100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Hoorcollege aantekeningen Insolventierecht Week 1 t/m 7 €4,48
In winkelwagen

Overig

Hoorcollege aantekeningen Insolventierecht Week 1 t/m 7

1 beoordeling
 0 keer verkocht

Dit bestand bevat aantekeningen van alle hoorcolleges Insolventierecht van week 1 t/m 7. Week 5 bestaat uit twee hoorcolleges. Zie: ''Insolventierecht COMPLEET: samenvatting arresten werkgroepuitwerkingen hoorcollege aantekeningen'' voor alle voorgeschreven stof voor het eindtentamen.

Voorbeeld 7 van de 29  pagina's

  • 16 juni 2017
  • 29
  • 2016/2017
  • Overig
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (32)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: pepijnvancampen • 6 jaar geleden

avatar-seller
kristel3108
HOORCOLLEGE AANTEKENINGEN INSOLVENTIERECHT

WEEK 1 HOOFDLIJNEN FAILLISSEMENT

I. Actualiteit: wetgeving op komst

Wetsvoorstel Continuïteit Ondernemingen I (pre-pack): De pre-pack leidt soms echter tot
kritiek. Worden de rechten van de werknemers op deze manier niet te makkelijk opzijgezet?
Is het niet een verkapte vorm van overgang van onderneming? Deze vraag is voorgelegd aan
het Europese Hof van Justitie. Op 29 maart 2017 heeft de advocaat-generaal zijn conclusie in
deze zaak gepubliceerd die grote gevolgen kan hebben voor de praktijk van de pre-pack.
De zaak die hieraan ten grondslag ligt betreft het faillissement van kinderopvang Estro Groep.
Nadat bleek dat Estro niet meer aan haar verplichtingen kon voldoen, heeft zij een plan
opgesteld om door middel van een pre-pack direct na het faillissement door te starten met
minder locaties en minder werknemers. Daartoe heeft zij de rechtbank verzocht om een
beoogd curator aan te stellen, waartoe de rechtbank ook is overgegaan. Vervolgens is op 20
juni 2014 een nieuwe vennootschap opgericht, genaamd Smallsteps B.V. om als doorstartende
onderneming te dienen.

Op 5 juli 2014 is het faillissement van Estro uitgesproken en op diezelfde dag is een
koopovereenkomst getekend tussen de curator (die tevens de bewindvoerder was
voorafgaande aan het faillissement) en Smallsteps, een en ander conform het voorafgaand aan
het faillissement opgestelde plan. Aan 2600 geselecteerde werknemers is toen een nieuwe
arbeidsovereenkomst aangeboden. De rest werd ontslagen.

De FNV heeft zich namens een aantal ontslagen werknemers op het standpunt gesteld dat er
feitelijk sprake is van overgang van onderneming en dat de werknemers daarom van
rechtswege zijn overgegaan naar Smallsteps. Smallsteps stelt daarentegen dat de bepalingen
van overgang van onderneming niet gelden bij een faillissement. Aangezien er formeel sprake
was van een faillissement, zouden de werknemers dus niet bij haar in dienst zijn getreden.

De rechtbank besluit de zaak voor te leggen aan het Europese Hof van Justitie. Deze uitspraak
wordt voorafgegaan door een conclusie van een Advocaat-Generaal, welke conclusie vaak
wordt gevolgd door het Hof. De A-G concludeert dat de pre-pack niet kan worden
aangemerkt als een faillissementsprocedure of een procedure met het oog op liquidatie van
het vermogen, een en ander onder toezicht van een curator. De pre-pack heeft juist tot doel
om de levensvatbare onderdelen van een onderneming voort te zetten. De A-G meent daarom
dat er geen rechtvaardiging is om de rechten van de werknemers te ontnemen. Volgens de A-
G genieten de werknemers "gewoon" bescherming van de bepalingen van overgang van
onderneming. Kortom, als de A-G wordt gevolgd, is er sprake van overgang van onderneming
en zouden de ontslagen werknemers toch van rechtswege in dienst zijn getreden bij
Smallsteps.

