Dit is een samenvatting van de hoorcolleges van het vak Overdrachtsbelasting voor Schakelstudenten FEB en tevens van de laatste 3 weken van het vak Omzet- en Overdrachtsbelasting. Hoorcollege 7B is niet inbegrepen wegens het feit dat dit een vragenuur was.
,Hoorcollege 5A – Introductie en belastbaar feit
De overdrachtsbelasting (Ovb) is de oudste belasting van Nederland. De naam
is overigens misleidend want niet de overdracht maar de verkrijging is belast.
Het is een kostprijsverhogende, objectieve en zakelijke belasting (persoonlijke
omstandigheden zijn niet relevant), dat laatste is per 2021 voor woningen
gewijzigd. De opbrengsten van deze belasting waren in 2020 3,5 miljard euro.
De Ovb is geregeld in de Wet op Belastingen van Rechtsverkeer 1970
(WBR), naast
- Assurantiebelasting (wordt niet behandeld in dit vak);
- Kapitaalbelasting (afgeschaft per 2006);
- Beursbelasting (afgeschaft per 1990), en;
In het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer; hierin regelt de
regering in opdracht van de wetgever (opgenomen in de wettekst) bepaalde
zaken, zie bijvoorbeeld Art. 15 lid 1 WBR.
Beleidsbesluiten (interpretatief of goedkeurend onder gebruik
hardheidsclausule Art. 63 AWR); binden alleen de fiscus.
In tegenstelling tot de winstbelastingen die kunnen worden verspreid over
belastingparadijzen lopen onroerende zaken niet weg, de heffing verloopt in
veel gevallen via de notaris; een eenvoudige wijze van inning.
Per 2021 gelden volgens de Wet differentiatie overdrachtsbelasting de volgende
regelingen:
- 2% alleen voor ‘eigen woning’ van verkrijger
- Nultarief voor eerste woning ‘jonge’ starter (<35 jaar)
- Verhoging algemeen tarief naar 8% (‘voor pandjesbazen’)
Belastbaar feit Art. 2 lid 1 WBR
1. Verkrijging
= juridisch eigendom + economische eigendom
2. Van Nederlandse onroerende zaken
= ‘echte’ onroerende zaken + fictieve onroerende zaken ex. Art. 4 WBR
3. Of van rechten waaraan Nederlandse onroerende zaken zijn onderworpen
= rechten op ‘echte’ onroerende zaken + fictieve onroerende zaken ex.
Art. 4 WBR
Art. 18 WBR jo. Art. 21a Uitvoeringsregeling AWR geven de rol van de notaris.
De civielrechtelijke verkrijging van onroerende zaken gaat via notariële akte.
De notaris doet namens de verkrijger aangifte door registratie van de
betreffende akte. De notaris is hoofdelijk aansprakelijk voor de
overdrachtsbelasting verschuldigd “ingevolge de inhoud van de akte” ex. Art.
42 lid 1 Inv. Wet. In andere gevallen moet de verkrijger binnen één maand na
de verkrijging zelf aangifte doen en betalen. Een (meestal) betrouwbare partij
int aldus in de meeste gevallen de belasting.
De verkrijging vindt plaats op het moment van opmaken van de akte ex. Art. 8
lid 1 WBR. De overdracht (d.m.v. inschrijving) moet dan nog plaatsvinden. Geen
inschrijving = geen levering/overdracht maar wel een verkrijging.
Art. 3:84 BW voorwaarden voor eigendomsoverdracht van een goed:
1. Een geldige titel;
2. Een beschikkingsbevoegde, en;
3. Een levering.
, Art. 3:89 BW regels voor de levering van onroerende zaken, hiervoor zijn
nodig:
1. Een notariële akte, en;
2. Inschrijving van de akte in de openbare registers.
Pas met – en op het moment van – de inschrijving komt de levering (en
overdracht) tot stand.
Voor de uitleg van diverse begrippen en termen uit de WBR moet aansluiting
gezocht worden bij het civiele recht (en dus Nederlandse jurisprudentie, HvJ is
irrelevant). Sommige civielrechtelijke verkrijgingen zijn uitgezonderd ex. Art. 3
WBR. Ook zijn sommige rechten uitgezonderd (grondrente, pand en hypotheek
ex. Art. 5 WBR). Het civielrechtelijke verkrijgingsbegrip is in een aantal
gevallen uitgebreid, bijvoorbeeld in Art. 4 WBR. Dit laatstgenoemde artikel is zo
ingewikkeld omdat mensen door de jaren heen liever geen belasting wilden
betalen. Gezien er internationaal gezien niet veel mogelijk was m.b.t. de
ontwijking van de Ovb, werd er nationaal veel geprobeerd. Daaruit ontstond
antimisbruikwetgeving met bijvoorbeeld Art. 4 WBR.
De Algemene termijnenwet geeft regeling voor de verlenging van een termijn
als de laatste dag valt op een zaterdag, zondag, of erkende feestdag. De termijn
wordt verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een za-, zon- of
feestdag is. Deze regeling geldt onder meer niet voor termijnen langer dan drie
maanden. Voor zesmaands termijnen geldt: datum = datum, ook al is het
Nieuwjaarsdag.
Onroerende zaak (Art. 3:3 BW): de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen,
de met de grond verenigde beplantingen dan wel de gebouwen en werken die
duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door
vereniging met andere gebouwen of werken. Onroerend zijn ook de
bestanddelen van een onroerende zaak, aldus Art. 5:3 BW.
Gebouwen: bouwwerken geschikt voor gebruik als afgesloten ruimte.
Werken: bouwwerken anders dan gebouwen, bijvoorbeeld een kunstwerk
zoals een viaduct maar ook bijvoorbeeld hoogspanningsmasten.
De vraag of de vereniging met de grond als duurzaam kan worden aangemerkt,
dient in beginsel aan de hand van objectieve maatstaven te worden beantwoord.
Van ‘duurzame vereniging’ zal doorgaans sprake zijn, als een gebouw of werk in
mechanische of materiële zin (bijvoorbeeld fundering) met de grond verbonden
is.
Indien geen sprake is van materiële verbinding met de grond, zal moeten
worden beoordeeld of het bouwwerk naar aard en inrichting is bestemd om
duurzaam ter plaatse te blijven.
HR 31 oktober 1997: Portacabin-arrest noemt de volgende elementen:
De bedoeling van degene die het gebouw op de grond heeft
geplaatst (bouwer) of doen plaatsen (opdrachtgever); deze
bedoeling dient naar buiten toe kenbaar te zijn voor derden.
De verkeersopvattingen zijn geen zelfstandige maatstaf voor de
beoordeling of een zaak roerend of onroerend is, maar kunnen wel
een aanvullende rol spelen.
Naar aard en inrichting bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven zijn:
- Zeecontainers;
- Havenkranen (hoewel deze vrij over rails konden bewegen);
- GSM-ontvangstinstallatie;
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper joriswellen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,98. Je zit daarna nergens aan vast.