Samenvatting

Samenvatting Arbeidsrecht (Minor Kanton)

Name: Arbeidsrecht (Minor Kanton)
SKU: doc_1322841
Rating: 5.00 (1 reviews)
Author: jaimygouweleeuw

1 beoordeling

13 keer verkocht

Vak
Arbeidsrecht

Instelling
Hogeschool Leiden (HSL)

In deze samenvatting zijn de leerdoelen uitgewerkt. Tevens vindt je hierin opdrachten en aantekeningen van de les.

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 43 pagina's

Bekijk voorbeeld

Heel boek samengevat? Nee
Wat is er van het boek samengevat? Paragraaf 3.2, 3.5, 3.6, 3.7 en 3.8, h 4.1 t/m 4.7, h7, h8, h12, h13, h14, h16, h18 h19.
Geupload op 5 oktober 2021
Aantal pagina's 43
Geschreven in 2020/2021
Type Samenvatting

1 beoordeling

Door: emmawinters • 3 jaar geleden

Volgen

jaimygouweleeuw Lid sinds 7 jaar 243 documenten verkocht

€4,49

In winkelwagen

Opslaan

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Arbeidsrecht les 1 – Internationaal Arbeidsrecht en procesrecht
De wet noemt in art. 7:655 BW de gegevens die in ieder geval schriftelijk aan de werknemer moeten worden medegedeeld, maar
stelt niet als eis dat dit in een arbeidsovk moet. De andere bepalingen kunnen naar keuze van de werkgever worden opgenomen.

4.2 Eenzijdig wijzigingsbeding
Een werkgever die een eenzijdig wijzigingsbeding (art. 7:613 BW) is overeengekomen behoudt zich de bevoegdheid voor,
ongeacht de omstandigheden die daartoe aanleiding geven, om op enig moment in de toekomst, eenzijdig in de
arbeidsovereenkomst voorkomende arbeidsvoorwaarden te wijzigen. Bij wijzigingen is het van belang na te gaan of er sprake is
van een arbeidsvoorwaarde (voorwaarden op basis waarvan de werknemer werkzaam is).
primair = salaris;
secundair = reiskostenvergoeding, verlofdagen, auto van de zaak.

Een werkgever mag hier alleen op beroepen als hij daarbij een zodanig zwaarwegend belang heeft dat het belang van de
werknemer dat door de wijziging wordt geschaad, daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken
(bedrijfseconomische of bedrijfsorganisatorische omstandigheden).
→ afbouwregeling;
→ instemming medezeggenschapsorgaan (Fair Play arrest: instemming niet in alle gevallen doorslaggevend. Van belang blijft
de beoordeling van de individuele feiten en omstandigheden.

Het beding moet schriftelijk zijn overeengekomen om rechtsgeldig te zijn. Dit vormvoorschrift heeft als doel de werknemer stil te
laten staan bij de gevolgen van ondertekening van dit beding.

4.3 Boetebeding
De wet (art. 7:650 BW) geeft de werkgever de mogelijkheid in een arbeidsovk voorschriften op te nemen, waaraan de werknemer
zich moet houden. Denk aan een verbod op bepaalde plaatsen in het bedrijf te roken of om een voorgeschreven persoonlijke
beschermingsmiddelen, zoals een speciale helm te dragen.

Als in een boetebeding is opgenomen dat de boete niet voor matiging vatbaar is, wordt soms het gehele boetebeding nietig
verklaring i.v.m. strijdigheid met art. 6:94 lid 3 BW. Er wordt evenwel ook geoordeeld dat de nietigheid niet het gehele beding treft,
maar alleen ziet op het verbod tot matiging.

Vormvereisten:
● schriftelijk;
● bedrag boete moet zijn vermeld;
● mag niet ten voordelen van werkgever;
● bestemming van boete moet zijn vermeld;
● binnen 1 week mag geen hoger bedrag aan gezamenlijke boetes worden opgelegd dan het loon voor een halve dag.