Indien de conclusie van de A-G door het Hof wordt gevolgd, zal dit grote gevolgen hebben
voor de huidige praktijk. Een pre-pack zal dan immers een stuk minder aantrekkelijk worden.
Op dit moment biedt de pre-pack een relatief gemakkelijke mogelijkheid om de activiteiten
voort te zetten met minder personeel en zonder reorganisatiekosten.

Aangezien de pre-pack geen wettelijke basis kent, is op dit moment bij de Tweede Kamer een
wetsvoorstel aanhangig om de pre-pack te reguleren (de Wet continuïteit ondernemingen).

,Het is de vraag of deze wet doorgang zal vinden, gelet op de conclusie van de A-G en de
uitspraak van het Hof van Justitie nog in het verschiet.
Voorontwerp van de wet Continuïteit Ondernemingen II: In NL op eenvoudige manier een
dwangakkoord aan crediteuren kan worden opgelegd. Dit kan wel in Engeland, daarom gaan
veel bedrijven daarnaartoe.




 Werknemers kun je niet via de WCO II de strot doorduwen dat ze een lagere lonen krijgen.
Bij een lagere huur is het anders, maar alsnog vrij moeizaam; de gedachte is als je naar de
toelichting kijkt in de parlementaire geschiedenis dat het wel zou kunnen een lagere huur.
Art. 3 lid 1 Europese insolventieverordening: welke rechter is bevoegd. In principe moet je
kijken waar de rechtspersoon de statutaire zetel heeft. Dat wordt vermoed te zijn, waar de
debiteur zijn voornaamste belangen heeft. Ook wel genoemd; centre of main interest. Dit
vermoeden kan weerlegd worden. Je centre of main interst kan je eenvoudig verplaatsen,
zeker als je weinig activiteiten hebt (financierings-bv).
Als er discussie komt waar de rechtspersoon zijn centrum heeft moet je verder kijken dan
allen naar de statutaire zetel.

II. Regelgeving

Geldend recht/bronnen: Faillissementswet
- Faillissement
- Surseance van betaling
- Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen (WSNP); schone lei nadat je een aantal
met bijna niks hebt geleefd. Veel mensen houden dit niet vol en komen uiteindelijk
toch in een faillissement terecht.

,Surseance van betaling
Kern: uitstel van betaling, art. 230 en 233 Fw. Werkt niet t.a.v. preferente schuldeisers, art.
232 Fw  hierdoor wordt redding van het bedrijf (via surseanceakkoord) bemoeilijkt en volgt
meestal snel een faillissement: onderneming kan worden overgedragen zonder werknemers.
Voor beheers- en beschikkingshandelingen t.a.v. de boedel is medewerking van de
bewindvoerder nodig, art. 228 Fw. Voorbeeld cadeaubonnen V&D:
De surseance zegt dat gewone concurrente schuldeisers even niet betaald hoeven worden.
Het is een gebrekkig mechanisme. Als je in surseance van betaling verkeerd en je zou een
deel van de onderneming willen afstoten en verder willen doorgaan, dan zijn alle
beschermingsregels op werknemers van toepassing. Alleen sinds vorig jaar is de positie van
de surseance verbeterd; je hoeft de transitievergoeding niet meer te betalen aan werknemers.

III. Het faillissement

Art. 3:276 BW; een schuldeiser kan zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar
verhalen.
Faillissement: allesomvattend beslag op het gehele vermogen van de schuldenaar, dit is ten
behoeve van de gezamenlijke schuldeiser. Ziet op samenloop van schuldeisers.
Door het faillissement vervallen alle beslagen voor zover het spullen van de failliet betreft,
art. 33 Fw.
Een ander belangrijk aspect om een eerlijke verdeling te bewerkstelligen is het
fixatiebeginsel; art. 20, 23, 24, 35 en 52 Fw.

