Deze samenvatting is heel uitgebreid en bevat alle stof die je nodig hebt om het tentamen te halen. De samenvatting bevat veel afbeeldingen ter verduidelijking van de besproken stof. Per leerdoel wordt alle relevante en belangrijke stof besproken.
Biologische Determinanten Blok 2.1
Samenvatting werkgroepen probleem 1 t/m 8
Laura de Joode
522876
Pedagogische Wetenschappen B1
Erasmus Universiteit Rotterdam
,Naturally! Selection!
Wat houdt de evolutietheorie van Darwin in?
Volgens Darwin is evolutie een niet-intentioneel en langdurig proces, waarbij organismen
geleidelijk veranderen.
Natuurlijke selectie is het proces waarbij door variatie, overerving en selectie nieuwe
adapties ontstaan die worden doorgegeven van generatie op generatie. Organismen passen
zich aan om te overleven en de best aangepaste soort reproduceert zich.
Evolutie door natuurlijke selectie bestaat uit 3 delen:
- Organismen varieren in veel opzichten (= variatie)
- Maar enkele variaties zijn erfelijk (= overerving)
- De beste variaties overleven en reproduceren (= selectie)
Survival of the fittest: organismen die het best zijn aangepast aan de leefomgeving zullen
overleven.
Echter, door o.a. medicatie overleeft tegenwoordig niet alleen de fittest. Daarnaast kunnen
sommige eigenschappen het ene moment een voordeel opleveren, en het andere moment
een nadeel (bv. veren van een pauw).
Darwin gebruikte zijn evolutietheorie om te verklaren waarom sommige soorten ontstaan en
andere soorten uitsterven, en waarom organismen bepaalde kenmerken hebben. hij was de
eerste die met het idee kwam dat alle verschillende soorten afstammen van één soort.
Darwin nam samples van vogels en andere dieren om hier onderzoek naar te doen. Zo
ontdekte hij de Galapagos vinken. De vinken hadden allemaal dezelfde voorouders maar
varieerden per eiland zoveel, dat het leek alsof ze tot verschillende soorten behoorden. De
verklaring hiervoor is dat de condities op elk eiland net iets anders waren. Deze bevindingen
ondersteunden de conclusie van Darwin dat soorten niet onveranderlijk zijn, maar over een
bepaalde tijdspanne kunnen veranderen. Er vindt natuurlijk selectie plaats.
De eigenschappen die het belangrijkst waren voor overerving en reproductie werden volgens
Darwin het vaakst doorgegeven aan toekomstige generaties. Natuurlijke selectie leidde
volgens hem dus tot evolutie, waarbij soorten steeds beter raken aangepast aan hun
omgeving.
Fitness: de mogelijkheid van een organisme om te overleven en zijn genen door te geven
aan de volgende generatie.
Classical fitness: het één op één doorgeven van genen aan de volgende generatie (= direct
voortplantingssucces).
Inclusive fitness: de som van het voortplantingssucces van een individu én de effecten die de
acties van een individu hebben op het voortplantingssucces.
Darwin was kritisch op zijn eigen theorie en kwam erachter dat soorten ook eigenschappen
hadden die niks met overleving of reproductie te maken hadden. Daarom kwam hij met een
tweede evolutionaire theorie: de theorie van seksuele selectie. De theorie legde de nadruk
op adapties die een gevolg waren van succesvolle voortplanting.
,Er zijn 2 manieren waarop seksuele selectie zich voor kan doen:
- Intra-seksuele competitie: de competitie die plaatsvindt tussen leden van hetzelfde
geslacht.
- Inter-seksuele competitie: als het ene geslacht eigenschappen heeft die het andere
geslacht aantrekt, is de kans op succesvolle paring groter (= female choice).
Naast seksuele en natuurlijke selectie kunnen er ook evolutionaire veranderingen
plaatsvinden door genetic drift: toevallige veranderingen in de genetische samenstelling van
een populatie. Dit kan komen door verschillende processen:
- Founder effects: als een klein deel van de populatie zich afzondert en niet meer
representatief is voor de rest van de populatie.
- Genetic bottlenecks: de populatie verkleint door grote rampen zoals een aardbeving.
Van de overlevenden heeft maar een klein deel de originele genen.
