2021
Samenvatting Vitale functiekunde:
Medische kennis
MINOR IKZ, HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM
MIRTE VAN STROE
,COLLEGE 1: HERKENNEN EN BEOORDELEN VAN DE VITAAL BEDREIGDE PATIËNT + ABCDE
1. De gezonde en pathologische veranderingen in anatomie en fysiologie van het ademhalingsstelsel
In de longblaasjes (alveoli) wordt O2 opgenomen en CO2
afgegeven. In de longarteriën (slagaders) stroom dus O2-
arm bloed en in de longvenen (aders) stroomt O2-rijk bloed.
De mate waarin zuurstof in het bloed wordt opgenomen
wordt bepaald door 3 processen:
1. Ventilatie: verversing van lucht of water in de
ademhalingsorganen.
2. Distributie: verdeling van de lucht over de kleinste
onderdelen van het lichaam.
3. Diffusie: de mogelijkheid tot gasuitwisseling vanuit
de longblaasjes naar het bloed en andersom.
4. Perfusie: de doorbloeding van de longblaasjes.
De long is een elastisch orgaan dat de neiging heeft om naar zijn oorspronkelijke kleinere volume terug te
keren door:
- Compliantie: het terugveren van de weefsels.
- Recoilkrachten: oppervlaktespanning van het
waterlaagje dat de luchtwegen en alveoli bekleed.
De A (Airway) en B (breathing) van de ABCDE
Airway:
- Stabilisatie CWK wanneer noodzakelijk (bij trauma, HET)
- Hoorbaar: stridor, piepen, kreunen, hoesten, snurken
- Auscultatie: ademgeruis, crepiteren, rhonchi, piepen, wheezing
Breathing:
- Ademarbeid: ademfrequentie, neusvleugelen, intrekkingen, kreunen, hulpademhaling
- Effectiviteit ademhaling: thoraxexcursies, abdomenexcursies, SpO2 (PO2, PCO2)
- Effecten op andere organen: cardiaal, circulatoir, cerebraal, cutaan
Zie: https://www.nhg.org/ voor uitgebreide uitleg van de A en de B.
2. Respiratoire insufficiëntie en de verschillende typen respiratoire insufficiëntie met hun oorzaken
Respiratoire insufficiëntie: indien de longen niet meer in staat zijn om het lichaam van voldoende zuurstof te
voorzien of het geproduceerde kooldioxide af te voeren. Bij respiratoire insufficiëntie is de gaswisseling zo
verstoord dat hypoxemie optreedt (verlaagd O2), en soms ook hypercapnie (verhoogd CO2). Er zijn twee
types:
• Type I respiratoire insufficiëntie (hypoxemisch respiratoir falen): probleem met diffusie en/of perfusie,
er is alleen sprake van hypoxemie.
- Ventilatie perfusiemismatch: uit verhouding raken van de perfusie en beluchting (door
bijvoorbeeld COPD of een longembolie).
- Shunting: hierbij is de ventilatie verstoord en stroomt bloed door de long zonder zuurstof op
te nemen (door bijvoorbeeld een pneumonie, atelectase of pneumothorax).
- Difussiestoornis: O2 kan niet goed worden opgenomen (door bijvoorbeeld een pneumonie,
ARDS (acute respiratory distress syndrome) of overvulling.
• Type II respiratoire insufficiëntie (ventilatoir falen): probleem met ventilatie, er is naast hypoxemie
ook sprake van hypercapnie. Hierbij is het ademminuutvolume verminderd en treedt alveolaire
hypoventilatie op: door verminderde ventilatie in de alveoli wordt CO2 onvoldoende afgevoerd en
ontstaat hypercapnie.
- Centrale hypopneu: afgenomen diepte en frequentie van de ademhaling (bijvoorbeeld door
medicatie zoals sedativa en opiaten of door neuromusculaire aandoeningen)
- Ernstige COPD
- Hypoventilatie ten gevolge van obesitas of uitputting.
