De locatie van de neusholten, farynx, larynx en trachea benoemen.
Pharynx = slokdarmhoofd/ keelholte
Larynx = strottenhoofd
Trachea = luchtpijp
Cavum nasi = neusholte
De structuur van de neusholten relateren aan hun ademhalingsfunctie.
De enorme doorbloeding van de slijmvliezen maakt een snelle opwarming van de luchtstroom
mogelijk. Dit is ook de reden van het grote bloedverlies bij een neusbloeding.
De haren bij de nares (neusgaten) vangen de grotere deeltjes. Kleinere deeltjes zoals stof en
bacteriën komen vast te zitten in het slijm. Slijm beschermt het epitheel tegen irritatie en uitdroging.
Synchroon bewegende trilhaartjes drijven het slijm naar de keel, waar het wordt doorgeslikt of
opgehoest.
Terwijl de lucht zich over het slijmvlies verplaatst raakt hij verzadigd met waterdamp.
De structuur van de pharynx en larynx relateren aan zijn functie.
De pharynx is betrokken bij zowel het ademhalingsstelsel als bij het spijsverteringsstelsel.
De lucht wordt op zijn weg naar de longen verder verwarmd en bevochtigd op dezelfde wijze als in
de neus.
De tuba auditiva (buis van Eustachius) laat lucht in het middenoor waardoor dezelfde druk als het
buitenoor en trommelvlies ontstaat. Dit beschermt ook tegen veranderingen van de atmosferische
druk.
De lymfecellen in het bindweefsel van de neus en keelamandelen produceren antilichamen in reactie
op ingeslikte of ingeademde antigenen.
Bij spraak speelt de pharynx de rol van resonatiekamer voor het geluid van de larynx. Samen met de
sinussen (neusbijholten) helpt hij de stem zijn individuele kenmerken te geven.
De fysiologie van spraak globaal beschrijven.
Spraak wordt geproduceerd wanneer de tong, wangen en lippen de geluiden versterken en
manipuleren die door de stembanden geproduceerd worden.
-Toonhoogte hangt af van de lengte en spanning van de stembanden
-Luidheid is afhankelijk van de kracht waarmee de stembanden trillen
-De resonantie of klankkleur hangt af van de vorm van de mond, positie tong/ lippen, de
gezichtsspieren en de lucht in de paranasale sinussen.
De functies van de trachea tijdens ademhaling uitleggen.
Kraakbeen houdt de trachea permanent open. Door de C vorm kan de oesophagus wijder worden
tijdens het slikken.
Het synchroon bewegen van trilhaartjes zorgt ervoor dat slijm met deeltjes omhoog naar de larynx
bewegen waar het wordt doorgeslikt of opgehoest.
, AFPF Casus 3: Marieke
Zenuwuiteinden in de trachea (en larnyx + stambronchi) zijn gevoelig voor irritatie. Als er iets wordt
geprikkeld ontstaat een hoestreflex door aanspanning van buik- en ademhalingsspieren. De druk in
de longen neemt snel toe, de glottis opent zich en de lucht wordt door de mond weggedreven.
De luchtweg in de bronchiale boom benoemen in volgorde van afnemende grootte (trachea,
stam/hoofdbronchus, bronchiën, bronchiolen, alveoli).
Trachea- stam/ hoofdbronchus-bronchiën- bronchiolen- alveoli
De locatie en globale anatomie van de longen en de pleurae beschrijven (mediastinum, longhilus,
longkwabben).
Diafragma is het middenrif.
Het gebied tussen de longen heet het mediastinum. Hierin liggen onder andere het hart, de grote
bloedvaten, de slokdarm (oesophagus) en luchtwegen waaronder de trachea (luchtpijp) en
bronchiën, die de trachea verbinden naar de longen.
De Longhilus is de longpoort waar de bloedvaten en luchtwegen de long in- en uitgaan.
De pleura is een vlies die de longen omvat. De pleura heeft 2 lagen, de een zit aan de long vast en de
ander aan de wand van de thorax (borstkas). Er zit een klein laagje sereuze vloeistof in waardoor de 2
lagen makkelijk over elkaar heen kunnen bewegen tijdens de ademhaling. Deze vloeistof zorgt ook
voor oppervlaktespanning waardoor de longen als het ware zijn opgehangen in de thorax. Als deze
spanning wordt doorbroken klapt de long in (klaplong/ pneumothorax)
De structuur en veranderende functies van de diverse niveaus van de luchtweg beschrijven.
-Structuur: 3 weefsellagen; fibreus en elastisch weefsel, kraakbeen en gladde spieren,
cilinderepitheel met trilharen.
-Kraakbeen: naarmate de luchtwegen zich splitsen, worden deze ringen steeds kleinere plaatjes en
op bronchiolair niveau is er geen kraakbeen meer aanwezig.
-Gladde spier: het kraakbeen dat verdwijnt wordt vervangen door het gladde spierweefsel, hierdoor
kan de diameter van de luchtwegen worden vergroot of verkleind.
-Epitheelbekleding: het wordt geleidelijk vervangen door niet-trillend epitheel en bekercellen
verdwijnen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maxw99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,98. Je zit daarna nergens aan vast.