100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Persoonlijkheidsleer €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Persoonlijkheidsleer

 0 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting voor TP studenten in het eerste jaar. Persoonlijkheidsleer.

Voorbeeld 3 van de 20  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 10: 10.1 t/m 10.4. hoofdstuk 14: 14.3.2, 14.4.1. hoofdstuk 9: 9.1, 9.2. hoofdstuk 5: 5.1 t
  • 18 oktober 2021
  • 20
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alles voor dit studieboek (536)
Alle documenten voor dit vak (7)
avatar-seller
juliabrekelmans
Persoonlijkheidsleer samenvatting
Hoofdstuk 10
10.1
 Persoonlijkheid: Psychologische eigenschappen die een zekere continuïteit verlenen
aan het gedrag van een individu in verschillende situaties en op verschillende
momenten (eigenschappen).
 Displacement van agressie: reageren op een pijnlijke en/of dreigende situatie door
naar het dichtstbijzijnde doel uit te halen.
G=f ( P , S ) ofwel gedrag=(functie)( persoon, situatie)
 Biologie/nature: basale instincten zijn van grote invloed op onze persoonlijkheid.
 Beschrijvende persoonlijkheidstheorieën: De nadruk leggen op de betrekkelijk
stabiele persoonlijkheidskenmerken van een individu.
 Nurture: Ervaringen in de vroege jeugd en cultuur.
 Procestheorieën/Walter Mischel: Invloeden uit de omgeving hebben de meeste
invloed en ze overstemmen alle andere effecten (persoon-situatiecontroverse).
- Individualisme: Westers
- Collectivisme: Azië, Afrika, Zuid-Amerika, Midden-Oosten.

10.2
Vier humores:
Bloed – Hart – Monter
Cholé (gele gal) – Lever – Ontvlambaar
Melancholé (zwarte gal) – Milt – depressief
Flegsma (slijm) – Hersenen – traag

Hoe wordt iemands persoonlijkheid bepaald? Gezamenlijke basis:
1. Stereotypen (?)
2. Temperamenten: Globale disposities van de persoonlijkheid (extravert, verlegen)
3. Karaktertrekken: (onvriendelijk, roekeloos)
4. Persoonlijkheidstypen: Tot in welke mate zijn mensen op een bepaalde manier?

 Dispositionele theorieën: moeten een wetenschappelijke basis hebben.
1. Biologisch (frontaalkwabben): invloed op emotionele reacties van een individu,
vanwege de chemische stoffen in het lichaam en de verhouding ervan. (zie baby’s).
2. Berust op temperament, gepaard gaande met ervaringen, psychologische processen
(factoranalyse).
 Vijf-factorentheorie:
1. Openness to experience: nieuwsgierig – fantasieloos/open – gesloten.
2. Conscientiousness: doelgericht – zorgeloos/betrouwbaar – onbetrouwbaar.
3. Extraversion: sociaal – verlegen/extravert – introvert.
4. Agreeableness: aangenaam – negatief/warm – koel
5. Neuroticism: Gelijkmatig – temperamentvol/zelfverzekerd – nerveus
OCEAN
 Een paar feiten over persoonlijkheid:
- Big Five is redelijk betrouwbaar
- Kinderen hebben een redelijk stabiele persoonlijkheid
- Een westerse invloed komt het meest voor
- Facebook is te koppelen aan persoonlijkheidstrekken
- Positiviteit is belangrijk voor de levenslust
- NEO Personality Inventory (NEOPI): stabiliteit van persoonlijkheid durende het leven.

, - Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI-2): beoordeling van ernstige,
geestelijke problemen.



10.3
 Psychodynamische persoonlijkheidstheorie: motivatietheorie die vanuit het
onderbewuste en vroege jeugdervaringen invloed heeft op de geestelijke gezondheid.
 Humanistische persoonlijkheidstheorie: Vanuit de bewuste, huidige, subjectieve
realiteit; hoe we onszelf zien in relatie tot anderen.
 Existentiële theorieën: de zin van iemands bestaan, de doelstelling en betekenis van
diens leven. heden <> ideale toekomst.
 Sociaal-cognitieve theorie: persoonlijkheid is aangeleerd


Psychodynamisch
 19e eeuw: hysterie, psychische oorzaak?
 Jean Charcot: hypnose
 Sigmund Freud: psychoanalytische theorie
Motieven vanuit het onderbewuste:
 Eros veroorzaakt libido  Energie voor persoonlijkheid (liefde, lust). Directe
behoefte is seks, indirect behoefte tot bezigheden.
 Thanatos veroorzaakt agressieve en destructieve daden  Dood.

Id: Primitieve, onbewuste begeertes.
 Lustprincipe: zoekt altijd naar bevrediging ongeacht de consequenties.
Superego: Houdt zich bezig met de naleving van de morale eisen, overgenomen vanuit de
omgeving (geweten).
 Ik-ideaal: de persoon die ik we willen of moeten zijn.
Ego: Realiteitsprincipe; beheersen een aanpassen aan verwachtingen.

