ODG Hoorcolleges 5 t/m 8 Deeltoets 2
HC 5.1 De drie ethieken
Wat is ethiek?
Negatief: ethiek is een vervelend beletsel om het naar je zin te hebben.
Twee componenten:
- Ethiek is filosofisch onderzoek naar wat goed en kwaad is en hoe je dat kan bepalen. Je stelt
vast wat waardevol is. Niet descriptief, maar normatief.
- Ethiek is een richtsnoer voor het handelen. Wat je zou moeten doen.
Waarop heeft ethiek betrekking?
1. Persoonlijke domein (intenties, gevoelens, verwachtingen van jouzelf)
2. Sociale domein (gedrag, interpersoonlijke relaties, afspraken, het gaat hierbij om wat je
samen afspreekt, niet meer om jouw individuele verwachtingen)
3. Culturele domein (normen, waarden, conventies)
4. Institutionele domein (regels, wetten, verordeningen)
De scheiding van de domeinen is niet zuiver maar lopen in elkaar over.
De beoordeling van een ethiek is de filosofische veronderstelling ten aanzien van wat goed is.
Drie typen ethiek
Virtue ethics/ deugdenethiek
- Het goede ligt besloten in de deugden van iemand (eerlijkheid, oprechtheid, zorgzaamheid,
enz.)
- Het toont/uit zich in het handelen (in specifieke contexten)
- Het leren van deugden is als het leren van vakmanschap; je bouwt een karakter met
behorende deugden op door je leven heen, dit is een langzaam en moeizaam proces
- Nadruk op het individu en zijn kwaliteiten
- ‘Heb je te goeder trouw gehandeld?’
Deontologie
- Dat wat goed is, is al gegeven. Het goede is wat in zichzelf goed is
- Er zijn apriori (gegeven) fundamentele rechten en plichten die mensen hebben, hier kan je
weet van hebben.
- Het goede is in regelgeving vastgelegd
- De nadruk ligt op het principe zelf. Deze kwesties, principes zijn in regelgeving vastgelegd.
- ‘Gij zult niet doden’
- Er zijn dingen die je altijd moet doen of juist nooit moet doen, ondanks wat het beste
resultaat oplevert in een bepaalde situatie.
- Altijd informed consent en debriefing, ondanks dat het misschien niet bevorderlijk voor de
resultaten is
- Je mag vertrouwelijkheid nooit schenden
,Consequentionalisme
- ‘Goed’ is dat wat het meeste geluk oplevert voor de grootste groep mensen
- Je kijkt niet naar welke deugd nodig is om een handeling uit te voeren, noch of die handeling
op zichzelf goed is, maar wat het gevolg van de handeling is.
- Wat telt zijn de gevolgen van een handeling, niet de intenties
- Gebaseerd op het utilitarisme (uitgaan van het nut van iets, als het nut goed is, is de morele
consequentie ervan ook goed)
- Nadruk op gelijkheid en meetbaarheid gedrag
Ethieken zijn het niet altijd met elkaar eens. Afwegen van morele gronden om een besluit te nemen.
VB: een therapeut heeft een cliënt met HIV besmetting. De partner weet er niet van. Moet de
therapeut de partner van de cliënt inlichten of niet?
- Deugdenethiek: het gaat over eerlijkheid/vertrouwen, welke is belangrijker?
- Deontologie: vertrouwen tussen therapeut en cliënt is bindend, behalve in kwestie van leven
en dood (in regelgeving in therapeutische relaties vastgelegd)
- Consequentionalism: afwegen welk geluk of ongeluk het grootst is. Het levensgeluk van de
partner van de cliënt moet afgewogen worden tegen het ongemak van de cliënt.
HC 5.2 Codes of conduct
Op welke waarden is wetenschap gebaseerd?
De verlichting: de wetenschap maakt zich los van kerkelijke dogma’s vrijheid van onderzoek.
Zuivere wetenschap; ontwikkeling van ware kennis
Beginselen van de wetenschap
De democratische waarden in wetenschap volgens Merton:
CUDOS:
Communism wetenschap is van iedereen, een product van gemeenschappelijke inspanning
Universalism beoordeling van een kennisclaim staat los van de persoonlijke of sociale kwaliteiten
van de onderzoeker. Niet de maker maar het werk beoordelen
Disinterestedness onderzoeker wordt onderworpen aan strenge controle. Geen verstrengeling van
belangen. Een resultaat moet worden beoordeeld op grond van het onafhankelijke
onderzoeksvermogen.
Organized skepticism oordeel over een kwestie uitgesteld tot we de feiten kennen. Later hiervoor
het peer review systeem in het leven geroepen.
Originality de onderzoeker draagt iets nieuws bij aan kennis
Uit deze leidende principes volgen codes of conduct (gedragsregels). Deze geven niet letterlijk de
gedragsregels weer hoe je in elke aparte situatie/kwestie moet handelen. Er zijn te veel kwesties,
deze zijn te ver uiteenliggend. Er kunnen wel algemene principes worden opgesteld.
, - Eerlijkheid: je dient als onderzoeker correct te rapporteren, niet frauderen
- Zorgvuldigheid: met precisie werken
- Transparantie: openheid geven over je eigen handelen
- Onafhankelijkheid: geen inmenging van derden in jouw werk
- Verantwoordelijkheid: rekenschap afleggen voor wat je gedaan hebt
Hieruit komen normen voor een goede onderzoekspraktijk voor.
Als de codes of conduct gevolgd worden, dan doe je het goede. Er zijn echter nog altijd wat
controlemechanismen om te zorgen dat dit daadwerkelijk gebeurt:
Procedures:
- Regelgeving op lokaal, nationaal, internationaal niveau voorschriften,
handelingsprotocollen, regulatieve en toezichthoudende organen en instanties. Ethische
toetsingscommissie, ethics officer, ad hoc onderzoeksgecommissie (verdenking van fraude).
Sanctionerende organen: beroepscommissie en examencommissie
- Regelgeving op niveau van beroepsverenigingen regelgeving professioneel handelen,
regelgeving onderzoeksgerelateerde activiteiten. Tijdschriften, onderzoeksinstituten.
Ethics creep te ver doorgeschoten met regelgeving waardoor je geen vrij onderzoek meer kan
doen? Aan de andere kant leidt te weinig regelgeving tot fraude/willekeur/ ondoorzichtige
procedures. Je wil zekere rekenschap kunnen afgeven.
HC 5.3 Fraude en de replicatiecrisis
Fraude
- Afwijken van de norm
- Overtreden van de regels
- Plegen van een strafbaar feit
- Voorbeelden: plagiaat, datavervalsing, datamanipulatie, questionable research practices.
‘Grote’ vormen van fraude
- Evidente schendingen van de norm; erg duidelijke fraude
- Halen vaak het nieuws, leiden tot een schandaal
- Aan persoon gekoppeld (schuldige)
- Wordt waarschijnlijk niet op grote schaal gepleegd
- Komt vaak/meestal wel uit
- Wordt rechtgezet; intrekking van de artikelen
Fabrication het zelf verzinnen van data
Falsifying
‘Kleine’ vormen van fraude
- Geen evidente schendig van de norm, eerder twijfelachtig
- Halen het nieuws meestal niet, geen schandaal
- Geen kenbare schuldigen die dit doen