IV. Gevolgen faillietverklaring

De schuldenaar verliest door de faillietverklaring de beschikking en het beheer over zijn tot
het faillissement behoren vermogen, art. 23 Fw. Je bent dus niet meer bevoegd tot levering,
art. 35 lid 1 Fw. Dit ziet op de beschikkingsonbevoegdheid.
Fixatiebeginsel: op de dag van faillietverklaring om 00:00. ‘De bijl gaat naar beneden’.
Als om 14:10 een faillietverklaring wordt uitgesproken dan betekent dit volgens art. 23 Fw je
beschikkingsonbevoegd bent geworden. Dit kan leiden tot gekke dingen. Betalingen moet dan
vergoed worden aan de boedel.
Voor verbintenissen van de schuldenaar, na de faillietverklaring ontstaan, is de boedel niet
aansprakelijk art. 24 Fw. Hier is een uitzondering op; tenzij de boedel gebaat is. Deze
uitzondering doet zich bijna nooit voor; je sluit een contract om op reis te gaan tegen betaling
van 10.000. Hier is de boedel niet door gebaat. De curator kan dan zeggen de boedel is voor
deze verplichting niet aansprakelijk.

 Rechterlijke vonnis
 Publicatie; staatscourant art. 14 lid 3, Faillissementsregister bij rechtbank art. 19,
Centraal Insolventieregister art. 19a.
 Verzet, hoger beroep en cassatie

 Levering door een failliet; beschikkingsonbevoegdheid.
Omdat er een publicatie is van het faillissement werkt het dus tegenover derden. Je had het
namelijk kunnen weten.
Faillissement werkt tegenover derden met ingang van de dag waarop het werd uitgesproken.
Geen algemeen beginsel van bescherming van derden te goeder trouw die met de gefailleerde
hebben gecontracteerd voor publicatie ex art. 14 lid 4 Fw.

,Wat als de derde zegt er is geleverd maar ik was volledig te goeder trouw; 3:86 BW. Art. 35
lid 3 Fw speelt hierop in; op het moment dat het in de Staatscourant is gepubliceerd dan is de
fictie van de wet dat iedereen weet dat dit persoon, bedrijf failliet is verklaard. Als je dan
geleverd krijgt ben je niet te goeder trouw.

V. De belangrijkste betrokkenen

- De schuldenaar
- Curator: aangesteld bij vonnis art. 14 Fw en onder toezicht van rechter-
commissaris art. 64 Fw. Belast met beheer en vereffening boedel art. 68 Fw.
Wat verdient een curator? Hij krijgt betaald uit de boedel, art. 71 lid 1 jo 65
Fw. Wat als er een boedeltekort is? Als curator kun je als eerste graaien.
- Rechter-commissaris
- Schuldeisers

VI. Afwikkeling faillissement

Heel vaak wordt een faillissement opgeheven bij gebrek aan baten; er komt dan geen
onderzoek, art. 16 Fw.
Verificatie is de standaard van zaken; vaststellen wie een vordering heeft en voor hoeveel.
Hierna ga je vereffenen, art. 173-194 Fw.
Vereenvoudigde afwikkeling brengt als voordeel mee dat er geen verificatievergadering is,
art. 137a-137g Fw.
Omzetting in schuldsanering, art. 15b Fw.

,WEEK 2 VOORRANG EN ZEKERHEDEN (I)

Verhaalsrecht
Je hebt een executoriale titel nodig om het conservatoir beslag om te zetten tot executoriaal
beslag. Als je een executoriale titel hebt kan de deurwaarder over gaan tot verkoop van de
spullen. Voor een executoriale titel moet je naar de rechter.

Iemand die een pandrecht of hypotheekrecht heeft, heeft het een stuk makkelijker.

Belastingdienst hoeft niet naar de rechter.

Paritas creditorum en voorrang
Hoofdregel: alle schuldeisers zijn hetzelfde. Naar rato van de hoogte van de vordering worden
ze uit de executieopbrengst voldaan.
 Maar sommige schuldeisers hebben voorrang. Deze regels (uit Boek 3) gelden ook in
faillissement.