Wanneer je in een psychisch conflict komt doordat je geen compromis kan sluiten ontwikkel
je een stoornis.
 Psychisch determinisme: Al ons gedrag wordt bepaald door ons onbewust zijn en de
innerlijke gemoedstand.
 Freudiaanse verspreking: “Per ongeluk” jezelf verspreken vanwege onderliggende,
onbewuste motieven.
 Psychoseksuele fases: Iedere fase gaat gepaard met een lichaamsdeel dat
geassocieerd wordt met genot.
 Orale fase: mond (huilen, zuigen)
 Anale fase: stoelgang (zinnelijkheid)
 Fallische fase: “onrijpe” seksuele uitingen (masturbatie)
 Latentie: rustige periode
 Genitale fase: rijpheid en geestelijk welzijn, want alle vorige conflicten zijn overwonnen
 Genderidentiteit en geslachtsrol: de identiteit van vrouwen en mannen en hoe deze
ontwikkeld.
 Oedipuscomplex: Jongens voelen een onbewuste, erotische, onvolwassen
aantrekking tot hun moeder. Dit kan alleen opgelost worden door het tot uiting te
brengen naar vrouwen van zijn leeftijd.
 De identiteit wordt ondervonden dankzij de vader.
 Vrouwelijke oedipushouding: vrouwen krijgen penisnijd; boos op de moeder dat ze
geen penis hebben gekregen,
 Elektracomplex: Daardoor richten ze de aandacht op hun vader. Ze krijgen onder
andere fantasieën van zwanger worden door hem. Ze concurreren met hun moeder.

, In acht nemen dat:
 Seksuele aantrekkingskracht is niet verklaard
 Psychoseksuele ontwikkeling heeft veel invloed buiten de psychologie, met name
literatuur.
 Kinderen ontwikkelen zich in bepaalde fases; daar kan Freud wel degelijk in gelijk
hebben.
 Fixatie: Een stagnatie in onze psychologische ontwikkeling.
 Oraal: Krijgt last van alcoholisme, veel eten, spraakzaamheid.
 Anaal: Zindelijkheidsproblemen, koppig, dwangmatig, idee van controle behouden.
 Egoafweer: Voorbewust niveau, als mechanisme tegen het conflict. Het kan zicht tot
uiting brengen in fantasieën of rationalisme.
 Verdringen: Ook kunnen de herinneringen verbannen worden naar het
onderbewuste. (impuls wordt niet ervaren, maar is ook niet verdwenen).
Manieren van coping:
1. Ontkenning: het bestaat niet.
2. Rationalisatie: sociaal acceptabele redenen verzinnen voor het gedrag.
3. Reactieformatie: tegengesteld gedrag ten overstaande van de onderbewuste
verlangens.
4. Verschuiving: de reactie afreageren op iets anders.
5. Regressie: keren terug naar eerdere ontwikkelingsfases en vertonen kinderlijk gedrag
van toen ze als kind werden geconfronteerd met stress. B.v. huilen of broek plassen.
6. Sublimatie: seksuele energie gebruiken voor creatieve bezigheden.
7. Projectie: andere mensen beschuldigen zodat ze het zelf niet hoeven te ervaren.
 Projectietest: Therapeuten proberen d.m.v. van deze testen in iemands
onderbewuste gevoelens en verlangens te komen.
 Rorschachtest: symmetrische inktvlekken waarvan de cliënt moet zeggen wat hij ziet.
 Thematische Apperceptietest: Cliënt moet verhaal vertellen bij een afbeelding. B.v.
autismeonderzoek.

Freuds doelen bereikt:
 Een poging tot onderzoek naar persoonlijkheid in een onwetende tijd.
 Het onbewuste.
 De ontwikkelingsfases.
 Afweermechanismen/conflict.
 Ons gedrag en onze dromen hebben een onderliggende betekenis.
 Menselijke seksualiteit was toentertijd taboe.

Kritiek op Freud:
 Vage concepten (libido, anale fase etc.) dus toetsen is lastig.
 Het kan niet wetenschappelijk bewezen worden (!).
 De theorie focust enorm op het verleden en houd weinig rekening met de huidige
situatie.
 Niet erg respectvol naar vrouwen.
 Het onderbewuste is veel minder gruwelijk en slim dan Freud eerder was bedacht/
! Dankzij Freud is de samenleving een stuk meer op seks gebaseerd.
! De neofreudianen: leerlingen van Freud die eigen theorieën ontwikkelden.

1. Karen Horney
2. Erik Erikson
3. Alfred Adler
4. Carl Jung
Jung vond dat 1. Freud te veel nadruk legde op seksualiteit en 2. Oneens over de structuur
van het onbewuste: Bestond uit persoonlijk onbewuste (kwam overeen met die van Freud),
maar ook het collectief onbewuste:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juliabrekelmans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53022 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd