie uitvoert.
Psychiater Arts die zich na de geneeskunde heeft gespecialiseerd in
de psychiatrie
Geschiedenis - Religieus of demonologisch: straf van god of bezeten
door de duivel.
- Nebukadnezar (604 voor christus): ging in de nacht
als wolf door de gang kruipen.
- Natuurwetenschappelijke context: ontdekking van
lichamelijke oorzaken van bepaalde geestesziekten.
Dementia paralytica eind 19e eeuw.
- Geesteswetenschappen: schijnbaar lichamelijke
symptomen.
Abnormal Wat is normaal?
psychology Normaal - Abnormaal
Aanpassing - Afwijking
Gezondheid - Ziekte
Welzijn – Lijden
Criteria voor abnormaliteit:
1. Uitzonderlijk ( komt niet vaak voor de pest in de
14e eeuw)
2. Sociaal afwijkend ( De samenleving vindt het
onmenselijk, zoals pedofolie)
3. Foute perceptie of interpretatie van de werkelijkheid
( stemmen horen die een ander niet hoort)
4. Veroorzaakt lijden.
5. Ongepast of contraproductief. ( belemmerd het
functioneren)
6. Gevaarlijk.
Freud geesteswetenschappen schijnbaar lichamelijke
symptomen. Hysterica, mensen die klachten hadden
maar niet lichamelijk werd onderbouwd. Klachten
vallen weg bij hypnose.
Gebieden waar 1. Biologie: ( biologisch model/medisch
men de oorzaak model)verstoorde werking van neurotransmitters.
van Afwijkingen / defecten in de hersenen. Bijv. ziekte
psychopathologie van Alzheimer. (adequate lichamelijke en
zoekt hersenprocessen zijn een voorwaarde voor gezond
functioneren)
,Samenvatting Psychopathologie 1,2,3,4,6,8,9,10,11,14
en 16.
Overlap in genetisch materiaal: ouder/broer/zus 50%
, tante/ooms 25%, neven/nichten 12.5%
Concordantie de mate waarin eenzelfde
eigenschap bij twee familieleden voorkomen.
2. Psychologie:
Leermodellen behaviorisme ( de invloed van
leerervaringen op de ontwikkeling van afwijkend
gedrag) aanleren van afwijkend gedrag. Klassieke
conditionering: gedrag ontstaat als reflex op
stimulus.
Operante conditionering: Gedrag ontstaat als reactie
op bekrachtiging.
Behaviorisme: psychologische school die
psychologie definieert als de studie van
observeerbaar gedrag. Ivan Pavlov.
Geconditioneerde respons: in de klassieke
conditionering een geleerde respons op een
voorheen neutrale stimulus.
Ongeditioneerde respons: niet aan geleerde
respons.
Modeling: leren door het gedrag van anderen te
observeren.
Psychodynamisch ( onbewuste conflicten en
motieven als oorzaken afwijkend gedrag) Freud
theorie model van onze persoonlijkheid, ook wel
psychoanalyse genoemd. Je hebt het bewuste
waarvan Freud zegt dat dit moment onze aandacht
daar naar toe gaat. Het voorbewuste het deel van
de geest waarvan de inhoud buiten het huidige
bewustzijn ligt, maar waarvan we ons bewust
kunnen worden als we onze aandacht erop leggen.
Het onbewuste wat buiten het bereik van onze
bewustzijn ligt. ID onbewust en wordt aangestuurd
door onze lustprincipes, dit is vanaf de geboorte
aanwezig. Ego gaat frustraties tegen. Superego is
een geweten met de structuur van de normen en
waarden die je van je ouders heb mee gekregen.
Afweermechanismen: het ego gebruikt dit om jezelf
te beschermen, zoals: verdringing, regressie
(terugkeer naar gedrag wat werkt) , rationalisatie
(gebruik van misleidende rechtvaardiging voor
onacceptabel gedrag), verplaatsing, projectie,
reactieformatie ( gedrag dat het tegenovergestelde
is van het werkelijke gevoel) , sublimatie.
Cognitieve modellen ( Verkeerd denken als
oorzaak van afwijkend gedrag)
Bestuderen de cognities: gedachten, opvattingen,
verwachtingen en attitudes . (kennis).
Cognitieve vervormingen: denkfouten.
, Samenvatting Psychopathologie 1,2,3,4,6,8,9,10,11,14
en 16.
Albert Ellis: Ellis meende dat emotioneel lijden wordt
veroorzaakt door de opvattingen die we hebben
over de gebeurtenissen die we mee maken, niet
door de gebeurtenis zelf. ABC benadering
A=activerende gebeurtenis, B= opvattingen,
C=consequentie.
Aaron Beck: emotioneel lijden veroorzaakt door
denkfouten.
Humanistische modellen: (hindernissen op de
weg naar zelfbewustzijn en zelfacceptatie) Carl
Rogers & Abraham Maslow
Zelfactualisatie: een sterke neiging om alles te
worden wat we kunnen worden. Het motief dat
iemand drijft om al zijn vermogens te ontwikkelen
en de eigen, unieke vaardigheden tot uitdrukking te
brengen.
3. Sociaal-cultureel:
De rol die maatschappelijke fenomenen als
armoede, racisme en langdurige werkeloosheid
spelen in het ontstaan van afwijkend gedrag.
(sociale psychiatrie, effecten van sociale uitsluiting)
4. Biopsychosociaal:
Interacties tussen biologische, psychologische en
sociaal-culture factoren in de ontwikkeling van
afwijkend gedrag.
Overlap in Ouder-kind 50%
genetisch Broers-zussen 50%
materiaal Tantes-ooms 25%
Neven-nichten 12.5%
Diathese- Oorzaak: biologische aanleg, trigger uit de omgeving.
stresshypothese
DSM-IV Handboek voor diagnose van psychische aandoeningen.
Niet vanuit etiologie (oorzaken van psychische stoornissen)
Maar vanuit indicatoren (tekenen van psychische
stoornissen).
DSM IV: classificatieomdel (diagnostic and statistical
manual) beschrijvend vanuit symptomen, diagnose stellen
op basis van die beschrijving (toetsbaar, ondubbelzinnig).
Symptoom = ziekteteken.
Syndroom = een groep dikwijls samen optredende
symptomen.
Symptomatisch = naar een ziekte verwijzend.
DSM-IV: VIJF ASSEN:
- Klinische syndromen: symptomen van de meest
voorkomende psychische stoornissen die aanwezig