1. Wat zijn de verschillen tussen juridisch en empirisch?
Het recht maakt deel uit van de samenleving en rechtssociologie bestudeert de wederzijdse beïnvloeding van het recht en
de samenleving. Juridische activiteiten worden law in the books genoemd en rechtssociologische activiteiten law in action.
Rechtssociologen stellen dan ook kritische vragen bij juridische oplossingen en hebben meer oog voor de praktijk van het
recht.
Rechtssociologen stellen vragen naar de manier hoe men met geschillen omgaat. William Felstiner, Richard Abel en Austin
Sarat schreven een artikel genaamd ‘Naming, Blaming and Claiming’ wat de sociale constructie van conflicten weergeeft.
Een sociale constructie kan leiden tot een conflict, dit maken mensen er zelf van. Rechtssociologen kijken naar hoe een
geschil in de rechtszaal is gekomen en hoe deze zich na de uitspraak ontwikkeld. In de sociale constructie van een conflict
zijn vier fases van belang:
- Fase 1: er bestaat nog geen probleem
- Fase 2: het probleem wordt als eerste benoemd (naming). Een probleem kan ontstaan met een concrete
aanleiding of uit een nieuwe definitie van een oude situatie.
- Fase 3: er wordt een schuldige aangewezen (blaming). Wat mensen als probleem zien en wie daarvoor
verantwoordelijk is wordt bepaald door algemene maatschappelijke opvattingen en de groep waarvan zij deel
uitmaken. De algemeen maatschappelijke opvattingen zijn vaak vastgesteld in het recht.
- Fase 4: het vragen van excuses, herstel, zekerheid voor de toekomst of schadevergoeding (claiming)
Fase 2, 3 en 4 kunnen ook collectief gedaan worden. Het is dan niet meer een private problem maar een public issue. Ook
geven deze drie fases ons de mogelijkheid een conflict onder woorden te brengen. Echter, iedere stap is onzeker: iemand
kan een gedrag namelijk als niet problematisch beschouwen of er is geen mogelijkheid om een claim in te dienen. Vaak is
het mogelijk een geschil onderling te beslechten. Maar in complexe geschillen is dit lastiger en gaat de zaak naar een
rechter.
Rob Schwitters heeft onderscheid gemaakt tussen vier functies van het recht, die met elkaar kunnen overlappen:
1) Ordenende functie: het recht maakt het mogelijk andermans gedrag te voorspellen, om het eigen gedrag daarop
af te stemmen.
2) Instrumentele functie: een handvat van de overheid om doelen te realiseren
3) Geschillenbeslechtingsfunctie: het eindigen van conflicten op een vredige manier
4) Normatieve functie: recht is een vertaling van normen en waarden
Het gedrag van mensen wordt beïnvloed door de grotere sociale verbanden waarvan ze deel uitmaken. Deze groepen en
instituties oefenen sociale controle uit over jou als individu met informele regels. Dit zijn dan wel geen juridisch bindende
regels, maar er staan wel sancties tegenover bij overtreding. Het recht is volgend John Griffith een specialistische vorm
van sociale controle.
Het recht is met de ontwikkelingen zo complex geworden dat bestaande kaders vaak tekort schieten om grip te krijgen op
de ingewikkelde maatschappij. Daarom is het belangrijk dat naast de overheid ook andere platformen het gedrag van
mensen proberen te sturen (governance).
Er zijn twee soorten rechtssociologie:
- Sociology of law: dit toeschouwersperspectief richt zich vooral op het kijken naar het recht vanuit een
sociologische bril.
- Socio-legal studies: in dit perspectief wordt het recht als startpunt genomen en wordt gekeken naar de effecten
ervan op de samenleving etc.
Rechtssociologie is kritisch (kritische dimensie) op het recht en wil het hiermee beter laten functioneren (constructieve
dimensie). Rechtssociologie wordt vaak gebruikt om een wet te evalueren om te zien of deze het gewenste effect heeft
gehad. Men gebruikt het recht namelijk vaak om zichzelf te bevoordelen waardoor er rekening moet worden gehouden
met de sociale context waarbinnen het recht zijn werking krijgt, om de wet effectief te maken.
Bottom-up perspectief = de onderzoeker kijkt naar het recht vanuit de positie van de burger
Top-down perspectief = het officiële perspectief van de autoriteiten met een wet
In de rechtssociologie wordt ervan uitgegaan dat de samenleving invloed heeft op het recht (sociale productie van recht)
en dat het recht invloed heeft op de samenleving (sociale werking van het recht).
, In de rechtssociologie wordt gebruik gemaakt van vier soorten maatschappelijke bronnen van recht:
1. De politiek: in een rechtsstaat zijn politieke partijen, bestuurders en ambtenaren belangrijke machtsfactoren.
2. Economisch-technologische ontwikkelingen: nieuwe ontwikkelingen leiden tot reacties van burgers en zo tot
nieuwe regels.