Pand- en hypotheekhouder hebben het voordeel dat ze (I) niet naar de rechter hoeven en (II)
dat ze voorrang hebben.

In beginsel gelijkheid van schuldeisers, maar er zijn soorten van voorrang en er geldt in
sommige gevallen een bepaalde rangorde.

Voorrechten en voorrang o.g.v. de wet
Wettelijke voorrechten zijn in de wet opgesomd.

Retentierecht: je hoeft de zaak niet af te geven aan de eigenaar als je nog een vordering hebt.
 Kan je inroepen tegen de eigenaar maar ook soms tegen iemand met een pand- of
hypotheekrecht. Retentierecht gaat alleen voor als het pand- of hypotheekrecht pas is
gevestigd nadat het hypotheekrecht is uitgeoefend. Het is dan namelijk een jonger recht. Een
ouder recht gaat voor (het retentierecht). Als het pand- of hypotheekrecht er al op zat en
daarna wordt het retentierecht pas uitgeoefend, gaat het retentierecht alsnog voor als de pand-
of hypotheekhouder heeft ingestemd dat de overeenkomst met de retentiehouder werd
aangegaan. Dus bijvoorbeeld als de hypotheekhouder (de bank) toestemming heeft gegeven
om een bepaalde aannemer aan te nemen. Zie art. 3:291 jo. 3:292.

Retentierecht in faillissement
Hoofdregel: retentierecht vervalt niet.
 Maar de curator kan de zaak wel opeisen en uitwinnen. Dit is voordelig voor de retentor
omdat die dan misschien zijn vordering betaald krijgt.

Het nadelige is dat (I) de curator de zaak gaat verkopen en de opbrengst in de boedel komt.
Het geld komt dan als eerste naar de curator toe. (II) Daarnaast moet je heel lang wachten tot
je je geld krijgt.

Pand- en hypotheekrecht: versterking en separatistenpositie
Alleen pand- en hypotheekhouders hebben een separatistenpositie in faillissement. Zij kunnen
doen alsof er geen faillissement is. Zij kunnen hun recht paraat uitoefenen en zij hebben hun
voorrang. Als zij deze rechten uitoefenen mogen zij de opbrengst zelf houden, zij hoeven het
niet aan de curator te geven.

,Voordelen:
- Delen niet mee in de algemene faillissementskosten.
- Ze hoeven niet te wachten.

Schuldeiser, eigendom en revindicatie
Als er nog sprake is van een huurovereenkomst of een bewaarovereenkomst moet je als
wederpartij van de failliet eerst deze overeenkomst opzeggen wil jij je goederen terugkrijgen
(mogelijkheden: opzegging, ontbinding, vernietiging overeenkomst). Vervolgens kan je de
zaak revindiceren.

Curatoren Mobell/Interplan: je mag als curator geen spullen verkopen die niet in de
faillissementsboedel zitten. Spullen die aan derden toebehoren vallen hier niet onder. De
curator mag deze niet verkopen. De curator was in deze zaak aansprakelijk gesteld.

Eigendomsvoorbehoud
Aan de overdracht zelf is de opschortende voorwaarde verbonden dat het eigendom pas
overgaat als de koopsom is betaald. Betekent dit dat degene die onder eigendomsvoorbehoud
heeft gekocht geen eigendomsrecht heeft totdat hij heeft betaald (hij heeft alleen de
verwachting dat hij ooit eigenaar zal worden): hij is nul eigenaar. Of betekent dit dat de koper
meteen al een eigendomsrecht heeft, maar onder opschortende voorwaarde (op het moment
dat hij de feitelijke macht verschaft). Antwoord kwam in Rabobank/Reuser q.q.

Rabobank/Reuser q.q.: als je iets onder eigendomsvoorbehoud koopt heb je gelijk al het
eigendomsrecht maar wel onder opschortende voorwaarde. Je kan er voorwaardelijk een
pandrecht op vestigen.

