COLLEGES EN KENNISCLIPS JEUGDRECHT
WEEK 1 De geschiedenis en de grondslagen van het jeugdstrafrecht
HOORCOLLEGE 1
Er zijn een aantal uitgangspunten en manier waarop met jeugdigen wordt omgegaan best wel wat
overeenkomsten tussen civiel en strafjeugdrecht.
o DE GESCHIEDENIS VAN HET JEUGDSTRAFRECHT (wordt in verschillende stapjes weergegeven,
maar namen zijn overkoepelend niet persé dat er niks anders gebeurd dan, veel overlap etc)
1. 19e eeuw
Op allerlei terreinen staat er voor het eerst idee dat overheid in kan g
rijpen (niet alleen ouders, vader). De overheid zou dus een rol moeten hebben, en het deel waar
ouders te kort schieten dit over kunnen nemen.
- Verpauperde kinderen (die crimineel gedrag vertonen of door ouders worden verwaarloosd)
- VERSCHUIVING van absolute macht vader naar deel rol overheid. Dit wordt in literatuur
aangeduid als de overheid als parens patriae
- Op verschillende plekken in wet worden stappen genomen: onderwijs er komt een
+leerplichtwet in 1901 (kinderen tussen 5 en 12 jaar moeten enige vorm van scholing
krijgen).
- Ook zie je dit op gebied van: oprichting allerlei internaten voor dit soort verwaarloosde
kinderen. Zij werden weggehaald uit ‘ziekmakend gezin’ om weer heropgevoed te worden.
2. Eind 19e eeuw: modernisering strafrechtelijk denken
Klassieke richting van strafrecht: individuele verantwoordelijkheid (iemand draagt schuld voor eigen
handelingen, persoonlijke schuld, kan gestraft worden proportionaliteit: straf naarmate van
schuld). Hierin ligt ook gedacht van vergelding (klassiek strafdoel).
VS.
Moderne richting: gaat uit van idee dat kind en zijn gedragingen voortkomen uit de verwaarlozing in
thuissituatie bij ouders vertonen van crimineel gedrag wordt min of meer toegeschreven aan
ouderlijk handelen binnen bepaalde sociale onderlaag.
IDEE: kind helpen door langdurig elders op te voeden (invloed menswetenschappen accent op
bescherming kind ook tegen verwaarlozende ouders).
Maar proportionaliteitsidee valt hierdoor helemaal weg.
3. Kinderwetten 1901 (BELANGRIJK PUNT OMDAT voor het eerst een eigen deel wetgeving
speciaal voor kinderen werd ingericht op civiel en strafrechtelijk vlak)
- Burgerlijke kinderwet: mogelijkheid gecreëerd om tav verzorging en opvoeding in te grijpen,
en zo ouderlijk gezag te ontnemen wanneer kind schadelijke ontwikkeling opdoet.
- Strafrechtelijke kinderwet: voor het eerst dat er eigen werd gecreëerd tav sancties en
procedures een speciaal op kinderen toegespitst deel werd gecreëerd
Aparte sancties (rechter)
Aparte regels zitting rechtbank (zoals achter gesloten deuren en recht op bijstand advocaat)
Geen ondergrens (bovengrens 18 jaar)!!! Dus ook zeer jonge kinderen konden met deze
regels te maken krijgen; WANT kind moet opnieuw opgevoed worden dus zij konden ook sancties
opgelegd krijgen.
Overdracht naar commune strafrecht mogelijk!! IN ons huidige systeem is het ook mogelijk om
sanctie uit volwassenstrafrecht op te leggen.
- Kinderbeginselenwet: ten uitvoerlegging van civiele en strafrechtelijke regelingen.
4. Na deze periode komt er langzaam meer kritiek op dit systeem: PSYCHOLOGISERING
(deze trend vindt oorsprong in opkomst gedragswetenschappen in NL)
Kritiek op rechtelijke macht:
- Gebrek aan pedagogische kennis bij rechters die over kinderen moesten beslissen (want
waren rechter die niet expliciet kennis over kinderzaken hadden)
- Wel tot invoering van de kinderrechter!! 1921. Behandelt zowel civiel als straf
Kritiek op behandeling:
, - In veel instellingen was sprake van een Spartaans regime (grote zalen met veel kids)
- Er ontstond idee dat dit niet effectief en kindvriendelijk was 2 commissies die vonden dat
situatie verandering behoeften.
