Deze samenvatting van geschiedenis gaat over de hoofdstukken 3 en 4 van Memo(Malmberg). Deze hoofdstukken worden behandeld in 4 vwo en 4 havo.
Ik heb deze samenvatting nauwkeurig gemaakt en alle begrippen er in verwerkt.
Geschiedenis samenvatting Hoofdstuk 3
H3.1 Hofstelsel en Horigheid
Er waren grote machtsverschillen tussen mensen in de Middeleeuwen. De adel en de geestelijkheid
waren de twee hoogste standen (sociale groepen) in de middeleeuwse samenleving. De derde stand
waren de boeren.
Vrije boeren: bewerkten hun eigen land en hadden de vrije beschikking over hun eigen persoon en
goederen. Een zware verplichting: een militaire.
Daarom werden sommige vrije boeren een horige. Ze werden verlost van hun militaire plicht en
genoten bescherming van hun heer.
Lijfeigenen: zonder bezit, werkten als knechten.
Deze mensen waren verbonden aan het domein: grondgebied van de heer.
Economische systeem: domaniale stelsel of hofstelstel
Hof= hoeve van een heer, centrum van elk domein
Driedeling van de grond:
Één deel = vroonhof, hier stond de hoofdhoeve
Tweede deel: akkers
Derde deel: woeste grond
Het domein was meestal geen aaneengesloten geheel.
In de vroege middeleeuwen woonde vrijwel iedereen op een boerderij op een domein, de steden van
het WR Rijk waren verdwenen.
Er ontstond een agrarische samenleving, eerst was er een agrarisch-urbane samenleving.
Oorzaken hofstelsel:
Uiteenvallen WR Rijk --> volksverhuizingen
Grote onveiligheid door veel oorlogvoering --> de handel kromp
Verdwijnen geld, er kwam ruilhandel
De specialistische ambachtelijke kennis en vaardigheden werden overbodig
Vroegmiddeleeuws hofstelsel was autarkisch(zelfvoorzienend)
Vroegmiddeleeuwse koninkrijken waren een soort van privébezit. De burgers bestuurden de staat
niet meer. De macht was in de handen van de koning en zijn gevolg.
De samenleving militariseerde. De administratieve taken werden overgelaten aan een groep
geestelijken.
H 3.2 Europa wordt christelijk
In het Romeinse Rijk was het christendom de staatsgodsdienst, maar veel mensen waren alsnog niet-
christelijk. In de eeuwen daarna veranderde dit beeld.
Kerstening (bekering tot het christendom) ging hand in hand met politieke ontwikkeling. De Franken
vochten om grondgebied en hadden daarbij het meeste succes door de hulp van de paus.
Frankische koning Clovis bekeert zich in 500 tot het christendom.
Samenwerking met de kerk was voor de Frankische koningen gunstig, omdat ze gebruik konden
maken van ervaren bestuurders als de bisschoppen en de zegen van God.
De Frankische machthebbers gaven militaire bescherming aan de kerk.
Frankische koning Dagobert stichtte in 635 een kerk in Utrecht. Het duurde tot de 7de eeuw tot het
kersteningsproces vanuit deze post op gang kwam.
Komst van Willibrord in 690.
Andere posten werden uitgezet die belangrijk waren voor de missionarissen. Een van de bekendste
van hen was Bonifatius.
Het kersteningsproces verliep moeizaam, de Friezen vatten het op als een aantasting van hun
cultuur.
, De kerstening werd niet gelijk voltooid, het duurde nog lag voordat het christendom echt zou
doordringen.
Door de verspreiding van het christendom nam de betekenis van de geestelijkheid toe.
Reguliere geestelijken: leefden in kloosters
Seculiere geestelijken: woonden in de wereld
De reguliere geestelijken hadden strenge kloosterregels. De belangrijkste en bekendste hiervan is de
regel die is opgetekend door Benedictus van Nursia.
Het klooster moet zo veel mogelijk in eigen behoeften voorzien, maar ook buiten de kloostermuren
konden monniken opdrachten van God vervullen.
Het kloosterleven was vooral populair bij de mensen uit de hogere klasse. Ze hoopten door bijv hun
zonen en dochters te laten intreden een plaatsje te verzekeren in de hemel.
Door de schenkingen van deze mensen werden de kloosters grootgrondbezitters.
Monniken schreven oude handschriften over, gaven onderwijs. Daarom speelden kloosters een
belangrijke rol bij het bij het bewaren en doorgeven van het culturele erfgoed.
Seculiere geestelijken: priesters
Ze moesten rein zijn en mochten geen seks hebben.
Verschillende rangen:
Laatste trede van de hiërarchie (kerkelijke rangorde) pastoors. Ze zorgen voor de
parochie(gemeente).
Boven hen stond de bisschop. En de hoogste in rang was de paus.
H3.3
Feodale stelsel = leenstelsel
Leenheren lenen gebieden uit aan leenmannen.
Persoonlijk contract= eed van trouw en een aantal diensten --> bescherming en een leen
Aan de top van de piramide (hiërarchie) in het Frankische Rijk stond de koning (de hoogste
leenheer).
Het land was verdeeld in gouwen die bestuurd werden door een graaf
- Het bestuur wordt feodaal-
Feodalisme komt vanuit het Latijn(feodum) en betekent leen
Hoe werkt dit stelsel?
Het is een proces waarbij leenheren gebieden uitlenen aan leenmannen. Het is gebaseerd op
persoonlijk contact. De leenman moest een eed van trouw afleggen waarbij hij de heer beloofde een
aantal diensten te verrichten. In ruil daarvoor verleende de heer bescherming en een deel van zijn
grondbezit.
Deze contacten zorgden ervoor dat de bovenste lagen van de samenleving met elkaar waren
verbonden in onderlinge afhankelijkheid en hiërarchie.
Bovenaan stond de koning->hoogste leenheer. Zijn land was verdeeld in gouwen die elk bestuurd
werden door een graaf, en dus graafschrappen genoemd. Als de gouw groot was kreeg deze een
hertog ter besturing(hertogdom). De hertog en de graaf hadden de stukken land in leen bij de
koning. De opbrengsten mochten ze gebruiken voor zichzelf of voor het bestuur. Wel moest de
leenman eenmalig een grote som geld betalen en de leenheer trouw beloven in de militaire dienst.
Bij de taken van een leenman hoorde ook het bestuur en de rechtspraak van zijn gebied. Vaak waren
deze gebieden te groot voor de graaf/hertog om deze zelf volledig te besturen. Dus leende hij weer
uit aan leenmannen> achterleenmannen van de koning. Zij konden deze op hun beurt ook weer
uitlenen> achterachterleenmannen.
Leenmannen moesten trouw beloven in ruil voor bescherming van de leenheer. De band wordt
beschreven als een gevoel van loyaliteit en trouw. Deze leen werd in het begin gegeven voor de duur
van het leven en niet langer.
Het ontstaan van het feodale stelsel
Frankische koning Karel Martel voerde veel oorlogen en gebruikte daarbij een ruiterleger. Maar Karel
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper NadineD. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.