Samenvatting van het vak gezondheid en leefstijl uit het eerste jaar Sportkunde. Alle leerdoelen zijn uitgeschreven zodat je goed voorbereid aan de toets kan beginnen.
• De student weet wat er onder de medische visie op gezondheid wordt verstaan.
Gezondheid is de afwezigheid van ziekte of gebrek. Vroeger klopte dit, alleen
klopt dit niet met de hedendaagse welvaartsziekten.
• De student kent de definitie die de WHO hanteert van het begrip gezondheid.
Een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden en louter
als de afwezigheid van ziekte of gebrek.
• De student kan een omschrijving geven van het begrip Positieve gezondheid.
Het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale
levensuitdagingen om te gaan en daarbij zo veel mogelijk eigenregie te voeren.
• De student kan benoemen wat er onder de Big Five for a Healthy Live wordt
verstaan.
1. Voeding
2. Beweging
3. Slaap
4. Stress/ontspanning
5. Sociale interactie
Wat gezond is en tot een gezond leven leidt, is afhankelijk van de persoon,
leefstijl en context. Voor de vijf factoren is dus geen standaard. Er kan voor een
persoon bepaald worden wat optimaal is aan de hand van richtlijnen en
technieken.
• De student weet wat het Health Field concept van Lalonde inhoudt en kan het
plaatsen binnen de context van gezondheid.
• De student kan het begrip gezondheidsbeleid omschrijven en de gevolgen
daarvan voor de gezondheidszorg aangeven.
• De student kan de verschillende gezondheidsdeterminanten in het Health Field
concept van Lalonde beschrijven en koppelen aan voorbeelden in de
hedendaagse maatschappij.
1. Intern milieu (endogene determinant = in het binnenste)
à Erfelijke factoren (afwijking in genen, aanleg voor een ziekte)
, 2. Extern milieu (omgeving determinant)
à Fysieke omgeving
o Chemische factoren (sigaretten, geneesmiddelen)
o Fysische factoren (trilling geluid, straling)
o Biotische factoren (infectie ziekten, allergenen)
à Sociaal-maatschappelijke omgeving
o Arbeid (ARBO)
o School
o SES
o Etnische achtergrond
3. Medische zorg en preventie
4. Leefstijl à ruim 50% van alle dodelijke ziektes staan in verband met het
gedrag en leefstijl van mensen
• De student kan uitleggen hoe het optreden van Sociaal Economische
Gezondheidsverschillen (SEGV) is te verklaren.
Sociaal Economische Gezondheidsverschillen (SEGV) = verschillen in
gezondheid als gevolg van verschil in sociaal economische status (SES).
Verklaringen:
o Intermediaire factoren à gedrag en leefgewoonten
o Natuurlijke of sociale verklaring (ook wel selectieverklaring) = slechte
gezondheid geeft minder kansen en dus blijven/komen deze mensen in
lagere sociale klassen.
• De student kan zowel positieve als negatieve invloeden van de determinant
‘gezondheidszorg’ uit het Lalonde model benoemen.
De gezondheid is goed (gestegen levensverwachting) in westerse landen, maar
kost steeds meer geld. Model van Lalonde bekijkt zowel de
gezondheidsbedreigende als de gezondheidsbevorderde factoren. Waardoor het
ook mogelijk is om gezondheid te bevorderen.
Lesweek 4:
• Onderzoek in de begrippen leefstijl en gezondheid en hun relatie met sportkunde.
Sportkunde en gezondheid:
o Je werkt preventief
o Je werkt met sport als middel (niet het eind doel)
o Mensen moeten gezond blijven
Een leefstijl professional kan een cliënt begeleiden om eigen regie te voeren over
eigen staat van zijn door zelf maatregelen te laten nemen.
BLCN à beroepsvereniging leefstijlcoaching. De HBO leefstijlcoach maakt voor
de cliënt inzichtelijk dat er samenhang is tussen lichaam, geest, emoties, relaties
en zingeving. Hij zorgt dat de cliënt zijn doelen kan vertalen in concrete stappen
, en tot actie overgaat. Dit doet hij met doelgerichte coaching- en
trainingsmethoden die zich richten op het hier-en-nu.
• Werken met het model van Positieve Gezondheid.
• Het werkgebied van psychologie kennen.
Psychologie bestudeert al het gedrag (innerlijk en uiterlijk).
• Het onderzoeken van de relatie tussen psychologie en gezondheidsgedrag.
