100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Correlationeel onderzoek literatuur en hc's KOM samenvatting €4,49
In winkelwagen

Samenvatting

Correlationeel onderzoek literatuur en hc's KOM samenvatting

 0 keer verkocht

Alle literatuur en hoorcolleges van correlationeel onderzoek samengevat in het Nederlands.

Voorbeeld 2 van de 7  pagina's

  • 4 oktober 2021
  • 7
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (74)
avatar-seller
pien18
Hoorcollege 1
Correlationele onderzoeksvraag: onderzoeksvragen over samenhang of relatie tussen
eigenschappen
Bij correlationeel onderzoek vloeit de onderzoeksvraag voort uit de theorie.
 Deductie

Een onderzoeksvraag van een correlationeel onderzoek kun je herkennen aan de volgende elementen:
PAC:
 Population > de groep mensen (of dieren of objecten) waar je de uitspraak over wilt
doen
 Association > (verband/relatie) de onderzoeker geeft aan wat voor soort relatie er
verwacht wordt
o Plezier van eerste date neemt toe met meer contact via social media
vooraf.
 Positieve/stijgende relatie
o Hoe langer vluchtelingenkinderen in een asielzoekerscentrum wonen, hoe
kleiner de kans op een verblijfsvergunning
 Negatieve/dalende relatie
 Constructs > (theoretische begrippen) de kenmerken die de onderzoeker van de mensen
wil weten en meten en waartussen er verband wordt verwacht
o Plezier van de eerste date
o Hoeveelheid social media contact vooraf

Hoe meet je constructs?
 Fysieke kenmerken (bijv. lengte of haarkleur; makkelijk te meten)
 Theoretische begrippen
o Conceptuele definitie = wat bedoelt de onderzoeker met het begrip?
o Operationele definitie = hoe gaat de onderzoeker dit begrip meten?
 Operationalisatie > van de conceptuele definitie naar de
operationele definitie
Wanneer een fysiek kenmerk/theoretisch begrip geoperationaliseerd is, resulteert dat in een variabele
(numerieke waarde, bijvoorbeeld een getal of een score).

Categorische variabelen = getallen vertegenwoordigen geen hoeveelheden maar categorieën (bijv.
man=1 en vrouw=2, of rood=1, blauw=2, paars=3, etc.).
 Dit komt overeen met nominaal meetniveau (die vertegenwoordigen namen, woorden
en categorieën en hebben geen bepaalde ordening)
Kwantitatieve variabelen = getallen geven wel een hoeveelheid aan
 Dit kan op ordinaal, interval en ratio meetniveau
o Ordinaal meetniveau = er zit wel een orde in maar je kunt niet zeggen
dat of hoeveel de ene waarde groter/meer/beter is dan de andere
 Bijv. kledingmaat s, m, l etc.
o Interval meetniveau = verschillen tussen getallen zijn hetzelfde en
meetbaar en relevant, maar ze hebben geen absoluut nulpunt.
 Bijv. temperatuur > 10 graden is niet 2x zo warm als 5
graden
 Of IQ > minimum is 60 en maximum is 140
o Ratio meetniveau = wanneer verschillen tussen getallen hetzelfde en
meetbaar en relevant zijn en de 0 waarde wel een indicatie geeft.
 Bijvoorbeeld lengte en leeftijd.

Het doel is meestal om te generaliseren naar de populatie.
Inferentie = op basis van gegevens van een steekproef uitspraken doen over de populatie.

, Causaliteit = als een bepaald kenmerk een verandering in een ander kenmerk veroorzaakt
Voorwaarden causaliteit:
1. Covariance (covariantie) > er moet een relatie zijn tussen de oorzaak en het gevolg
2. Temporal precedence (volgorde in tijd) > de oorzaak moet in de tijd voorafgaan aan het
gevolg
3. Internal validity (interne validiteit) > alternatieve verklaringen voor de gevonden relatie
moeten zijn uitgesloten

Verschillende soorten correlationeel onderzoek:
Observatieonderzoek:
 Vaak voor hoe/waarom vragen, gebruikt om gedrag te meten
 Kwalitatief vs. Kwantitatief
o De kinderen vinden de scooter leuk vs. 9 van de 10 kinderen hebben de
scooter bereden
o De kinderen gaan vriendelijk met elkaar om vs. Er is maar 1 keer
onenigheid geweest tussen 2 kinderen
Surveys:
 Gebruikt om gedrag/opinies te meten (hoe vaak heb je drugs gebruikt/wat vind je van
het gebruik van harddrugs)
 Voordeel hiervan is dat er meerdere vragen over hetzelfde onderwerp in staan
o Op deze manier worden verschillende aspecten van hetzelfde theoretische
begrip gemeten
 Likert schaal (helemaal eens - helemaal oneens)
o Schaalscore = wanneer de verschillende antwoorden worden
samengevoegd

Om te generaliseren moet je vragen stellen over de externe validiteit (in hoeverre zijn de resultaten
toepasbaar op de gehele populatie).
Hiervoor is het belangrijk dat je begint met een aselecte steekproef.

Basisvorm aselecte steekproeven:
Enkelvoudige aselecte steekproef (simple random sample): lijst nodig van hele populatie, gebruik
computer om willekeurig participanten te selecteren.
 Hierbij heeft elke participant en elke combinatie van participanten dezelfde kans om
geselecteerd te worden
Doel populatie = deel van de populatie dat gedekt is tijdens het proces van steekproeftrekking
Dekkingsfouten (doordat mensen niet op de lijst staan maar wel onderdeel zijn van de populatie)
kunnen een vertekening van de werkelijkheid veroorzaken, voornamelijk als het deel van de populatie
dat niet bij de doel populatie hoort heel anders is dan de doel populatie.
Non-response = mensen die wel bij de steekproef horen maar niet meedoen met het onderzoek.

Wat gebeurt er wanneer groepen mensen binnen de populatie systematisch van elkaar verschillen?
(bijv. jongens en meiden verhouding)
 Het kan zijn dat de verhouding in de steekproef niet overeenkomt met de verhouding in
de populatie
Dit kun je voorkomen d..m.v. een gestratificeerde steekproef = je deelt de lijsten in op basis van de
verhoudingen, en trekt uit elke lijst een aselecte steekproef.
 Je kunt een gestratificeerde steekproef ook gebruiken om juist een deel van de groep te
oververtegenwoordigden, als je hun mening juist graag wilt horen.
 Gestratificeerde steekproef kan op 2 manieren:
o Populatieverhouding: de steekproef wordt in dezelfde verhoudign als de
populatie getrokken
o Oversampling: opzettelijk bepaalde deelpopulatie(s) vaker voor laten
komen in de steekproef

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper pien18. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69252 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€4,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd