R. den Buitelaar – Hogeschool Rotterdam
Domein 4: Fictie (250 begrippen)
Inhoud
Domein 4: Fictie (250 begrippen) ............................................................................................................ 1
4.1 Literatuuranalyse............................................................................................................................... 2
Literatuur ................................................................................................................................................. 2
Jeugdliteratuur ........................................................................................................................................ 2
Soorten boeken ................................................................................................................................... 3
Verhalen .................................................................................................................................................. 3
Soorten verhalen ................................................................................................................................. 3
Dingen die je uit literatuur of verhaal kunt halen ............................................................................... 4
Perspectieven ...................................................................................................................................... 5
Tijdsverloop ......................................................................................................................................... 6
Poëzie ...................................................................................................................................................... 7
Rijm...................................................................................................................................................... 7
Soorten rijm ..................................................................................................................................... 7
Rijm manieren die op elkaar lijken .................................................................................................. 8
Vrouwelijk en mannelijk rijm........................................................................................................... 8
Dingen die je uit een gedicht kan halen .............................................................................................. 9
Soorten metrums .............................................................................................................................. 10
Soorten gedichten ............................................................................................................................. 11
Stijlfiguren en beeldspraak .................................................................................................................... 12
4.2 Literatuurgeschiedenis .................................................................................................................... 15
Literatuurgeschiedenis – stromingen .................................................................................................... 15
Soorten verhalen en boeken ............................................................................................................. 17
Overige begrippen ............................................................................................................................. 17
https://lkkmpn.nl/samenvattingen/nederlands
R. den Buitelaar – Hogeschool Rotterdam
,R. den Buitelaar – Hogeschool Rotterdam
4.1 Literatuuranalyse
Literatuur
Literatuur = boeken over een bepaald onderwerp, het geheel van teksten waarvan geoordeeld wordt
dat ze universele waarde hebben. Kwaliteitscriteria literatuur: voorspelbaarheid, structurele
tekortkomingen, geen interne logica, gelaagdheid/meerduidigheid, vals realisme, humor,
taalgebruik/stijl en een al te nadrukkelijke verteller
Lectuur = alles wat gelezen kan worden
Adolescentenliteratuur = Genre van romans geschreven voor jongeren van ca. 14 tot 20 jaar of
geschikt bevonden voor deze leeftijdsgroep. Het wordt vaak gezien als een ‘overgangsliteratuur’ van
jeugdliteratuur naar volwassenenliteratuur
adolescentenroman /cross-overroman = psychologische romans: de groei naar volwassenheid en
naar de eigen identiteit staan centraal
cross-over literatuur = romans/boeken die tussen literatuur en lectuur inzweven. Ongeveer
hetzelfde als adolescentenliteratuur.
film en literatuur = niet per se een begrip. Sommige films zijn gebaseerd op een literair werk.
Literatuuropvattingen = Een literatuuropvatting is het geheel aan opvattingen over de aard, de
functie, het doel, de middelen, de effecten en het ontstaan van de literatuur. Het gaat er dus
eigenlijk vooral om wat je mooi vindt en waarom je dat vindt. vier literatuuropvattingen: fictie en
mimesis/ materiaalbehandeling/ meerduidigheid/ traditie en vernieuwing
Literatuurwetenschap = ook wel letterkunde, is de systematische studie van literatuur, waarbij alle
aspecten van de literatuur en de plaats van literatuur in de maatschappij op een wetenschappelijke
wijze worden bestudeerd.
multiculturele literatuur = niet heel veel over te vinden. Heeft te maken met achtergrond auteur,
personages, thematiek enz. Veel culturen in deze literatuur
Jeugdliteratuur
jeugdliteraire prijzen = prijzen die je kunt winnen met een boek (jeugdliteratuur). Bekende prijzen
zijn zoal: gouden griffel, gouden penseel, kinderboek van het jaar, prijs van de Nederlandse
kinderjury
jeugdliteratuur = literatuur voor jeugd tussen 12-18 - De onderwerpen focussen op hun wereld en
klinken in hun taal | kenmerken: het gebruik van literaire conventies, niet clichématig, aanleiding tot
reflectie en/of vragen, sluit aan op de leefwereld van jongeren en stelt vragen die zij (zouden
moeten) stellen
young adult-roman = overgangsliteratuur tussen jeugdliteratuur en volwassenenliteratuur ,
hoofdpersoon wordt langzaam ouder (vaak rond de 17 jaar)
R. den Buitelaar – Hogeschool Rotterdam
, R. den Buitelaar – Hogeschool Rotterdam
Soorten boeken
autobiografisch verhaal = verhaal waarin terugblik op eigen leven is, eigen leven wordt beschreven
fictie = verhaal is niet feitelijk, niet echt gebeurt, verzonnen
non-fictie = verhaal is feitelijk en berust op de werkelijkheid, echt gebeurt, niet verzonnen
jongensboek = boek voor jongens (6-16 jaar), jongens spelen er vaak de hoofdrol en bijrol in
meisjesboek = boek voor meisjes, meisje speelt de hoofdrol (gewoon meisje, niet te overdreven,
sentimenteel, voorbeeldig)
probleemboek = jong personage moet meerdere problemen op zien te lossen, drama of probleem is
hoofdonderwerp van boek (scheiding, discriminatie, seksueel, milieu, oorlog)
roman = verzonnen lang verhaal, fictioneel, prozaverhaal van aanzienlijke omvang waarin de
handelingen van de personen in verband met hun karakter en innerlijk leven worden beschreven
(betekent ook : episch gedicht uit de middeleeuwen)
graphic novel = striproman of beeldroman, stripverhalen met het karakter van een roman: het
beschrijven van de handelingen van personen in verband met hun karakter en innerlijk leven
essay = korte prozatekst waarin iemand zijn persoonlijke gedachten (visie) opschrijft over een
bepaald onderwerp, wel beschouwend, gaat vaak over hedendaagse dingen, ontstond in renaissance
toen moralistisch getint en nu vaak nog steeds al is het nu onbegrensd
column = verschijnt regelmatig, is een stukje proza, mening wordt onderbouwd, gaat over bepaald
onderwerp, staat in tijdschrift, of op radio enz.
Verhalen
proza = verhaal waar niet rekening wordt gehouden met de regels van dichtkunst | taal in de vorm
die normaal gangbaar is bij het schrijven of spreken en gebruik maakt van doorlopende zinnen en
een wijdlopiger stijl die niet is onderworpen aan de regels van de dichtkunst inzake rijm, metrum of
versregels
verhaal = verslag van gebeurtenissen, korter dan een boek, vertelling, oudste vorm om aan elkaar te
vertellen
Soorten verhalen
Detectiveverhaal = verhaal waarin een detective een mysterie of misdaad oplost, oplossen van
misdaad of mysterie is kern
dierenverhaal – fabel = moraliserende boodschap, kort verzonnen dierenverhaal, dieren kunnen
praten en handelen als mens, kan op meerdere manieren opgevat worden (hardlopers zijn
doodlopers, dus doe langzaam maar zeker je werk en je behaalt de beste resultaten)
sprookje = oud verhaal met personen en dingen die in het echte leven niet bestaan, bedacht, vanuit
oorsprong mondeling overgeleverd volksverhaal, fantasie, magie (er was eens… ze leefden nog lang
en gelukkig…) (cultuursprookje = recent, auteur bekend) (volkssprookje = oud, auteur niet bekend,
mondeling doorverteld)
R. den Buitelaar – Hogeschool Rotterdam