Je brein en zenuwstelsel:
- Linkerhersenhelft = logica, rationeel, praktisch
- Rechterhersenhelft = creativiteit, gevoel
• De werking en veranderbaarheid van de hersenen bekijken.
Neuroplasticiteit = het veranderen en aanpassen van het brein.
Het brein bestaat uit allemaal banen die worden gebruikt voor verschillende
dingen. Wanneer je iets nieuws doet wordt een nieuwe baan aangemaakt.
Wanneer je dit nieuwe gedrag vaker doet wordt de oude baan dus minder
gebruikt en die verdwijnt op een gegeven moment waardoor de nieuwe baan
normaal wordt.
Lesweek 5:
Epidemiologie
• De student kan het begrip epidemiologie beschrijven.
Epidemiologie = de medische wetenschap die de frequentie van ziekte in
menselijke populaties bestudeert
• De student kan in eigen woorden omschrijven wat epidemiologie kan betekenen
voor een professional Sportkunde.
• De student kan aangeven wat er wordt verstaan onder: incidentie, prevalentie,
Relatief Risico, Relatief Verschil, mortaliteit, morbiditeit en (gezonde)
levensverwachting.
- Incidentie = het aantal nieuwe ziektegevallen van een bepaald
gezondheidsprobleem gedurende een bepaalde periode.
à Inzicht in het verspreiden van een ziekte
à Kan opgevat worden als ‘de kans op het krijgen van …’
- Prevalentie = het aantal mensen dat op een bepaald moment een bepaald
gezondheidsprobleem heeft.
, Prevalentie = incidentie × ziekteduur
à Bij langdurige chronische ziekten (= dus een lange ziekteduur) die niet
eens een hoge incidentie hebben, toch veel mensen die ziekte hebben (=
hoge preventie)
- Relatief Risico (RR) = wordt gebruikt om de invloed van omgevingsfactoren
na te gaan door het delen van de incidentie van groepen.
RR = I1 / I0
I1 = incidentie in de groep met risicofactor (risicogroep)
I0 = incidentie in de groep zonder risicofactor (controlegroep)
RR 0-1 = kleinere kans in risicogroep
RR > 1 = grotere kans in risicogroep
- Relatief Verschil (RV) = het extra risico op een ziekte veroorzaakt door een
bepaalde risicofactor. Wordt bepaald door de incidentie van 2 groepen van
elkaar af te trekken.
RV = I1 - I0
I1 = incidentie in de groep met risicofactor (risicogroep)
I0 = incidentie in de groep zonder risicofactor (controlegroep)
- Mortaliteit = het aantal mensen dat overlijdt aan een bepaalde ziekte in een
bepaalde populatie, in een bepaalde periode (meestal 1 jaar)
à Valt ook onder incidentie want is per periode
- Morbiditeit = het aantal ziektegevallen (ziektecijfers)
- Levensverwachting = het verwachte aantal levensjaren bij geboorte.
Mannen: 80,4 jaar
Vrouwen: 83,6 jaar
- Gezonde levensverwachting = het gemiddeld aantal levensjaren dat mensen
zouden mogen verwachten in goede gezondheid door te brengen.
Mannen: 64,2 jaar
Vrouwen: 62,7 jaar
• De student kan verschillen benoemen tussen de meest gebruikte
epidemiologische maten (incidentie, prevalentie, RR, RV, daly).
Als veel mensen ziek worden (= incidentie) zullen ook veel mensen de ziekte
hebben (= prevalentie). De mensen die ziek geworden zijn blijven ziek (=
prevalent) totdat ze (door dood of genezing) niet meer ziek zijn. Doormiddel van
het RR kan de invloed van omgevingsfactoren op de incidentie worden
nagegaan. Bij het RV is het al duidelijk wat voor omgevingsfactor invloed heeft,
maar is het mogelijk om het risico op een bepaalde ziekte te berekenen. DALY =
ziektelast en is opgebouwd uit twee onderdelen; het aantal jaren verloren door
vroegtijdige sterfte aan die ziekte (= verloren levensjaren = YLL) en de gezonde
jaren die ‘verloren’ gaan door te leven met die ziekte (= jaren geleefd met de
ziekte = YLD).
DALY = YLL + YLD.
Het aantal DALY’s is het aantal gezonde levensjaren dat een populatie verliest
door een ziekte. Met behulp van DALY’s kunnen ziekten onderling goed
vergeleken worden als het gaat om hun invloed op de volksgezondheid.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mennoang. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.