Van de laatste 3 mag bij werknemers die meer verdienen dan het wettelijk minimumloon in een schriftelijke arbeidsovk worden
afgeweken.

Werkgever mag niet t.a.v. een zelfde feit én boete heffen én schadevergoeding vorderen, art. 7:651 BW.

Boete = disciplinaire maatregel. Andere:
● schriftelijke berisping;
● non-actief stellen met behoud van loon;
● verbieden bepaalde werkzaamheden nog langer uit te voeren.

Mag niet in strijd handelen met bepalingen in de wet en de cao alsmede redelijkheid en billijkheid.

4.4 Proeftijdbeding
Partijen hebben bij een proeftijd de mogelijkheid om zich, alvorens zij voor de toekomst een meer definitieve arbeidsrelatie met
elkaar aangaan, gedurende een relatief korte periode op de hoogte te stellen van elkaars hoedanigheden, van de aard van de te
verrichten arbeid en van de geschiktheid van de werknemer voor de arbeid. Het geeft beide partijen de mogelijkheid, zonder de
voor opzegging geldende bepalingen in acht te nemen, uit elkaar te gaan.

Moet schriftelijk zijn aangegaan → kan ook in cao worden opgenomen → moet wel naar worden verwezen in arbeidsovk.

De maximale duur van de proeftijd is afhankelijk gesteld van de looptijd van de arbeidsovereenkomst, art. 7:652 leden 4 en 5 BW.

Het is mogelijk om een overeengekomen proeftijd te verlengen, mits hierdoor de maximaal toegestane termijn niet wordt
overschreden. Het kan nooit met terugwerkende kracht worden overeengekomen.

Van uitzendbureau naar bedrijf = geen proeftijd, want opvolgend werkgeverschap.

Proeftijd langer als 2 maanden = nietig = ijzeren proeftijddoctrine.

,Het staat een werkgever vrij een arbeidsovk met een werknemer op te zeggen zolang de proeftijd nog niet is verstreken, art. 7:676
BW. Werkgever hoeft hiervoor geen redelijke grond te hebben.

In art. 7:670a lid 2 sub b BW is geregeld dat de opzegverboden niet gelden in de proeftijd:
● ziekte
● zwangerschap
● militaire dienst
● lidmaatschap medezeggenschapsorgaan

Werkgever mag werknemer tijdens de proeftijd niet ontslaan vanwege:
● geslacht;
● godsdienst;
● levensovertuiging;
● ras;
● nationaliteit

4.5 Concurrentiebeding → Brabant/van Uffelen + AVM-arrest
Een concurrentiebeding, art. 7:653 BW, belemmert een werknemer om ná het einde van zijn arbeidsovk zijn werkgever te
beconcurreren door bijv. als zelfstandige te beginnen of elders in loondienst soortgelijke werkzaamheden te gaan verrichten als die
welke hij voordien voor zijn werkgever verrichtte. Het beperkt een werknemer in zijn grondwettelijke recht op vrije arbeidskeuze,
art. 19 lid 3 GW.

Hierin wordt aangegeven voor welke periode het beding geld (max. 1 jaar) en wat de reikwijdte van het concurrentiebeding is
(aantal km te rekenen vanaf arbeidsplaats) of welke werkzaamheden het betreft).

Vormvereisten:
● schriftelijk (van belang dat de werknemer expliciet met het beding akkoord heeft verklaard, opnemen alleen in cao is niet
rechtsgeldig.
● werknemer meerderjarig (uitzondering: als uit de bij het beding opgenomen schriftelijke motivering van de wekgever blijkt dat het
beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen, ontbreekt? = nietig. Niet overtuigend? =
vernietigbaar.
● in een contract voor onbepaalde tijd.

De ktr heeft de bevoegdheid een concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk te vernietigen als hij na afweging van de wederzijdse
belangen van oordeel is dat in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door heet beding
onbillijk wordt benadeeld.

