UItwerkingen van Casus
Week 1
Casus Festival ‘Let’s Dance’
Aleid organiseert jaarlijks dansfestival ‘Let’s Dance’ in het laatste weekend van oktober. Over het
laatste festival was Aleid niet zo tevreden. Er vonden nogal wat opstootjes plaats, waarbij een
festivalbezoeker gewond raakte. Voor dit jaar wil ze daarom een beveiligingsbedrijf inhuren. Dit
bedrijf moet een aantal toezichthouders leveren, en mensen die bij de ingang fouilleren en tassen
controleren.Ze komt in contact met een beveiligingsbedrijf ‘Uitkijk’ bestaande uit 15 beveiligers. Ze
gaat 1 oktober bij het bedrijf op bezoek en maakt duidelijk dat zij beveiliging zoekt voor het festival
‘Let’s Dance’. Vervolgens krijgt ze een contract voor geschoven dat ze gelijk kan ondertekenen. Aleid
gaat nog niet akkoord, want zij wil het contract eerst nog even bespreken met haar juridisch adviseur.
Dat vindt ‘Uitkijk’ goed, maar deze vraagt of ze het contract dan uiterlijk 5 oktober wil terugsturen.
Een en ander wordt schriftelijk vastgelegd. Op 3 oktober krijgt Aleid een telefoontje van ‘Uitkijk’ met
de mededeling dat het bedrijf het laatste weekend van oktober, bij festival ‘Happy’ gaat beveiligen.
‘Uitkijk’ kan dus niet beveiligen bij festival ’Let’s Dance’. Aleid wordt verder uitgelegd dat de
organisatie van festival ‘Happy’ onmiddellijk akkoord is gegaan met het door hen aangeboden
contract, en dat zij, als klein bedrijf, deze zekerheid op werk niet kunnen laten lopen. Aleid deelt na
deze mededeling, in hetzelfde telefoongesprek, mee dat ze akkoord is met het contract, en dat ze
‘Uitkijk’ verwacht bij háár festival. Het beveiligingsbedrijf is dit echter niet van plan, omdat ze
inmiddels met de organisatie van festival “Happy” een contract hebben gesloten.
Vraag:
Is er een overeenkomst tot stand gekomen tussen ‘Uitkijk’ en Aleid?
Rechtsregel (R) – art. 6:217 lid 1 BW
Rechtsgevolg (Rg) – er is overeenkomst tot stand gekomen
Toepassing (T): lid 1:
aanbod > aanbod van De Uitkijk, het op 1 oktober meegegeven contract,
en aanvaarding daarvan-> Aleid aanvaardt het aanbod van De Uitkijk telefonisch op 3 oktober
Tussenconclusie (TC)*: in beginsel is er een overeenkomst tot stand gekomen
TENZIJ het aanbod op tijd is herroepen.
R: art.6:219 lid 1 BW
Rg: Een aanbod kan worden herroepen
T: Lid 1:
aanbod kan worden herroepen, tenzij het een termijn voor aanvaarding inhoudt ->
het aanbod is op 1 oktober gedaan met een toegezegde bedenktijd tot 5 oktober. Tot die tijd
kan het aanbod niet worden herroepen. Aleid gaat op 3 oktober mondeling akkoord met het
contract en heeft dus binnen de termijn aanvaard
TC: Het aanbod kan niet worden herroepen, ( OF het is een onherroepelijk aanbod)
Conclusie (C)*: Er is een overeenkomst tot stand gekomen tussen ‘Uitkijk’ en Aleid.
,Casus de race fiets
Kim zit krap bij kas en besluit daarom haar racefiets te verkopen. Ze weet dat haar vriend Said graag
een racefiets wil hebben. Als verrassing stuurt ze hem om 10 uur een app waarin zij aangeeft haar
fiets aan hem te willen verkopen voor € 150, -. Om 11 uur appt Said dat hij akkoord gaat en de fiets
graag voor € 150,- koopt. Op dat tijdstip is Kim bij haar oma. Die vertelt haar dat zij € 500,- op Kims
rekening heeft overgemaakt, omdat Kim vorige maand jarig was. Kim is uiteraard zeer blij, maar heeft
nu spijt als haren op haar hoofd dat ze haar fiets te koop heeft aangeboden. Toevallig komt zij Said op
straat tegen en zegt tegen hem dat de fiets toch niet te koop is. “Hoezo, ik heb je geappt dat ik de
fiets graag wil kopen.”
Vraag: Heeft kim haar aanbod om haar fiets te verkopen op tijd herroepen?
R: 6:219 BW lid 1 jo lid 2
RG: Aan bod kan worden herroepen
lid 1:
Een aanbod> De aanbod was het verkopen van haar racefiets voor het bedrag van 150 euro.
Geen termijn aan verbonden> Uit de casus blijkt dat er geen termijn aan verbonden was
Aanvaarding> Said heeft het aanbod van 150 euro om 11 uur aanvaard door haar een app bericht te
sturen.