, 3. De oorzaken en (alarm)symptomen van de belangrijkste acute en chronische respiratoire insufficiëntie en
de verwachte acties daarop.
Acute respiratoire insufficiëntie kan ontstaan door een stoornis in een van de stappen die
verantwoordelijk zijn voor de ademhaling:
• Onderdrukking van het ademhalingscentrum in de hersenen door een ziekte van het centraal
zenuwstelsel, bewusteloosheid, overdosis drugs etc.
• Niet doorsturen van zenuwimpulsen vanuit de hersenen naar de ademhalingsspieren door een
ruggenmergletsel, een spierziekte, een infectie van het zenuwstelsel etc.
• Verminderde bewegelijkheid van de borstkas door een pletletsel van de borstkas, klaplong etc.
• Verstopping van de luchtwegen door een vreemd voorwerp, tumor, ernstige astma-aanval, een
chronische obstructieve longziekte, etc.
• Een aandoening van de longblaasjes zoals een longontsteking, longoedeem etc.
• Onvoldoende bloedtoevoer naar de longen door een longembolie
• Onvoldoende zuurstof In het bloed door ernstige bloedarmoede, koolstofmonoxidevergiftiging, etc.
• Langdurige stuipen
Chronische respiratoire insufficiëntie kan net als acute respiratoire insufficiëntie ontstaan door een
stoornis in de luchtwegen of in de longblaasjes. De oorzaak kan liggen in een langdurige of blijvende
verstoring van de functies van het ademhalingscentrum in de hersenen, van de zenuwen die
verantwoordelijk zijn voor de ademhaling, van de ademhalingsspieren, de borstkas of de longen zelf. De
meest voorkomende ziekte die leiden tot chronische ademhalingsfalen zijn:
- COPD
- Zenuw- en spierziekten (ALS, problemen met het middenrif)
- Ziekten die de beweeglijkheid van de borstkas aantasten (Bechterew, misvorming, restletsel polio)
- Ernstige slaapapneu, nachtelijk ademhalingsfalen door bijvoorbeeld overgewicht.
Symptomen van respiratoire insufficiëntie zijn:
- Gebruik van hulpademhalingsspieren (zie kader)
- Versnelde ademhaling (tachypneu >20/min)
- Versnelde hartslag (tachycardie >100s/min)
- Hypotensie (systole <90, diastole <60)
- Transpiratie
- Niet in staat om (volzinnen) te spreken
- Niet plat willen of kunnen liggen
- Agitatie, onrust, verminderd bewustzijn
- Cyanose of bleekheid
Alarmsymptomen bestaan uit:
- Respiratoir:
→ Bradypneu (<12 ademhalingen/min)
→ Hyponeu
→ Apneu
- Circulatoir:
→ Bradycardie (< 60 slagen/minuut)
→ Asystolie (geen hartslag)
→ Hypotensie (<90/60)
- Cerebraal:
→ Bewustzijnsdaling
→ Coma
→ Convulsies
ARDS (acute respiratory distress syndrome)
ARDS is een levensbedreigende plotselinge ontstekingsreactie in de longen waarbij zich vocht ophoopt
dat zuurstofopname bemoeilijkt. ARDS ontstaat op nog onbekende wijze ten gevolge van een ernstige
ziekte van de longen zelf (bijv. longontsteking) of elders in het lichaam (bijv. sepsis). Door de
ontstekingsreactie treden vocht, eiwitten en ontstekingscellen uit de longbloedvaten in het longweefsel.
Hierdoor wordt de overdracht van zuurstof vanuit de longen naar het bloed bemoeilijkt, waardoor een
tekort aan zuurstof in het bloed (hypoxemie) ontstaat. De meest voorkomende oorzaak van ARDS is
sepsis. 20-40% van de patiënten met sepsis ontwikkelt een ARDS.