5. 1965: juridisering
De erkenning dat kinderen niet een product zijn van falende ouders, maar zelfstandige individuele
personen met individuele rechten en plichten (dit was NIET het idee van Kinderwetten). NU komt dus
wel dat klassieke idee terug!!! BELANGRIJKE uitkomst hiervan:
Nieuwe Kinderbeginselenwet (1965): ondergrens 12 jaar!! Omdat kinderen ook tot op zekere
hoogte strafrechtelijk verantwoordelijk gehouden zouden moeten voor hun gedrag. (niet meer
ouders)
Commissie Anneveldt: we moeten meer uitgaan van persoonlijke verantwoordelijkheid en
toegenomen mondigheid, en idee dat kind helemaal nergens aan kan doen omdat ze simpelweg
verpest zijn in opvoeding valt dus steeds meer weg!!
Er wordt dus op verschillende terreinen op basis van dit idee wetgeving geïntroduceerd.
Wet op jeugdhulpverlening
Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen. Je ziet hier een juridisering op het vlak van detentie
waarop rechten, plichten en verantwoordelijkheden voor minderjarigen zijn geïntegreerd in onze
jeugdwetgeving.
6. 1995: verharding jeugdstrafrecht
De Commissie Anneveldt heeft drie basisprincipes:
- Waar mogelijk moet er uniformiteit zijn met commune strafrecht (dus idee dat minderjarige
eigen verantwoordelijkheid hebben en dat ze waar mogelijk ook verantwoordelijk gehouden
moeten worden). Dit zie je in feit dat belangrijke strafrechtelijke uitgangspunten (recht op
advocaat etc) dat die onverkort moesten gelden voor minderjarigen.
- Efficiëntie (vereenvoudiging van systeem en straffen en maatregelen)
- Pedagogisch perspectief: maar minderjarige dus niet net zo zwaar straffen als dat je
volwassenen zou doen.
Vernieuwing jeugdstrafrecht 1995 (commissie belangrijke rol): VERHARDING
- Hogere strafmaxima (1 jaar en 2 jaar)
- Makkelijker overdracht commune strafrecht: voor deze optie werd de drempel verlaagd
DIT zag je terug in een toename van sanctionering
meer en zwaardere straffen!! Verharding dus…
7. 2014: adolescentenstrafrecht
Dit beeld is nog niet eenduidig!!!
Pedagogisch perspectief
- Aan de basis van deze wet ligt de gedachte dat de onvoltooide emotionele, sociale en morele
ontwikkeling veel langer doorloop dan gedacht (25 jaar ongeveer)
- Adolescentie kenmerkt zich door gebrek inhibitie, lange-termijn denken en ontwikkeling
empathisch vermogen (allemaal dingen die juist cruciaal zijn in strafrecht)
- DUS daarom zou je adolescenten niet zo moeten afstraffen als volwassenen.
- Dus ook personen die ouder dan 18 jaar zijn kunnen minder zwaar gestraft worden
Duidelijke punitieve elementen van deze wet (voorstellen vanuit VVD als voorwaarde invoering deze
wet)
- Voorstel om straffen te verzwaren in Jeugdstrafrecht (begrijpen: veel in jeugdsrecht straffen
zijn relatief licht) Dit is niet volledig doorgevoerd, maar wel bvb:
- Omzetting PIJ-maatregel (jeugd TBS)in TBS: dus een minderjarige wordt zeer lange tijd van
vrijheid berooft.