Lid 2
Aanbod en mededeling is niet aanvaard> Het aanbod is wel aanvaard door
vrijblijvend> Kim heeft Said geen vrijblijvende aanbod gedaan
TC: Omdat het aanbod is aanvaard en verzonden kan een beroep op herroeping niet slagen
C: KIm heeft haar aanbod om haar fiets te verkopen niet op tijd herroepen
,Casus ‘De op=op stuntaanbieding’
Offiz is een groothandel in kantoorbenodigdheden. Elke twee weken stuurt Offiz naar haar vaste
klanten een reclamefolder met onder meer de rubriek ‘Op=op-stuntaanbiedingen’. Door
omstandigheden krijgt verkoopleider bij Offiz, Daphne, de reclamefolder van de komende periode
pas onder ogen als deze al bij Post.nl ligt voor bezorging de volgende dag. Tot haar schrik ziet zij dat
bij één van de stuntaanbiedingen niet de correcte prijs is vermeld. In plaats van € 965,- staat er nu €
695,-. Snel laat zij een e-mailbericht opstellen waarin Offiz de vergissing in de reclamefolder
corrigeert. Deze e-mail wordt nog dezelfde dag om 21.00 uur verstuurd naar alle relaties, waaronder
Nikkie.
De volgende dag opent Nikkie haar winkel en ziet de folder. Nikkie weet uit ervaring dat je bij de
Op=op-stuntaanbiedingen snel moet reageren. Zij negeert daarom haar inbox en rijdt naar Offiz. Zij
pakt 5 exemplaren van de stuntaanbieding voor € 695,-. Groot is haar verbazing als de kassa aangeeft
dat zij € 5838,25,- (incl. 21% BTW) moet afrekenen. Zij laat de folder zien, maar de medewerkster
vertelt dat deze aanbieding niet geldt. Nikkie vindt dat er een overeenkomst tot stand is gekomen op
grond waarvan zij recht heeft op vijf exemplaren voor € 4204,75,-
Is het aanbod van ‘De op=op stuntaanbieding’ op tijd ingetrokken?
R: 3:37 Lid 5 BW
T:
Intrekking (van verklaring> het aanbod in de folder waarin de stuntaanbieding voor € 695,- wordt
aangeboden wordt gecorrigeerd. Het word gecorrigeerd
Verklaring tot intrekking > Dit is gebeurd door middel van een e-mailbericht. Daarin staat dat er
sprake is van een vergissing.
De persoon tot wie de verklaring gericht was > klanten, onder meer Nikkie
Eerder of gelijktijdig bereikt hebben > e-mailbericht met intrekking komt eerder aan dan folder,
namelijk om 21.00 uur dezelfde dag, terwijl de folder de volgende dag is bezorgd.
Tussenconclusie: Er is geen aanbod. Offiz heeft het haar aanbod gelijktijdig en rechtsgeldig
ingetrokken waardoor zij niet gebonden is aan het aanbod van de stuntaanbieding.
Conclusie: Het aanbod van de Op=op-stuntaanbieding is op gelijktijd ingetrokken door offiz
, Casus ‘De verzamelaarsbeurs’
John staat op een verzamelaarsbeurs met zijn collectie van kleinste gouden munten ter wereld. Hij
raakt in gesprek met Pien en biedt aan Pien, die al sinds haar jeugd een verwoed verzamelaar van
munten is, de gehele collectie aan voor € 5.000. Een mooie prijs, zo stelt John, want de munten zijn
in excellente staat en zijn € 6.000 waard. Pien wil die munten graag, maar € 5.000 is voor haar net te
duur, dus ze zegt dat ze erover zal nadenken en loopt weg. Als Pien een uur later toch besluit om die
munten te kopen blijkt dat John de munten al aan iemand anders heeft beloofd. Pien is woest en
vindt dat zij recht heeft op die munten, want tenslotte heeft John ze eerder aan haar aangeboden
dan aan die ander.
Vraag :
Is er een overeenkomst tot stand gekomen tussen John en Pien?
Rechtsregel
Art 6:217 lid 1 jo art 6: 221 lid 1
Rechtsgevolgen: overeenkomst gesloten 6:217
Rg: aanbod vervalt 6:221
Toepassing art 6:217 lid 1:
- Aanbod: Het aanbod van John om de munten voor € 5.000 te verkopen aan Pien
- Aanvaarding: Pien die na een uur terugkomt om het aanbod van John te aanvaarden
Tussenconclusie: afhankelijk van de uitkomst van art 6:221 lid 1 is er wel of niet een overeenkomst is
gesloten
Toepassing art 6:221 lid 1:
- Mondeling aanbod: Aanbod van John op de verzamelaarsbeurs is in een gesprek met Pien
gedaan
- wanneer het niet onmiddellijk wordt aanvaard: Pien moest er eerst een uur over
nadenken en heeft het aanbod dus niet onmiddellijk aanvaard.
- een schriftelijk aanbod etc: nvt
Tussenconclusie: omdat Pien het aanbod van John niet onmiddellijk heeft aanvaard, is dat
aanbod vervallen en valt er dus niks te aanvaarden voor Pien
Eindconclusie: er is geen overeenkomst tot stand gekomen tussen Pien en John