H3
→ Renaissance
→ Europese expansies
→ De reformatie
Renaissance; in middeleeuwen relatie met god belangrijk (memento mori),
mentaliteitsverandering → Mensbeeld en wereldbeeld. Totale ontplooiing van de mens werd
belangrijk (Uomo Universale). Tijdens Renaissance werd cultuur van de oude grieken en
romeinen opnieuw ontdekt (klassieke oudheid). Er was sprake van humanisme (geleerden
die belangstelling hadden voor oude grieken en romeinen (literatuur, poëzie en
geschiedenis). Renaissance begon in Italië; bewoners rijk door nieuwe kleine landjes,
hierdoor kwam er culturele bloei en vernieuwing, de restanten van het Romeinse Rijk waren
overal in Italië te zien, en dmv de boekdrukkunst (1450), verspreidden de ideeën snel. Ook
kritischere kijk op RKK.
● Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een
nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
● Een hernieuwde oriëntatie op het gebied van de klassieke oudheid.
Ontdekkingsreizen; oorzaken waren → handelsroutes van Azië naar Europa leverden
steeds minder op, komst van technisch betere schepen, verspreiding van het Katholieke
geloof (bekeringsdrang), zucht naar avontuur en rijkdom sprak veel arme europeanen aan.
Ontdekkingsreizen veranderden wereldbeeld, kusten werden in kaart gebracht, komst van
handelsposten, en veel geweld tegen ‘achterlijke’ (omdat ze niet christelijk waren) volken.
Gevolgen → verspreiding christendom, ontstaan van wereldeconomie met nieuwe
producten, verdwijnen van complete beschavingen (azteken en inca's) en ontstaan slavernij
in met name Amerika.
● Het begin van de Europese overzeese expansie.
De Reformatie; Rooms Katholieke monnik Luther ergerde zich aan misstanden in RKK.
Belangrijkste kritiekpunten waren; aflaathandel (kwijtschelden van zonden voor geld, leidde
tot te veel luxe in kerken en zelfverrijking), heiligenverering (bijgeloof, in de bijbel stond dat
er geen beelden gemaakt mochten worden en zeker niet vereerd worden), aantal
sacramenten niet geldig (doop, vormsel, eucharistie/avondmaal, biecht, huwelijk, sacrament
voor zieken, priesterwijding, Luther vond alleen doop, eucharistie en biecht belangrijk,
hebben te maken met zonden) en organisatie van de kerk tegen kerkelijke
hiërarchie/rangorde en tegen het feit dat de paus alle macht had en onfeilbaar (nooit ongelijk
op gelovig gebied) was.
Luther wilde de RKK verbeteren maar de paus ging niet akkoord dus Luther stapte uit RKK
en richtte zijn eigen kerk op → Lutheranisme. Johannes Calvijn was een andere hervormer
en besloot ook zijn eigen kerk op te richten → Calvinisme. De RKK besloot de kellers
(protestanten) te vervolgen, maar deed zelf wel iets → Contrareformatie → Concilie van
Trente (1545 - 1563); verbod op aflaten en heiligen vereren maar niet als god.
,Duitsland was een grote lappendeken, daar werd bepaald voor vorstendom. Vrede van
Augsburg (1555); vorst mocht zelf bepalen welk geloof er werd gekozen in zijn gebied.
Frankrijk, Oostenrijk, Spanje; Rooms Katholiek
Scandinavië; Protestants Luther
Noordelijke Nederlanden; Calvinisme
Engeland; Angelica (mengsel tussen protestant en katholiek geloof)
● De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot
gevolg had.
H4
→ Europese opstand/80 jarige oorlog
→ Republiek
→ Internationale handel
Europese opstand; in de 16e eeuw spanningen over godsdienst en centralisatiepolitiek,
hierdoor ontstond de 80 jarige oorlog. Koning wilde zijn rijk besturen vanuit een centrum met
1 wet, 1 belasting en 1 geloof, en gebruik maken van ambtenaren ipv adel. Filips II wilde dus
één wet, één belasting en het katholicisme. De Nederlandse burgers wilden meerdere
wetten, belastingen en godsdiensten, en adel was ook niet blij met de keuze van
ambtenaren ipv adel. In Frankrijk waren er godsdienstoorlogen tussen calvinisten/hugenoten
en katholieken, beide probeerden koning onder controle te krijgen, hoogtepunt
Bartholomeus nacht. Er kwam een eind aan de oorlogen door Edict van Nantes. In het
Duitse Rijk waren een aantal vorsten protestants dus maakte conflict met katholieke keizer
Karel V, hierdoor veel godsdienstoorlogen, hier kwam een einde aan door Vrede van
Augsburg. In 1618-1648 was de 30 jarige oorlog, hieraan kwam einde door Vrede van
Westfalen. De keizer slaagde er niet in zijn centralisatiepolitiek door te voeren, Duitsland
bleef lappendeken. In de Nederlanden probeerden de keizer van Spanje centralisatiepolitiek
door te voeren, de meeste burgers waren katholiek maar een aantal ook calvinisten. Filip II
stond alleen katholicisme toe. Filip II wilde geen privileges, één wet, één belasting en
regeren met ambtenaren. Veel ontevreden over Filip II, WIllem van Oranje wilde dat
iedereen zelf mocht weten waar je in wilde geloven (gewetensvrijheid/verdraagzaamheid).