De werkgever kan door de ktr worden veroordeeld om aan de werknemer een vergoeding te betalen gedurende de looptijd van het
concurrentiebeding, art. 7:653 lid 5 BW.

De algemene boeteregeling is hier van toepassing (artikelen 6:91 t/m 6:94 BW). De boete kan door de rechter worden gematigd.
Afkoop van het concurrentiebeding is niet mogelijk.

Nakoming van het concurrentiebeding en een boete kunnen naast elkaar worden gevorderd.

Hoe zit het bij de nieuwe werkgever? Daar waar de werkgever het vragen naar een concurrentiebeding tijdens een
sollicitatiegesprek heeft nagelaten dan wel die wetenschap heeft genegeerd, kan hij worden veroordeeld het dienstverband met
een werknemer te beëindigen.

4.5.5 Concurrentiebeding en functiewijziging
Het was aanvankelijk van belang om in de situatie dat een werknemer een functiewijziging onderling, opnieuw een
concurrentiebeding met hem overeen te komen → Brabant/van Uffelen. Bij een ingrijpende wijziging van de arbeidsverhouding die
tot gevolg heeft dat het concurrentiebeding zwaarder gaat drukken op de werknemer, moet zoals uit arrest blijkt, het beding
opnieuw overeengekomen worden.

4.6. Belemmeringsregeling
Een belemmeringsverbod verbiedt een uitzendbureau aan een uitzendkracht belemmeringen in de weg te leggen voor het aangaan
van een arbeidsovk met de inlenende onderneming na afloop van de terbeschikkingstelling. Het verbod beoogt te waarborgen dat
het uitzendbureau op geen enkele wijze beperkingen aanbrengt aan de vrije arbeidskeuze van de uitzendkracht.

4.7. Relatiebeding
Het is een werknemer niet toegestaan om gedurende een bepaalde periode na het einde van de arbeidsovk zakelijke betrekkingen
aan te gaan of te onderhouden met relaties van de werkgever. Een relatiebeding voldoet aan de definitie van art. 7:653 BW, maar
de werkingssfeer is beperkter dan die van het concurrentiebeding. Dit omdat niet alle concurrerende activiteiten worden verboden,
maar alleen concurrentie de bestaat uit het benaderen en bedienen van zakelijke relaties van de werkgever.

,● In grote lijnen uitleggen hoe het procesrecht werkt;

Hoofdstuk 16 = Procederen in het arbeidsrecht
Voordat er geprocedeerd wordt, moeten er 2 vragen worden gesteld:

1. Welke rechter is bevoegd van het geschil kennis te nemen? → absolute competentie (ktr) → art. 93 sub c Rv.
2. In welk rechtsgebied moet de zaak aanhangig worden gemaakt? → relatieve competentie.

16.2 Absolute competentie
▪ Rechtbanken, 11 (onderverdeeld in kamers: kanton, handel, insolventie, familie, bestuur);
▪ Gerechtshoven, 4 (Amsterdam, Arnhem-Leeuwarden, Den Haag, ’s-Hertogenbosch);
▪ de Hoge Raad der Nederlanden;
▪ Europese Hof van Justitie (voor het nationale (arbeids)recht).

Hoofdregel = procedure bij de rechtbank beginnen, art. 42 RO.
` 1. Rechtbank (vonnis)
2. Gerechtshof, beroep (arrest)
3. Hoge Raad, cassatie (arrest)

Er geldt een termijn van 3 maanden, te rekenen vanaf de datum van het vonnis voor het instellen van hoger beroep (appel). Het
appel leidt tot een volledig nieuwe behandeling en beslissing van de zaak. Het uitgangspunt is dat het hoger beroep niet uitsluitend
strekt tot een beoordeling van de juistheid van de in eerste aanleg gegeven beslissing, maar, binnen de grenzen van de rechtsstrijd
in hoger beroep, tot een nieuwe behandeling en beslissing van de zaak, waarbij de rechter in hoger beroep heeft te oordelen naar
de toestand zoals die zich voordoet ten tijde van zijn beslissing = devolutieve werking van het appel.