- Mutatie: een willekeurige verandering in DNA (= klein foutje bij het kopiëren van DNA)
Evolutie heeft als het ware 3 producten voortgebracht:
1. Adapties: overgeërfde en ontwikkelde (functionel) kenmerken die door natuurlijke
selectie ontstaan, omdat ze de kans op overleven en voortplanting vergroten.
▪ Adaptie moet in genen vastliggen
▪ Adaptie moet zich ontwikkelen over de hele normale populatie van een organisme
▪ Adaptie kan in de loop der jaren pas ontwikkelen (bv. vermogen om te lopen)
▪ Adaptie heeft tijd nodig en zal zich alleen verspreiden als het succesvol is
▪ Voorbeeld: navelstreng
2. By-products: eigenschappen die worden bijgedragen met adapties, maar zelf geen
functie hebben en de kans op overleven niet vergroten.
▪ Voorbeeld: navel
3. Noise: willekeurige effecten die worden geproduceerd door bv. mutaties of
veranderingen in de omgeving. Dit is een variatie die altijd blijft bestaan maar verder
geen invloed heeft op het voortbestaan van de soort.
▪ Voorbeeld: vorm van de navel of oogkleur
Genetic determinism: de overtuiging dat menselijk gedrag direct wordt gecontroleerd door de
genen van een individu of een onderdeel van hun fysiologie.
Darwin was niet de eerste die stelde dat soorten langzaam veranderen, maar hij was wel de
eerste die met 3 soorten bewijs kwam voor zijn evolutietheorie.
1. Hij documenteerde de evolutie van fossiele gegevens door geologische lagen te
onderzoeken. Zo kwam hij erachter dat fossielen veranderd waren.
2. Homologieën: hij beschreef opvallende, structurele gelijkenissen tussen levende
organismen en deed hiermee de suggestie dat ze waren geëvolueerd van eerdere
voorouders.
▪ Er bestaan echter ook analogieën: het lijkt dan alsof twee soorten dezelfde
voorouders hebben, maar dat is dan niet het geval.
3. Adapties: hij verwees naar de belangrijke veranderingen in huiselijke planten en
dieren door programma’s met selectieve teelt (= selectieve fokprogramma’s).
Misconcepties over Darwins evolutietheorie:
1. Menselijk gedrag is genetisch bepaald
Genetic determinism stelt dat gedrag weinig beïnvloed wordt door de omgeving, maar
naast geëvolueerde adapties spelen ook omgevingsinvloeden een belangrijke rol in
de activatie van menselijk gedrag.
, 2. Als het evolueert, kan je het niet veranderen
Organismen kunnen hun gedrag juist wél veranderen. In het geval van mensen kan
dat bv. door middel van educatie.
3. Huidige mechanismen zijn optimaal ontworpen
Organismen blijven evolueren en ontwikkelen. Het huidige mechanisme is dus
eigenlijk niet optimaal, omdat eigenschappen van vroeger in deze tijd eigenlijk erg
onhandig zijn.
▪ Evolutionary time lags: evolutie neemt veel tijd in beslag en de omgeving
verandert constant. In feite zijn adapties van nu dus ontworpen voor de omgeving
van een tijd terug.
▪ Kosten van adapties: als iedereen heel bang zou zijn voor giftige roofdieren zou
iedereen binnenblijven. Maar de baten van naar buiten gaan zijn zo hoog dat ze
niet opwegen tegen de kosten van binnenblijven.
4. Het wel of geen gebruikmaken van gedrag of een structuur zorgt voor
evolutionaire verandering
Het veel of juist helemaal niet veranderen van bv. een lichaamsdeel leidt niet tot
genetische verandering.
5. Mensen zijn gestopt met evolueren
6. Evolutie betekent verbetering
7. Evolutie verloopt niet altijd langzaam, snelle veranderingen kunnen worden
getriggerd door plotselinge veranderingen in de omgeving of door adaptieve
genetische mutaties
8. Evolutie heeft een doel
Dit is niet (altijd) het geval, omdat evolutie geen bewust proces is.
Wat houdt de theorie van Gregor Mendel in?
Mendel toonde aan dat overerving maar gedeeltelijk plaatsvond. De eigenschappen van
ouders worden niet samengesmolten, zoals Darwin stelde, maar worden als gehele
pakketten (genen) doorgegeven aan hun nakomelingen. Deze genen kunnen dus niet door
ervaring worden doorgegeven.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lauradejoode. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.