Gedragswetenschappen Periode 1
Week 1
De student
- heeft inzicht in de kwantitatieve gegevens ten aanzien van de omvang van de problematiek
van kinderen die opgroeien bij ouder[s] met psychische problemen.
- kan de risicofactoren benoemen van KOPP-kinderen t.a.v. : factoren bij de ouder[s], de
gezinssituatie, en het kind zelf.
- kan met behulp van casuïstiek uitleggen hoe risicofactoren zich uiten in concreet gedrag
- is in staat te beschrijven hoe inzichten uit ‘de stromingen in de psychologie’ [GDW1] te
herkennen zijn in de problematiek van de KOPP-kinderen
Van Gameren, boek pdf
Hoofdstuk 1
Onderzoek toont aan dat een derde deel van de kinderen met een psychisch zieke ouder zelf geen
problemen krijgt. Daarnaast krijgt een even grote groep kinderen tijdelijke (aanpassings)problemen,
terwijl het overige derde deel zelf ernstige psychische problemen ontwikkelt, die overigens zeker niet
altijd overeenkomen met de ouderlijke problematiek. Meer dan anderhalf miljoen kinderen onder de
22 jaar groeien in Nederland op bij een ouder met psychische problemen.
Persoonlijkheidsstoornissen zoals borderline zijn niet meegerekend, waardoor het totale aantal
kinderen met een psychische zieke ouder in Nederland waarschijnlijk nog hoger ligt.
De problemen die kinderen later mogelijk kunnen krijgen kunnen zich uiten in bijvoorbeeld
leerproblemen, sociale problemen, alcohol- en drugsgebruik, criminaliteit, maar ook in depressieve
en angststoornissen of persoonlijkheidsproblematiek. De ervaringen van de KOPP’er (Kinderen van
Ouders met Psychische Problemen) blijken van invloed te zijn op het zelfbeeld, het zelfvertrouwen,
het hanteren van stresssituaties en vertrouwen in andere mensen.
Veel kinderen bagatelliseren de problemen van hun ouders, om verschillende redenen.
Bagatelliseren kan te maken hebben met de manier waarop een volwassen kind gehecht is aan zijn
ouders, maar ook zelfbescherming kan een rol spelen.
Bepaalde factoren kunnen de kans op problemen bij het kind van een psychisch zieke ouder
beïnvloeden. Sommige factoren zoals het hebben van twee psychisch zieke ouders, vergroten het
risico zelf ziek te worden. Andere beschermen het kind juist. De aanwezigheid van een empathische
en emotioneel beschikbare gezonde ouder kan bijvoorbeeld een tekort van de andere ouder
compenseren. We spreken daarom over beschermende en risicofactoren.
Psychische stoornissen zijn multicausaal. Dat betekent dat er altijd meerdere oorzaken aan een
ziekte ten grondslag liggen. Men heeft waarschijnlijk te maken gehad met een opstapeling van
risicofactoren.
Risicofactoren vanuit:
- de ouder
ernstige en chronische ouderlijke stoornis
gebrek aan ziekte-inzicht
- de gezinssituatie
afwezigheid van een gezonde ouder
beperkte draagkracht van gezonde ouder
slechte relatie tussen de ouders
disfunctionele ouder-kindinteractie
- het kind
erfelijke factoren
jonge leeftijd als ouder ziek wordt
Beschermende factoren vanuit:
, - de ouder
goede relatie met het kind
bieden van goede (emotionele) ondersteuning door gezonde ouder
- de gezinssituatie
sociale steun
aanwezigheid van een sociaal netwerk
- het kind
heldere kijk op zichzelf
heldere kijk op de ouderlijke problematiek
Erik Erikson en Piaget hebben veel betekend op het gebied van de ontwikkelingspsychologie,
verschillen in veel denkbeelden maar bij beiden valt het woord ‘adaptief’ als zij kinderen
omschrijven. Kinderen passen zich aan om controle te krijgen over hun omgeving en te overleven. De
beïnvloeding is wederkerig. De omgeving beïnvloedt het kind en het kind beïnvloedt zijn omgeving.
Hoofdstuk 2
Wat belangrijk is, is dat het de symptomen van de ziekte zijn die het leven en de persoonlijkheid van
de zieke ouder zodanig ontwrichten dat het de ouderlijke kwaliteit negatief beïnvloedt.
Van alle Nederlanders met een psychische stoornis blijkt nog niet eens een derde deel professionele
hulp bij de geestelijke gezondheidszorg te zoeken.
Voor de partner is voorlichting (psycho-educatie) over wat er met de zieke partner aan de hand is en
hoe je daarmee kunt omgaan een goede interventie. De gezonde ouder zal zich moeten inspannen
om gezond te blijven en de juiste hulp te krijgen. Ook zal de gezonde ouder moeten voorkomen dat
de relatie met het kind onder druk komt te staan. De manier waarop de gezonde ouder met de
problemen omgaat, speelt hierbij een belangrijke rol. Ook de relatie met de zieke partner liefdevol
houden is een zeer belangrijke factor. Relatieproblemen komen namelijk vaak voor bij stellen
waarvan een lijdt aan een psychische stoornis. Het is een dynamisch proces, psychische problemen
kunnen ook voortkomen uit het niet onderhouden van een liefdevolle relatie of door de gevolgen bij
het kind van de relatieproblemen of psychische stoornis.
De opvoeding van zieke ouders kenmerkt zich vaak door vlakke emoties, minder lichamelijk contact
zoals knuffels of op schoot zitten, minder goedkeuring, geringere spontaniteit, minder responsiviteit,
minder voorspelbaarheid en meer boosheid.