Ktr zijn bevoegd op het gebied van het huur-, consumentenkoop/consumentenkrediet, verkeersovertredingen en arbeidsrecht
ongeacht de hoogte van de vordering, art. 93 sub c Rv.

Onmiddellijkheidsbeginsel → De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een door drie raadsheren gewezen eindarrest nietig is omdat dit,
nadat een comparitie in hoger beroep heeft plaatsgevonden ten overstaan van één raadsheercommissaris, in strijd is met het
onmiddellijkheidsbeginsel, art. 134 Rv en art. 6 EVRM.

Cassatie:
− Verzuim van vormen / verzuim van essentiële rechtsbeginselen;
− Schending van het recht.

De arresten van de Hoge Raad hebben precedentwerking: lagere rechters zijn in gelijksoortige gevallen gebonden het standpunt
van de Hoge Raad te volgen.

16.3 Relatieve competentie
▪ De ktr binnen wiens rechtsgebied door de werknemer de arbeid gewoonlijk wordt verricht, art.
100 Rv; OF
▪ De ktr van de woonplaats van de verweerder of als deze niet bekend is, de kantonrechter van zijn
werkelijk verblijf, art. 99 Rv.
▪ Besluit zittingsplaats, p. 2773.

De eisende partij heeft geen keuzemogelijkheden.

16.4 Dagvaardingsprocedure → loonvordering
1. Eisende partij dagvaart de gedaagde. Hierin staat wat door eiser wordt gevorderd en waarom + datum en tijd van rolzitting.
2. Deurwaarder ondertekend en betekend de dagv. aan eiser.
3. Gedaagde kan reageren op eiser (conclusie van antwoord) + tegenvordering indienen (eis in reconventie).
3. Rolzitting (geen uitgebreide behandeling). Is de dagv. goed? Heeft gedaagde gereageerd?
4. Schriftelijke ronde. Reactie eiser = conclusie van repliek. Reactie gedaagde = conclusie van dupliek.
5. Verdere procedure
a) oproep voor een zitting (comparitie van partijen).
b) tussenvonnis waarin ktr vraagt om extra bewijs (horen getuigen)
c) eindvonnis.
6. Verzet (binnen 4 weken), hoger beroep (binnen 3 maanden) en in cassatie (binnen 3 maanden)

Verstek en verzet
De reactie van de gedaagde moet de dag voor de rolzitting binnen zijn. Laat de gedaagde na te reageren op de uitgebrachte
dagvaarding en de daarin opgenomen conclusie van eis, dan verleent de ktr verstek tegen hem en wijst hij de vordering doorgaans
toe, tenzij de vordering hem onrechtmatig of ongegrond voorkomt, art. 139 Rv (verstekvonnis). De gedaagde kan nog in verzet
gaan d.m.v. het uitbrengen van een dagvaarding aan de eiser binnen vier weken nadat hij kennis heeft genomen van de inhoud
van het vonnis. Hierin worden de bezwaren opgenomen. Door het aantekenen van verzet wordt de procedure heropend.

Vonnissen, art. 232 Rv.

16.5 Verzoekschriftprocedure
De rechter wordt verzocht om iets te doen of om een beslissing te nemen. Bij de (inhoudelijke) verzoekschriftprocedure ligt het
zwaartepunt op de mondelinge behandeling. De verzoekschriftprocedure wordt ingeleid met het uitbrengen van een verzoekschrift

, (rekest) door de verzoeker, waarop gereageerd wordt in de vorm van een verweerschrift door de verweerder. Het verzoekschrift
waarin ontbinding van de arbeidsovk wordt gevraagd, vermeldt de volledige naam van de verzoeker en woon/vestigingsplaats,
naam en gegevens van de gemachtigde, naam en adres van de verweerder, plaats waar de arbeid wordt verricht, uitvoerige
motivering van de redenen voor de verzochte ontbinding, datum en handtekening van de verzoeker. De rechter roept de partijen
binnen vier weken op voor een mondelinge behandeling waarna hij uitspraak doet in de vorm van een beschikking.