Spanningen lopen op, vervolg was de beeldenstorm. In 1568 valt Alva, Nederland aan →
begin 80 jarige oorlog. Gevolg hiervan Nederland en België scheiden. België en Luxemburg
blijven katholiek, Nederland wordt 7 verenigde Nederlanden. Tijdens de oorlog Unie van
Utrecht afgesloten en Akte van Verlatinghe. De oorlog eindigt met Vrede van Münster, de
Republiek blijft bestaan tot 1795.
● Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse
staat.
Republiek; was een uitzondering in 17e eeuw, zonder koning en 7 ‘verschillende
landen’/gewesten (Holland, Zeeland, Friesland, Groningen, Gelderland, Overijssel en
Utrecht). De gewesten hadden grote successen (militair en economisch) en de macht lag bij
de gewesten→ gewestelijke staten. De Staten-Generaal regelden zaken voor alle gewesten;
defensie, buitenlandse politiek en deel vd economie. De SG bestuurde ook de
, generaliteitslanden. Regenten hadden de macht, en je had 2 belangrijke functionarissen;
Stadhouder (aanvoerder leger, Oranje, steun van volk, leider van oorlogspartij, Engeland als
bondgenoot) en Raadspensionaris (landsadvocaat, voorzitter SG, belangrijke regent, steun
van kooplieden, vredespartij/handelspartij, Frankrijk als bondgenoot). Doordat er twee
belangrijke partijen zijn ontstaat er strijd. Maurits → Van Oldenbarnevelt & Willem III →
Johan de Witt. In 1672 werd Republiek aangevallen door Frankrijk, Engeland, Keulen en
Münster, Johan de Witt had de Republiek niet goed verdedigd, dus werd vermoord met zijn
broer Cornelis.
● De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel
opzicht van de Nederlandse Republiek.
Internationale handel; val van Antwerpen stimulans voor economie, kooplieden van
Antwerpen vluchten naar Amsterdam. Oorzaken van de economische groei waren;
moedernegotie (handel met oostzeegebied), technische uitvindingen (fluitschip,
houtzaagmolen en haringbuis), hoge specialisatiegraad (weinig mensen in landbouw), VOC
(1602; monopolie op handel van specerijen in Azië, en is gebaseerd op aandelen) en WIC
(1621; monopoly op specerijen in West-Afrika, en Midden- en Zuid-Amerika, later
slavenhandel) en het hierdoor ontstaan van het handelskapitalisme. In 1600 werd ook de
East India Company opgericht (werd eind 17e eeuw belangrijker dan VOC) en in 1664 La
Compagnie Des Indes Orientales (weinig succes)
● Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie.
H5
→ Absolutisme
→ Burgerlijke- en hofcultuur
→ Wetenschappelijke Revolutie
Absolutisme; in Frankrijk was er vanaf 1614 geen Staten-Generaal meer, de adel kreeg
steeds minder macht, en na 1661 kreeg Lodewijk de macht voor zichzelf en voerde hij
centralisatie door. Hij kreeg invloed op de wetten en voerde censuur in (politiek), gaf veel
aandacht aan staand leger, maakte eind aan rangen verkopen aan adel maar ging op
geschiktheid (militair), hij voerde mercantilisme in (economisch), hij was katholiek dus
besloot het Edict van Nantes (godsdienstvrijheid) te herroepen in 1685 en vervolgde de
protestanten. In Rusland ontwikkelde zich tot 17e eeuw absolute monarchie olv Romanovs
en er kwam een Russische-Orthodoxe kerk, om zo achterstand van West-Europa in te
halen. Pruisen werd na de 30 jarige oorlog een belangrijke grootmacht (Frederik
Willem/soldatenkoning) door het sterkste leger van Europa, hij vernieuwde het
belastingstelsel en bleef enige vrijheid van godsdienst. In de Republiek der Nederlanden
was geen vorst aan hoofd, 7 verenigde provinciën hadden vrijgevochten van spaanse
centralisatie en stadhouders (fam. Oranje) probeerden macht uit te breiden, slaagden er niet
in om koning te worden. In Engeland, Ierland en Schotland was de vestiging van absoluut
koningschap mislukt. De hoge adel was verslagen tijdens burgeroorlog waarbij Karel I werd