Samenvatting boek, week 1 (= hoofdstuk 1 t/m 3 + 6).
Hoofdstuk 1:
Primaire functie taal (= 1) motiveren en het beïnvloeden van het gedrag van een ander, 2) het
overdragen van informatie).
- Motiverende gespreksvoering , lekendefinitie (= samenwerking gerichte gespreksstijl die
iemands eigen motivatie en bereidheid tot verandering versterkt).
MGV/ motivational interviewing (= aandacht voor natuurlijke taal over verandering, met gevolgen
voor de wijze waarop op verandering gerichte gesprekken met meer effect gevoerd kunnen worden).
- Zodanige manier gesprek voeren dat mensen zelf al pratend komen tot verandering die
overeenstemt met hun waarden en belangen.
- Idee van deze vragen zijn: 1) waarom zou je dit willen veranderen?, 2) hoe zou je deze
verandering aan kunnen pakken? 3) wat zijn de drie belangrijkste redenen om te veranderen? , 4)
hoe belangrijk is deze verandering voor je en waarom? 5) en wat ga je doen denk je?
Gespreksstijlen op een continuüm (= Sturen <-------> Gidsen <-------> Volgen).
- Sturende stijl (= helper geeft informatie, instructie en advies; ontvanger gehoorzaamt, doet mee
en volgt). Bijvoorbeeld de dokter die uitleg hoe een medicijn moe worden gebruikt.
- Volgende stijl (= luisteraar heeft aandacht voor wat de ander zegt, probeert de ander te
begrijpen en onthoudt zich ervan om zelf dingen in te brengen; ontvanger neemt voortouw,
loopt voorop en zoekt uit). Bijvoorbeeld bij een cliënt die erg geëmotioneerd is.
- Gidsende stijl (= goed luisteren en zijn expertise aanbieden op de momenten dat het nodig is;
MGV). Bijvoorbeeld een kind een nieuwe taak leren.
De verbeterreflex (= het verlangen om te herstellen wat er fout is en mensen zonder aarzelen op het
goede pas te zetten, bij voorkeur op een directieve manier).
Ambivalentie (= willen en niet willen tegelijk; kan iemand enige tijd in vastzitten).
- Wanneer je pleit voor één kant, de verandering, dan zal de ambivalente persoon het
tegenovergestelde noemen en dat verdedigen (engeltje en duiveltje).
- Mensen raken vooral overtuigd van wat ze zichzelf horen zeggen.
1) Verandertaal/ motiverende uitspraken (= van de persoon zelf ten gunste van verandering).
2) Behoudtaal (= de argumenten van de persoon om niet te veranderen en de status quo te
behouden).
Bijvoorbeeld: ‘’Ik moet wat aan mijn gewicht doen (verandertaal), maar ik heb zo’n beetje alles al
geprobeerd en ik houd het niet vol (behoudtaal)’’.
Hoofdstuk 2:
Spirit van MGV (= partnerschap, acceptatie, compassie en ontlokken; ervarings- en een
gedragscomponent); wordt automatisme, een stijl waar je mee leert omgaan.
- Motiverende gespreksvoering, definitie voor de professional (= is een persoonsgerichte manier
van hulpverlenen om het veel voorkomende probleem van ambivalentie ten aanzien van
verandering aan te pakken).
- Gaat om ontlokken wat al aanwezig is, niet om iet aanbrengen wat ontbreekt.
A. Partnerschap (= samenwerking is eerst essentiële kenmerk van de spirit van MGV).
- Wordt gedaan ‘voor’ en ‘met’ iemand. Niet op of bij iemand.
- Is niet een manier om mensen op een misleidende wijze tot veranderen te brengen; het is een
manier om hun eigen motivatie en bronnen voor verandering te activeren.
- Zonder samenwerking kan je niet dansen; zorg ervoor dat je bij MGV niet worstelt.
, B. Acceptatie (= accepteren betekent niet per se iemands daden goedkeuren).
- Absolute waarde (= een aanvaarding van dit andere individu als een afzonderlijk iemand, een
respect voor de ander als iemand die op zichzelf van waarde is. het is een basaal vertrouwen –
een geloof dat deze andere persoon op een of andere manier wezenlijk te vertrouwen is).
- Accurate empathie (= een actieve belangststelling voor de belevingswereld van de ander en
daadwerkelijke inspanning deze tee begrijpen, de wereld door zijn of haar ogen te zien).
- Autonomie ondersteunen (= ieders autonomie honoreert en respecteert dat mensen
onherroepelijk recht hebben op, en in staat zijn tot, het maken van hun eigen keuzes).
- Bevestigen (= gericht zijn op en erkennen van iemands sterke kanten en inzet).
C. Compassie (= houdt in dat je je actief inzet voor het welzijn van een ander, dat je de behoefte
van de ander voorop stelt).
- Is je doelbewust inzetten voor het welzijn en de belangen van de ander; dit bevorderen van het
welzijn van anderen is een van de drijfveren van mensen om de hulpverlening in te gaan.
- Psychologische kennis en vaardigheden kunnen anders gebruikt worden om een ander uit te
buiten, om er vooral je eigen voordelel mee te doen en om onverdiend vertrouwen en
medewerking te krijgen.
D. Ontlokken (= ’jij hebt wat je nodig hebt, en samen zullen we het vinden’’).
- Mensen hebben al veel wat er nodig is (= bijvoorbeeld zelfkennis, motivatie of innerlijke
hulpbronnen), in zich en het is jouw taak om dit te ontlokken en naar boven ta helen.
Hoofdstuk 3:
Motiverende gespreksvoering, technische definitie (= is een op samenwerking gerichte, doelgericht
gespreksstijl met bijzondere aandacht voor verandertaal. Het is ontworpen om de persoonlijke
motivatie en de commitment voor en bepaald doel te versterken door het ontlokken en verkennen
van iemands eigen redenen om te veranderen in een sfeer van acceptatie en compassie).
| Plannen (hoe?)
| Ontlokken (waarom?)
| Focussen ↑ Gespreksvaardigheden
Engageren
Vier processen in motiverende gespreksvoering (= engageren, focussen, ontlokken, plannen).
1. Engageren (= het proces van het aangaan van een behulpzaam contact en een werkrelatie).
- De beoordeling van de cliënt van de kwaliteit van de werkrelatie met een hulpverlener lijkt te
voorspellen of de cliënt in behandeling blijf en wat het resultaat is.
- Therapeutisch engagement is een voorwaarde voor alles wat erop volgt.
- Een overvloed aan specifieke intake-informatie heeft geen nut als de cliënt niet terugkomt. Soms
probleem niet onmiddellijk oplossen, maar alleen luisteren en bevestigen.
Voelt de persoon zich in contact met mij op zijn gemak? Hoe steunend en behulpzaam ben ik? Heb ik
begrip voor het gezichtspunt van de persoon en voor waar deze zich zorgen over maakt? Hoezeer
voel ik mij in dit contact op mijn gemak? Voelt het contact aan als een vorm van samenwerken?
2. Focussen (= is het proces waarmee het gesprek over verandering een bepaalde kant op gaat en
blijft gaan; gericht op doel, richting van het gesprek, agenda bepalen).
- Helpt om in MGV een duidelijke richting te kiezen, een stip aan de horizon te vinden waarheen
men zich beweegt.
- Focussen geeft antwoord op de vraag op welke verandering een gesprek mikt.