Recht van reclame
Er zijn belangrijke dingen te behandelen volgens Biemans. Komt in de praktijk niet zoveel
voor.

De verzamelpandakte: het sleepnet van de bank?
De verpanding van vorderingen wordt veel gebruikt in het faillissementsrecht. Wat is de
verzamelpandakte? Hoe is deze ontstaan? Welke bevoegdheden zijn er?

Wettelijke vereisten verpanding
Verpanding heeft dezelfde wettelijke vereisten als voor overdracht.

Openbare vs. stille verpanding
Openbare verpanding komt bijna nooit voor in de praktijk aangezien het veel tijd kost i.v.m.
de vele administratie die ermee is gemoeid.

In de praktijk worden de vorderingen stil verpand. Je vestigt een pandrecht maar doet geen
mededeling aan de schuldenaar. De bevoegdheid blijft bij de pandgever rusten. Dat is veel
praktischer. Dit dient wel te geschieden bij een authentieke of geregistreerde onderhandse
akte.

Een geregistreerde onderhandse akte betekent niet registeren in de openbare registers. Je moet
het wel registeren bij de Belastingdienst. Dit is niet openbaar. Maar je kan zo wel bewijzen op
welke datum het pandrecht tot stand is gekomen.

, Verpanding van toekomstige vorderingen
Inning van verpande vorderingen
Als de pandgever in verzuim is of dreigt in verzuim te gaan dan mag je mededeling doen aan
de verpande vordering. Op dat moment zet je het stille pandrecht om in een openbaar
pandrecht.

Voordeel openbaar pandhouder: substitutie ex art. 3:246 lid 5.

Andere bevoegdheden van de pandhouder/pandgever
Art. 3:246 lid 1: je mag innen.
Art. 3:246 lid 2: je mag de vordering vervroegd opeisbaar maken.

Je mag in en buiten rechten nakoming eisen

De pandhouder zijn schuldenaar ging niet betalen. Hij wilde de verpande vorderingen innen.
Maar die persoon wilde ook niet betalen. De pandhouder heeft dubbel pech.
 Plaatje komt op BlackBoard.
 HR ABN Amro/Marell

HR Rabobank/Stormpolder: niet het hof lezen (onduidelijk). Alleen de rechtsoverweging van
de HR.

Andere bevoegdheden van de pandhouder/pandgever (vervolg)
Immun Age/Neo-River: de pandhouder mag niet schikken, dan gaat hij zijn bevoegdheden te
buiten. De pandgever mag wel schikken. Wilt de houder toch schikken dan moet hij dit samen
doen met de gever of de curator.

Tussenconclusie
Als je een stilpandrecht hebt en je gaat niet innen dan komt er geen substitutie pandrecht op
de opbrengst. Dus als er geen problemen zijn (geen verzuim e.d.).

Geen verpanding bij voorbaat van ‘absoluut toekomstige vorderingen’! Voor deze
vorderingen moet je opnieuw verpanden.

Oplossing in de praktijk 1.0
‘Voldoende bepaaldheid’
Oplossing in de praktijk 2.0
Intermezzo: Inning van verpande vorderingen in faillissement (I)
Ook in faillissement mag je als pandhouder mededelingen doen. De HR raadde dit ook aan
want als de curator een vordering gaat innen behoudt je je voorrang (pandrecht vervalt maar
je behoudt je voorrang). Maar het nadeel is dat de opbrengst over de boedel heen loopt en je
moet las bank wachten tot de uitdelingslijst verbindend wordt totdat je je geld krijgt.

Een generieke omschrijving volgde.

Intermezzo: Inning van verpande vorderingen in faillissement (II)
ING had geen idee wat er allemaal verpand was. Daar hadden ze de administratie voor nodig
en ging veel tijd kosten. Je moet een pandhouder een redelijk termijn geven om zelf tot
mededeling en inning over te kunnen gaan. De curator dacht de bank te snel af te zijn zodat de

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kristel3108. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 70089 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€4,48
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd