Hoofdstuk 1
_________________________________________________________________________________
Paragraaf 1: De wereld indelen
➢ Tijd en afstand zijn geen belemmering voor communicatie, dit is mogelijk door
de moderne informatie- en communicatietechnologie.
○ De wereld is hierdoor nauw met elkaar verbonden en hebben veel met
elkaar te maken als een soort global village.
➢ Landen zijn niet alleen verbonden met communicatie maar ook op het gebied
van economie, politiek en cultuur. Deze toenemende samenwerking over de
hele wereld noem je globalisering.
➢ Er zijn verschillende manieren om de wereld in te delen
○ De mate van globalisering verschilt, je kan de wereld daarom indeling
op basis van de globaliseringsindex.
○ Je kan voor een indeling ook kijken naar cultuur, regio’s met een
gemeenschappelijke cultuur vormen dan een cultuurgebied. De grenzen
tussen de gebieden zijn alleen niet zo scherp aangezien culturen vaak in
elkaar overlopen.
○ Dan kan het ook op de politieke kenmerken, om precies te zijn op de
verspreiding van politieke macht. Het democratische gehalte wordt
gemeten met de democratische index (0-10, hoe hoger hoe beter). Het
wordt bepaald adhv bijv. vrije verkiezingen, deelname bevolking in de
politiek en mensenrechten. Dit zijn de rechten die iedere burger heeft
maar in sommige landen wordt het niet erkend.
➢ Een cultuur bestaat uit een groot aantal cultuurelementen, dit zijn alle door de
menselijke geest voortgebrachte elementen (taal en religie zijn het belangrijkst)
○ Elke cultuur heeft zijn eigen kenmerken, dit is de identiteit.
➢ Doordat de wereld zo veel culturen en daarmee ook talen kent hebben landen
vaak een algemene taal nodig om mee te communiceren, de lingua franca.
➢ Economische ontwikkeling en welvaart wordt voornamelijk gemeten in het
bruto binnenlands product per inwoner. Als je een groter of kleiner gebied
neemt noem je het het bruto regionaal product per inwoner. Er zitten wel een
aantal nadelen aan.
○ Vooral in ontwikkelingslanden zul je zien dat sommige onafhankelijke
organisaties niet mee worden gerekend
○ Sommige mensen werken in de informele sector, ook dit wordt niet
meegerekend
○ Ook wordt er geen rekening gehouden met de verschillen in koopkracht,
je kan in het ene land veel meer kopen met 1 euro dan in een ander land.
○ Tot slot wordt er ook geen rekening gehouden met de
welvaartsverschillen in een land zelf.
■ Regionale ongelijkheid: Verschillen in de ontwikkeling per regio’s
in een land.
■ Sociale ongelijkheid: Grote inkomensverschillen tussen de sociale
groepen binnen de bevolking van een land.
➢ De beroepsbevolking zegt ook veel over de ontwikkeling van een land. In de
landen met een laag ontwikkelingspeil zie je dat de beroepsbevolking
grotendeels in de landbouw/primaire sector werkt. In de meest ontwikkelde
landen zie je vervolgens dat de tertiaire sector het best verdient.
➢ De bevolkingsspreiding over de wereld is zeer ongelijkmatig, sommige
gebieden hebben een hele hoge bevolkingsdichtheid en andere totaal niet
(bijv. droge hooggelegen gebieden)
○ De meeste mensen wonen in de steden, de verstedelijkingsgraad ligt dus
hoog. Ook hieraan kan je de welvaart zien, hoe hoger het
ontwikkelingspeil hoe hoger de verstedelijkingsgraad.
, ○ Wel is het zo dat de mate van verstedelijking, het verstedelijkingstempo,
in ontwikkelingslanden heel hoog ligt.
Paragraaf 2: Scheidingslijnen in Europa
➢ De grens tussen Azië en Europa is moeilijk aan te geven, geen duidelijke
natuurlijke of culturele grens
➢ Als een verschijnsel zich verspreid over een regio (ruimtelijk) of sociale groep
(sociaal) heet dat diffusie.
➢ Europa is al vaak op verschillende manieren in elkaar gezet → staatkundige verbrokkeling
○ Geopolitiek wordt gebruikt om de machtsverhoudingen tussen landen te
beschrijven. Dit is 1 van de oorzaken van de staatkundige verbrokkeling
van Europa, als dit verandert zullen er namelijk gevolgen zijn zoals dat
een land op manieren zijn macht probeert te behouden.
○ In Europese landen is de culturele verscheidenheid groot, veel volken
leven naast of door elkaar. Dit zorgt voor instabiliteit. Volken bieden
soms weerstand tegen het creëren van samenhang tussen de
verschillende culturen (natievorming) en kunnen vervolgens gaan
streven naar zelfbestuur/eigen soevereine staat, dit heet regionalisme.
Als dit lukt heet het separatisme.
○ Tot slot zorgen economische factoren voor instabiliteit, dit wordt
veroorzaakt door de groeiverschillen tussen landen en gebieden.
➢ Naast het uit elkaar vallen van gebieden heb je ook de eenwording van landen
of het fenomeen dat ze samen een politiek of economisch een
samenwerkingsverband aangaan om zo een sterkere positie te verkrijgen. Dit
heet blok.
○ Vaak gaat blokvorming op economisch gebied makkelijker want qua
politiek willen landen hun soevereiniteit niet kwijt
➢ Europa geeft een kleine bevolkingsgroei,
dit betekent dat de meeste in de laatste
fase zitten van de demografische
transitie. Dit zijn de schommelingen van
sterfte, geboorte en bevolking.
○ Fase 1: Hoog geboorte- en
sterftecijfer en hierdoor trage tot
geen bevolkingsgroei. Mensen
leven van ambacht en landbouw, er zijn veel ziekten en slechte hygiëne.
Ook is er weinig anticonceptie en hebben gezinnen kinderen nodig op
het land. De kindersterfte ligt hoog.
○ Fase 2: Betere hygiëne en minder ziektes dus sterftecijfer omlaag, door
hoog geboortecijfer grote bevolkingsgroei.
○ Fase 3: Hier zie je dat het geboortecijfer ook gaat dalen maar er nog
steeds een geboorteoverschot en dus bevolkingsgroei is. Er is
verstedelijking dus de invloed van de kerk op gezinnen neemt af en
kinderen worden een economic burden, de vruchtbaarheid daalt dus.
○ Fase 4: Geboorte- en sterftecijfer liggen laag dus de bevolkingsgroei
stagneert.
○ Fase 5: Vergrijzing van de bevolking en een sterfteoverschot door weinig
geboortes en veel ouderen.
➢ Elke fase heeft een bijpassende leeftijdsopbouw diagram.
○ Bij een piramide groeit de bevolking, bij een granaat is het stabiel en bij
een ui daalt de bevolking
➢ Hieruit kan je ook de actieve en niet-actieve uit een bevolking aflezen, de
verhouding tussen deze twee is de demografische druk
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jennakooistra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.