De landelijke Commissie Geestelijke Volksgezondheid noemt vier essentiële basisvoorwaarden voor
geestelijke gezondheid waar de opvoeding een context voor moet creëren: het kind een veilige en
overzichtelijke omgeving bieden, uitdragen dat het kind er mag zijn, het kind de mogelijkheid bieden
om bij een gemeenschap te horen en erbij betrokken te worden en integriteit van lichaam en
persoon garanderen. Deze voorwaarden kunnen onder druk komen te staan in gezinnen waar een
negatieve spiraal het dagelijkse leven bepaalt.
Ook maakt het een verschil op welke leeftijd een kind wordt geconfronteerd met een psychisch zieke
ouder. Kinderen die als peuter, kleuter of adolescent te maken krijgen met een zieke ouder, hebben
de ervaring dat hun ouder ander, vreemd en beangstigend gedrag gaat vertonen. Zij lijden een verlies
en maken op jonge leeftijd een periode van rouw mee. Kinderen die vanaf hun geboorte een zieke
ouder hebben, hebben niet die verlieservaring. Maar bij deze kinderen staat juist die veilige, directe
gehechtheid tussen ouder en kind in de weg. Voor ontwikkeling van het kind is de hechting tussen
moeder en kind ontzettend belangrijk (Bowlby). Op schoolleeftijd beschrijven onderzoekers onveilig
gehechte kinderen als minder nieuwsgierig, minder zelfgericht, minder empathisch en minder
leergierig. Op tienjarige leeftijd hebben kinderen die met 15 maanden veilig gehecht waren, meer en
betere vriendschappen dan kinderen die destijds onveilig gehecht waren. We moeten echter niet
denken dat het gehechte kind een levenslange voorsprong heeft en het onveilige kind sociaal
gedoemd is om te mislukken. Werkmodellen zijn dynamisch en kunnen veranderen door bepaalde
, levenservaringen, zowel door negatieve zoals een scheiding van de ouders of door iets positiefs als
een fijne vriendschap. Ook voegt de vader wel degelijk iets toe aan de sociale en emotionele
ontwikkeling van zijn kind. Ook constateerden meerdere onderzoekers dat een veilige gehechtheid
met de vader de schadelijke gevolgen van een onveilige gehechtheid met de moeder kan voorkomen.
Bij kinderen die op latere leeftijd te maken krijgen met een zieke ouder, speelt rouw een rol. Rouw is
voor kinderen net als bij volwassenen een stressvolle realiteit met neurohormonale implicaties en
fysieke en emotionele gevolgen. Elke leeftijd waarop het kind met een zieke ouder wordt
geconfronteerd heeft zijn eigen risico’s. Algemeen wordt gesteld dat hoe jonger het kind is, des te
hoger de kwetsbaarheid en invloed van de ziekte van de ouder.
In het Kwetsbaarheid-stressmodel wordt een aangeboren kwetsbaarheid en de mogelijke
activerende rol van stress samengebracht in het verklaren van psychische stoornissen.
Wat is stress? Stress ontstaat als er geen evenwicht is tussen de draagkracht en draaglast; tussen dat
wat je aankunt en de dingen die stress veroorzaken (stressoren). Een stressor verstoort de optimale
interne balans van ons lichaam. De stressreactie die het lichaam vervolgens geeft, is bedoeld om het
evenwicht binnen het lichaam te herstellen. Bij tijdelijke stress is zo’n stressreactie vooral erg nuttig.
Risicovoller wordt het als de oorzaken van stress langdurig aanwezig zijn en het lichaam vragen lange
tijd alles op alles te zetten om het interne evenwicht te bewaren. Het lichaam gaat dan als het ware
de stress zelf in stand houden. Het gevolg zijn fysieke en psychische klachten (zoals hoofdpijn,
huilerigheid, hyperventilatie, buikpijn, spierpijn, concentratieproblemen en moeheid.
Als een kind niet in staat is of wordt gesteld om de gezinsomstandigheden te kunnen handelen, dan
overschrijdt de draaglast de draagkracht en dreigt het gevaar van overbelasting en klachten op
uiteenlopende terreinen.
Hoorcollege
KVO Kinderen van ouders met Verslavingsproblematiek
KOPP Kinderen van ouders met Psychische Problemen (depressie, angst, schizofrenie,
persoonlijkheidsstoornissen, verslaving (alcohol/drugs))
Deze kinderen hebben zelf een groter risico op: psychische problemen of verslavingsproblemen
(verslaving, depressie, school, criminaliteit, angst, sociale problemen, etc.)
Hoeveel Koppers zijn er? dat is lastig te onderzoeken:
- boek: 1,5 miljoen kinderen groeien op bij… (<22)
- Trimbos 580.000 (<18) 420.000 (<12)
Niet meegeteld hierbij zijn: ouders met persoonlijkheidsstoornissen, eetstoornissen, alcohollisten en
drugsmisbruik. Ook zijn er veel ouders die zelf geen ziekte-inzicht hebben of geen hulp zoeken. Deze
zijn hier ook niet bij meegeteld.
Eén derde van de kinderen krijgt zelf géén problemen (op latere leeftijd), een ander derde deel krijgt
tijdelijk problemen en het laatste derde deel krijgt zelf op latere leeftijd ernstige problemen als
gevolg van een ouder met een psychiatrisch probleem.
Hoe uiten zich problemen bij kinderen?
- Parentificatie