(punitieve elementen = Het geloof in het nut en de noodzaak van zwaarder straffen ) Vraag: Het zou
denk ik te kort door de bocht zijn het puur te typeren als rechtste politiek. Het geloof in het nut en de
noodzaak van zwaarder straffen is niet exclusief rechts gedachtegoed. Het is een veelomvattend
vraagstuk. Het is in ieder geval zo dat puur kijkend naar de effectiviteit van detentiestraffen bij
,minderjarigen het niet voor de hand ligt de straffen te verhogen. Tegelijkertijd zijn onze straffen
relatief laag (in vergelijking met andere landen). Daarnaast speelt het politieke profiel van een partij
op een bepaald thema wel een belangrijke rol. De VVD (met Opstelten en Teeven op Justitie)
profileerde zich toen duidelijk als crimefighter-partij, sneller en zwaarder straffen past bij dat profiel
o GRONDSLAGEN VAN HET JEUGDSTRAFRECHT
Jeugdstrafrecht is strafrecht
Belangrijke uitgangspunten en principes gelden voor beide.
Vs. België: zij hanteren meer een beschermingsmodel. Terwijl in NL er duidelijk verschil is tussen
strafrecht en civielrecht:
- Regels van jeugdstrafrecht zijn opgenomen in Wetboek van Strafrecht
- Het delict staat centraal (principe van proportionaliteit is ook terug te zien!), net als in
commune. Er is dus zeker wel oog voor dader, maar uitgangspunt is het delict dus
- Straf naar mate van schuld/individuele verantwoordelijkheid vanaf 12 jaar
- Verantwoordelijkheid is wel beperkt voor jeugdige, maar wel aanwezig! Ouders niet meer
verantwoordelijk.
Beperkte verantwoordelijkheid minderjarige
Vs. VS: hier wordt meer gekeken naar strafbare feit en dan wordt je ook als minderjarige hierop
afgestraft. Terwijl in NL worden minderjarige slechts verdacht in commune bij uitzondering.
Pedagogische grondslag van het jeugdstrafrecht. WANT gericht op ontwikkeling etc.
DEZE beperkte verantwoordelijkheid heeft gevolgen voor de vraag:
- Wanneer ben je strafrechtelijk aansprakelijk (leeftijdsgrenzen)
- Strafmaat (bv. Detentiestraf voor jeugdigen is aanzienlijk lager)
- Procedure (veel maatregelen om jeugdigen te beschermen)
o JEUGDRECHT
Kinderbescherming = jeugdbescherming.
De geschiedenis van de jeugdbescherming
1901: Burgerlijke Kinderwet: ontstaan van kinderbescherming systeem in NL. (sinds dit punt zijn er
betrekkelijk weinig wijzigingen doorgevoerd).
- Einde aan absolute vaderlijke macht: (1) van vaderlijke macht naar ouderlijke macht
(moeder ook!) en (2) mogelijkheid tot inperken ouderlijke macht
- Twee kinderbeschermingsmaatregelen die leiden tot beëindiging van het gezag (beide alles
of niets karakter) :
(1) ontheffing uit het gezag (wanneer ouders is ondergeschikt of onmachtig is om taak als
opvoeder te dragen; ) dus konden geen goed opvoedingsklimaat verbieden (niet als verwijt
naar ouders dat ze gefaald hebben!!)
(2) ontzetting uit het gezag (grove verwaarlozing of slecht levensgedag); dus wel verwijt naar
ouders, ouders gefaald dat kind (opzettelijk) ernstige schade heeft. Ouder werd hier ook
actief kiesrecht ontnomen, want ze hebben verantwoordelijkheden als ouder onvoldoende
waargemaakt.
1921: introductie OTS en kinderrechter. Dit is de centrale maatregel.
- Rigide: alles-of-niets systeem
- Kinderen werden weggehaald bij ouders (definitief)
- Behoefte aan minder ingrijpende maatregel gericht op preventief, opbouwend werk in het
gezin.
Dit wordt de ondertoezichtstelling! Dit beëindigde niet het gezag, maar is een gezags-
beperkende maatregel. (maar in hoeverre wordt dat gezag beperkt :
, Ouders zijn gehouden om te luisteren naar aanwijzingen gezinsvoogd, maar op papier
hebben ouders wel volledig het gezag. Echter kan dit gezag door dwingende aanwijzingen in
de praktijk dus worden beperkt. )
- De wettelijke vereisten voor OTS zijn zeer ruim: ‘bedreiging met de zedelijke of lichamelijke
ondergang’. Deze definitie houdt nog steeds stand, en daarom sinds begin al kern van het
maatregelenpakken + wordt hij ook sinds het begin al veel vaker toegepast dan beoogt
(ook in combi met uhp). Er zijn dus echt open normen, waarbinnen de professionals
afwegingen moeten nemen of maatregel noodzakelijk is of niet (of er een bedreiging is met
zedelijke/lichamelijke ondergang).