16.6 Kort geding → Voorzieningenrechter, art. 254 lid 1 Rv.
Hierin wordt beoordeeld of de in de voorgelegde zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel
of de vordering in een bodemprocedure zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan
vooruit te lopen door het treffen van een voorlopige voorziening. Een voorlopige voorziening is een soort tijdelijke oplossing,
vooruitlopend op de uitkomst van de gewone bodemprocedure. Een kort geding procedure begint met het uitbrengen van een
dagvaarding. Als uitgangspunt geldt dat het bij de uitspraak in kort geding gaat om een ordemaatregel en dat deze geen nadeel
mag toebrengen aan de zaak in een eventuele bodemprocedure, art. 257 Rv.

16.7 Prejudiciële vragen
De rechter kan zowel uit eigen beweging als ook op verzoek van een van de partijen, de rechtsvraag waar het in het geschil om
gaat ter beantwoording voorleggen aan de Hoge Raad. De rechter kan dan nadat hij een reactie van de HR heeft ontvangen een
beslissing nemen. Niet alle vragen komen voor de prejudiciële procedure in aanmerking. Het moet gaan om die rechtsvragen die in
een aanzienlijk aantal zaken aan de orde zijn.

16.10 Kosten procedure
Voor het aanhangig maken van procedures bij de ktr is de eiser/verzoeker griffierecht verschuldigd. Bij een kantonzaak betaalt
alleen degene die het proces start. De partij die zich verdedigt betaalt geen griffierechten. Andere kosten die gemaakt kunnen
worden: − Kosten voor rechtsbijstand (advocaat/jurist); − Deurwaarder; − Proceskostenveroordeling.

16.11 Verjaring en verval
Vervaltermijn: de rechter moet deze vervaltermijn ambtshalve toepassen.
Verjaringstermijn: een van de partijen moet daarop een beroep doen, art. 3:322 BW.

● Jurisprudentie doorgronden en toepassen in een casus.

Aantekeningen les
Casus tijdens de les (benader het praktische en via verschillende kanalen)

Werknemer van 57 jaar met een administratieve functie. Werkt al 17 jaar bij organisatie. Werkt 32 u pw. Directeur vindt dat het
efficiënter kan. Hij huurt een bedrijf in die de organisatie doorlichten. Werknemer wordt er niet in betrokken in het onderzoek. Op
zijn bureau vindt hij een rapport. Hierin staat dat zijn werk ook in 24 u pw zou moeten kunnen. Hij ziet in het rapport dat bepaalde
pagina’s ontbreken. Hij krijgt een aanbod: 2 opties: 1. komende 8 maanden elke maand 1 uur minder werken, vanaf maand 9 een
dienstverband van 24 u. 2. 32 u per week in dienst blijven, maar 8 u aan andere taken besteden.

Wat zou je de werknemer adviseren?
Wat staat er in de wijziging van de cao? Mag de werkgever dit veranderen zonder toestemming? Is er een zwaarwegend belang?
Waar is het op gebaseerd dat het in 24 u kan? Wat staat er op de pagina’s die ontbreken?

Bezwaar maken tegen het rapport, omdat het tijdens de vakantie van werknemers is gebeurd. Hoe heb je daar dan zicht op?
Werkgever kan niet zomaar arbeidsvoorwaarden wijzigen. Er moet een beding in staan dat het mag.

Beëindigd d.m.v. vaststellingsovereenkomst. Partijen hebben aangegeven dat de samenwerking niet mee liep. Werknemer kreeg
uitkering in UWV. Transitievergoeding is berekend.

Nadeel van akkoord gaan met aanbod = hogere werkdruk, uitkering lager, pensioen lager.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.