3. Juridische professionals: de rechterlijke macht, de advocatuur en ambtenaren hebben invloed op de toepassing
van het recht.
4. Rechtsopvattingen van burgers: het is van belang dat men weet wat het recht inhoudt. Er zijn drie vormen van
legal consciousness:
a. Before the law = kijken naar het recht en het waarderen daarvan
b. With the law = maken gebruik van het recht wanneer het hem uitkomt
c. Against the law = de instituties zijn de boosdoeners
5. Rechtscultuur: het vergelijken van de cultuur van andere landen
Sommige effecten van het recht waren niet voorzien (onbedoelde effecten). Bedoelde effecten zijn de effecten die de
wetgever voor ogen stonden. Juristen kijken vaak naar de effectiviteit en de doelstellingen van de wetgever maar de in de
rechtssociologie wordt gesproken van de sociale werking van wetten, wat een veel bredere kijk oplevert. Bij de sociale
werking wordt afgevraagd of de burger de wet kent en deze ook gehoorzaamt.
Het doen van empirisch onderzoek is relevant omdat:
- Het stellen van empirische vragen kan leiden tot een fundamenteler begrip van de werking en het functioneren
van het recht in de praktijk. Daardoor kunnen feiten aan het licht komen of onder de aandacht gebracht worden
die anders misschien onopgemerkt zouden blijven.
- Maatschappelijke ontwikkelingen buiten het juridische veld leveren vaak input voor nieuwe ontwikkelingen
binnen het recht. Het bestuderen van relevante vraagstukken en ontwikkelingen kan bijdragen aan nieuwe
juridische vragen, onderwerpen en ontwikkelingen.
- Het empirische onderzoek kan belangrijk zijn voor juristen die inzichten uit andere wetenschappelijke disciplines
te combineren en toe te passen op hun eigen vakgebied.
- Door empirisch onderzoek te doen leer je te begrijpen wanneer je moet inzoomen op relevante details, wanneer
je moet uitzoomen en proberen te generaliseren over verschillende casussen en hoe je dit alles moet
rapporteren.
Empirisch onderzoek kan een belangrijke bijdrage leveren aan de ideeën over hoe het recht zou moeten werken (law in
the books) en over hoe het recht in de praktijk werkt (law in action). Rechtssociologie bestudeert aan de hand van de
sociale en gedragswetenschappen hoe het gedrag van mensen gereguleerd kan worden. Empirische bevindingen kunnen
een aanvulling zijn op normatief inzicht in hoe het recht zou moeten werken.
Wat geldend recht is (‘is’) kan niet los worden gezien van wat het hoort te zijn (‘ought’). Het recht heeft
(maatschappelijke) normen als object van onderzoek, waarover zowel empirische als normatieve uitspraken over gedaan
kunnen worden. Sommige rechtsgeleerden verpakken het optimale recht als beschrijvingen van geldend recht. Hoe een
tekst gelezen moet worden wordt beslist door overeenstemming in een gemeenschap over de wijze waarop de tekst moet
worden gelezen. Hierdoor kunnen teksten veel verschillende betekenissen krijgen. Men observeert geen wetmatigheden,
men construeert deze op basis van aannames over de aard van de werkelijkheid, zonder die aannames volledig te kunnen
rechtvaardigen.
Bij het vaststellen van de bedoeling van een wet is er niet een simpel antwoord. Het heeft meer het karakter van een
constructie dan een waarneming. Er zijn een aantal dingen waardoor het lastig is de ware bedoeling te achterhalen:
- Het kan onduidelijk zijn of de echte bedoeling beperkt is tot alleen de gevallen waar op het moment van het
maken van de regeling rekening mee is gehouden. Er is namelijk een doel voor ogen en dat doel wordt een
bepaald type geval als hoofdpersoon omschreven. Het is dan ook belangrijk dat overeenkomsten en verschillen
worden meegenomen in het creëren van recht.
- Onze wil of bedoeling is niet één enkel feit, maar een cluster van onderling samenhangend preferenties. Naast het
doel van de regeling moet bijvoorbeeld ook rekening worden gehouden met andere wetten, hogere regelingen en
waarden als rechtszekerheid, rechtsgelijkheid en consistentie.
We hebben door opvoeding en training geleerd woorden in een context op een bepaalde manier te lezen, waardoor we
deze woorden ook blindelings toepassen in nieuwe gevallen. Hierdoor kunnen rechters in gelijke gevallen dezelfde regels
toepassen. Het recht is niet alleen een dwangorde dat normconform gedrag van mensen met gezag afdwingt met sancties,
maar ook een normatieve orde waarmee oplegging van sancties kan worden gerechtvaardigd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bodriesen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.