Praktijk fysiotherapie samenvatting 1.2
Fysiotherapeutisch onderzoek
Screening; informatie over de locatie, oorzaak en pijn krijgen
koppelen aan stoornis, activiteit en participatie (ICF)
screening: pluis of niet-pluis (bij niet-pluis wordt de patient doorverwezen naar een medici)
- zorgen dat je indicaties herkend
- zorgen dat je contra-indicaties herkend (dingen waar fysio niets aan kan doen of niet kan
behandelen = rode vlag)
4 elementen
- goede uitleg geven waarom je dat goed doen en welke procedure er is. aan het einde ja/nee ik ga
wel/niet met je verder
- reden voor hulp en verwachting van patient
- de klacht, oorzaak, beloop
- rode vlaggen, generiek of regiogeneriek
- informeren ja/nee, bij nee adviseren naar arts.
PSK; activiteiten objectiveren (PSK= patient specifieke klachtenlijst)
VAS; de hoeveelheid het moeite het kost om een activiteit uit te voeren, 0= geen moeite, 10= ik kan
het niet
Anamnese: invullen van ICF
CEGS (cognitie, emotie, gedrag en sociaal)
Lichamelijk onderzoek: onderzoeken van mobiliteit
stoornissen die gevonden zijn in anamnese objectiveren
palperen, AROM/PROM, HHD of MRC
Inspectie bovenste extremiteit:
- verloop ruggenwervel: s-scoliose, kyfose, lordose (cerviaal, thoracaal of lumbaal)
- luchtfiguren
- positie scapula (bijv. scapula alata: vleugels scapula zijn naar buiten vanaf laterale zijde)
- positie schouders (protractie, retractie, elevatie, depressie) (shift: schouders staan niet recht boven
de voeten)
- positie nek
- positie hoofd (protractie)
Neutrale-nul-methode: methode om de bewegingsuitslag van een goniometer vast te leggen. De nul-
positie is de neutrale stand van een gewricht. Het eerste getal is beweging 1, in het voorbeeld
extensie. Het tweede getal is de neutrale stand, dat is de anatomische positie en het derde getal is
beweging twee, in het voorbeeld is dat flexie.
anatomische positie = 0°
bijv. extensie -> flexie 0:0:175
hyperextensie -> flexie 15:0:175
bewegingsprobleem 0:30:110
, Onderzoek afronden
conclusie
behandelplan
Doelen stellen: een lange, midden en korte termijn doel
bijv. over 6 maanden heeft meneer/mevrouw een vasscore van 3 op zelfzorg.
over 6 weken heeft meneer/mevrouw een vasscore van 4 op pijn
over 3 weken is de pijn van een 6 naar een 3 gegaan
over 6 maanden is de vasscore van een 5 naar een 2 gegaan wat betreft deelnemen aan het verkeer
Korte termijn doelen zijn vaak gebaseerd op stoornis en lange termijn doelen op participatie
Middelen pijn bestrijden
- Informeren en adviseren
- relatieve rust
- angulaire bewegingen
- alternatieve bewegingen
- tracties/translaties
- massage
- informeren:
uitleg middel – ik ga wat bewegingen maken om de pijn/bewegingsbeperking beter te begrijpen,
vertel me maar wat je voelt.
Klinisch redeneren
A= aard
L = lokalisatie
T= tijdsduur
I= intensiteit
S= samenhang
ICF-formulier
Mb verklaring Stoornis Activiteit participatie
Pijnmechanisme Pijn Haar kammen zelfzorg
Mobiliteit Broek optrekken Deelname verkeer
Kracht Steunen fiets Zorg familie
functie werk
Conditie
uithoudingsvermogen
Persoonlijke factoren Externe factoren
Bezorgd Werk wat aan haar trekt (stress)
Bang voor lang ziek zijn