The Balanced Scorecard = voor het strategisch denken voor het realiseren van langere termijndoelen
om managers te beoordelen op de financiële resultaten. De scorecard is namelijk een vertaling van de
strategische en tactische doelen van een organisatie.
Kaplan en Norton gebruikten de Balanced Scorecard als een evaluatiemiddel voor de managers die
complexe doelstellingen hebben. De term ‘scorecard’ staat voor de factoren die meegenomen worden
in de beoordeling en de term ‘balanced’ staat voor de weging van de verschillende factoren.
2. DE ORGANISATIE ALS STARTPUNT
Een organisatie is een samenwerkingsverband tussen twee of meer personen. Hierbij worden kracht,
kennis en vaardigheden gebundeld om een doel te bereiken of in een behoefte te voorzien.
Er zijn grofweg twee soorten organisaties te onderscheiden: bedrijfseconomische en niet-economische
(non-profit) organisaties, och kan er ook slechts één persoon werkzaam zijn in een organisatie.
Een webshop is geen organisatie. Achter de webshop is er wel een organisatie. Een eenmanszaak is
een organisatie. Alleen 1 persoon is verantwoordelijke voor uitgaven. Productie is een primaire
activiteit in een interne waardeketen.
2.1 EEN ORGANISATIE ALS KRACHTENVELD
Een organisatie is een doelgerichte samenbundeling van kennis, vaardigheden en kracht tussen twee
of meerdere personen die primair middelen en activiteiten aanwendt om te voorzien in de behoefte
aan producten en/of diensten in haar omgeving.
Belangrijke kenmerken van een organisatie zijn: samenwerkingsverband, doelgericht, formeel, gebruik
van middelen en technologie, coördinatie en taakverdeling.
Het verschil tussen een bedrijf en een onderneming:
• Een bedrijf is een samenwerkingsverband met een bepaald doel,
• Bij een onderneming gaat het ook nog om het winstoogmerk.
Profit-organisaties: zijn organisaties die een winstoogmerk hebben (VOF, CV, BV, NV).
Non-profit organisaties: zijn organisaties die een doel hebben, zonder dat er een winstoogmerk is
(Vereniging, coöperatieve vereniging, stichting).
Non-profit organisaties worden ook wel onderverdeeld in:
1. Governmental Organisations (bijv. een gemeente)
2. Non-Governmental Organisations (NGO): onafhankelijk van de overheid maar behartigt wel
een maatschappelijk belang. Bijv. Greenpeace, artsen zonder grenzen.
Pagina 1 van 31
, 2.2 OFFLINE EN ONLINE
Er worden drie typen bedrijven onderscheiden:
1. Internetbedrijf: de producten en services zijn alleen online te verkrijgen (Er zijn geen fysieke
producten)
2. Fysiek bedrijf: deze gebruikt het internet als een nieuw verkoop- en distributiekanaal als een
aanvulling op haar fysieke distributiekanalen (vb: Hema en Van Haren).
3. Een bedrijf dat het internet gebruikt als een aanvulling van de communicatiemix.
De grens tussen een puur internetbedrijf en een fysiek bedrijf dat internet gebruikt als een
distributiekanaal is niet hard.
Online markt: vragers en aanbieders van allerlei soorten producten en diensten komen op één plek
(website) samen.
2.3 SUPPLY CHAIN/PRODUCTIEKETEN/BEDRIJFSKOLOM
Een productieketen is het economische proces van grondstof tot consument of gebruiker. De
productieketen is een netwerk van organisaties, mensen en activiteiten die informatie en/of producten
uitwisselen. Dit netwerk is een logistieke keten die ervoor zorgt dat het product of de dienst bij de
gebruiker komt. Het netwerk transformeert ruwe materialen en halffabricaten tot eindproducten.
Er kan ook sprake zijn van een internal supply chain. Dan gaat het om de ‘productieketen’ binnen een
organisatie. Dit wordt de value chain (waardeketen) van een organisatie genoemd (zie figuur 2.1). Een
waardeketen is een keten van activiteiten, die binnen een organisatie zorgen voor een toevoeging van
waarde.
2.4 TYPE MARKT
Een markt is een geheel van vraag en aanbod. De verschillende markttypen zijn:
Wanneer consumenten aan consumenten leveren, een voorbeeld is Marktplaats.nl, dan wordt zo’n
markt een C2C-markt genoemd. Wanneer bedrijven aanbieders zijn en consumenten de afnemers, dan
wordt de markt B2C genoemd
2.5 BUSINESSMODELLEN
Een businessmodel beschrijft de manier waarop een organisatie waarde creëert, levert en te gelde
maakt. Het omvat alle aspecten die invloed hebben op het creëren van toegevoegde waarde. Het is
een omschrijving van de hoe een organisatie werkt (operationele, organisatorische en financiële
aspecten).
Pagina 2 van 31
,Het verschil tussen een bedrijfsmodel en een verdienmodel is dat het Bij een bedrijfsmodel gaat het
om de hele organisatie, van inkoop tot productie tot verkoop en de ondersteunende activiteiten. Bij
een verdienmodel gaat het om de manier waarop er geld wordt verdiend.
Een businessmodel kan met 9 bouwstenen (Canvasmodel) worden ontworpen:
Figuur 2.2 Het Business Model Canvas laat de onderlinge samenhang zien van de negen
elementen
2.6 TYPEN BUSINESSMODELLEN
Aantal typen businessmodellen volgens Timmers:
1. Shop. 7. Markten van derden
2. Procurement: 8. Supply chain integrators
3. Mall 9. Supply chain serviceproviders.
4. Auctions 10. Informatiebrokers,
5. Virituele communicatie vertrouwensdiensten en andere
6. Collaborationplatforms diensten.
Vier businessmodellen die een directe relatie met consumenten hebben (B2C) om direct inzicht te
geven in de processen binnen een organisatie:
1. Marketplace: hier worden vraag en aanbod bij elkaar gebracht, waarbij er door de organisatie
zelf niets wordt verkocht. De inkomsten worden verkregen door een vergoeding per lead of
door het inhouden van een commissie. Bijv. AirBnB
2. Generic Reseller: Zijn webshops die een groot assortiment aan producten of diensten van
verschillende aanbieders en merken verkopen. Bijv. Wehkamp. Inkomsten komen uit de
verkoop van de producten, of door het verwijzen naar de oorspronkelijke verkoper.
3. Specialist Reseller: Deze reseller heeft een smal maar diep assortiment en heeft specialistische
kennis over het te leveren product en daardoor wordt er ook veel service verleend. Bijv.
Justbrands.nl.
4. Brand direct-to-consumer: Wanneer producenten direct aan consumenten gaan verkopen en
leveren. Bijv. Phillipsstor.nl.
Pagina 3 van 31
, Vier volgende vier ‘online’ businessmodellen om waarde voor gebruikers te creëren:
1. Marketplace: Een plaats waar vraag en aanbod wordt samengebracht.
2. Generic Offer: Een algemeen aanbod. Door het samenvoegen van informatie van diverse
aanbieders ontstaat er een ‘algemeen’ aanbod.
3. Specialist Offer: de website biedt gespecialiseerde informatie of specialistische waarde.
4. Indirect Offer: Er wordt niet direct iets verkocht of aangeboden.
2.7 VERDIENMODELLEN
Het verdienmodel beschrijft de wijze waarop een bedrijf inkomsten genereert. Er zijn verschillende
verdienmodellen.
Verkoopmodel: omzet door producten of diensten te leveren voor een geldbedrag.
De belangrijkste doelstellingen bij een verkoopmodel zijn bijvoorbeeld:
• Vergroten van de naamsbekendheid van de webshop.
• Verhogen van de bezoekersaantallen.
• Vergroten van de bezoekduur in de webshop.
• Verhogen van de klanttevredenheid en de retentie (terug laten komen van bezoekers).
• Verhogen van de conversie: de bezoeker ook klant maken.
Lead generatiemodel: Bij dit model verkopen bedrijven niet direct. Inkomsten gegenereerd door
potentiële klanten te leveren of voor derden die van de potentiële klant een klant proberen te maken.
Belangrijke doelstellingen voor een website met dit verdienmodel:
• Vergroten van het aantal bezoekers
• Verhogen van de conversie: van bezoeker naar lead.
• Vergroten van de kwaliteit van de leads.
Uitgeefmodel/abonneemodel: Bedrijven richten zich hier op het verwerven van betalende abonnees.
De doelstellingen die aan een uitgeefmodel zijn verbonden zijn onder andere:
• Verhogen van het aantal bezoekers op de website en het aantal te bezoeken pagina’s
• Verlengen van de bezoekduur van een bezoeker
• Verhogen van de retentie.
• Verhogen van de conversie: van bezoeker naar abonnee.
Advertisingmodel: Een website verkrijgt inkomsten door het plaatsen van advertenties op de website.
Deze inkomsten kunnen worden berekend op basis van cost per mille (CPM) waarbij de website
Pagina 4 van 31
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper HaagseStudent150. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.