Ook introductie ambt kinderrechter:
- Zowel voor jeugdbeschermingszaken als jeugdstrafzaken
- Kinderrechter werd gezien als een zeer actieve rechter: (1) weinig terughoudendheid met
opleggen van maatregelen (bv. Dat OTS belangrijke bijdrage kan leveren aan ontwikkeling
kinderen, dus vaak toegepast) en (2) ten aanzien van uitvoering van de maatregelen (een
kinderrechter bleef eindverantwoordelijk voor manier waarop hulpverlening uitgevoerd
wordt, tegenwoordig zijn dat de instanties). Kinderrechter was dus nauw verbonden met het
gezin (beetje zoals gezinsvoogd nu zelfs).
1956: uithuisplaatsing krijgt een zelfstandige plek in de wet.
- OTS nam toe, en nu vaker in combinatie met een uithuisplaatsing. Dit is gek: want OTS is
erop gericht op gezinsband te versterken en thuissituatie te verbeteren. Terwijl bij een UHB
is kind in onzekerheid uit huis. (conflict doelstelling OTS in combi met uhp)
- Hierdoor gingen steeds meer gezinsvoogden zelfstandig beslissen tot een UHP (zonder
kinderrechter!!) TOT 1956. Uhp krijgt een wettelijke plek in ons burgerlijk wetboek.
- Sindsdien inhoudelijke vereisten voor een UHP, hierdoor moet een kinderrechter kijken of
een UHP maatregel gerechtvaardigd was.
- Deze wettelijke grond is: ‘indien noodzakelijk in het belang van de opvoeding en verzorging
van een minderjarige’. Dit is weer een hele ruim geformuleerde norm (wanneer
noodzakelijk?) + er is niets verandert in definitie sindsdien.
2015: SINDS 1901 is dit de eerste keer dat het maatregelenpakket echt ingrijpend wijzigt.
Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen
- Voor het eerst sinds 1901 dat het maatregelenpakket en de wettelijke vereisten obv die
maatregelen kunnen worden opgelegd zijn ingrijpend gewijzigd
1. OTS wettelijke vereisten zijn gewijzigd
2. De ontheffing en de ontzetting worden geschrapt en vervangen door 1
gezagsbeëindigende maatregel (= maatregel van gezag beëindiging)
- Streven was: wettelijke vereisten meer kindgericht te formuleren = ontwikkeling van het kind
doorslaggevend maken om te beslissen over noodzakelijkheid maatregel of niet.
GRONDSLAGEN VAN DE JEUGDBESCHERMING
(1) Het schadebeginsel als uitgangspunt
Er moet een reel risico zijn op dreiging schade voor ontwikkeling van minderjarige (geen theoretische
kans/indicatie) als niet binnen aanzienbare tijd wordt ingegrepen. Dit komt voort uit idee van:
- Staat als noodouder (parens patriae) = overheid heeft pas een rol als het aanzienlijk slecht
gaat met een minderjarige, overheid moet de ondergrens bepalen en zo in belang van kind
een maatregel treffen.
- Perfectionisme: de neiging om in die besluitvorming te kijken naar een bepaalde bovengrens,
hoe kunnen we het zo goed mogelijk maken voor het kind. (VB zaken waarbij overheid
ingrijpt als kind niet niveau opleiding volgt dat ze wel aankunnen, overheid moet echter pas
ingrijpen als kind bv. niet naar school gaat)
- Preventionisme = doorschietende preventie, neiging waarbij professionals het zekere voor
het onzekere nemen en daarmee bepaalde risico’s willen uitsluiten. Hierdoor komt het
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isabelwbakker. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,19. Je zit daarna nergens aan vast.