COLLEGE 1 – STRESSRESPONS EN EVOLUTIE
Stressor = elke mogelijke bedreiging van psychologische doelen
Stressrespons = adaptieve psychobiologische reactie (aanpassingsreactie) op een stressor/
negatieve emotionele psychobiologische respons
STRESSRESPONSES
Psychologisch: negatieve emoties, gespannen, onzeker, waakzaam, verward, paniek
Lichamelijk: hartkloppingen, zweten, kippenvel, sneller ademhalen, droge mond, trillen,
koude vingers, buikpijn
Lichamelijke ziektes: hart- en vaatziekten, infecties, diabetes, kanker, allergieën, arthirits
Wat je ook denkt en doet, alles heeft een lichamelijk effect.
BIOLOGISCHE THEORIEËN OVER STRESS
Cannon: psychologische dreiging fight-flight response (= snelle reactie adrenaline)
Stress in de moderne menselijke samenleving: geen plaats voor fight or flight!
Omdat we ons alleen voorbereiden maar we doen er niks mee. Defense respons zonder
actie!
Omdat we die functie van het vechten en vluchten niet gebruiken krijgen we een
chronische stress respons
Selye (van ratexperiment): stressrespons is een non-specifieke respons op fysieke EN
psychologische dreiging.
Non specifiek = stress heeft invloed op psychologische en biologische/ fysieke dingen
General Adaptation Syndrome
Adrenaline is een sneller hormoon dan cortisol
,EVOLUTIE EN DE STRESS RESPONS
Consequenties voor haar fylogenetische ouderdom:
1. Functie is nog steeds dreiging wegnemen of ontvluchten
2. Het effect op het lichaam volgt de oude biologische routes die we delen met andere
zoogdieren
3. Het effect van stress op het lichaam van dier en mens hebben dezelfde basale
psychologische factoren
a. Stressor-dimensies:
i. Aversiviteit (aard van de dreiging)
ii. Oncontroleerbaarheid & onvoorspelbaarheid
iii. Duur
b. Respons-patronen:
i. Vlechten, vluchten, vrees, angst, waakzaamheid (=defense)
ii. Opgeven (= defeat)
AVERSIVITEIT (SOORTEN DREIGING)
Fysiek: direct door kou, hitte, toxinen, infecties, bloeding, geweld, honger, uitputting
Psychologisch: waargenomen bedreiging van fysieke integriteit (door fysieke aversiviteit)
of psychosociale integriteit (zekerheid, veiligheid, verbondenheid, intimiteit, voortplanting,
autonomie, status, zelf-actualisatie, sociale uitsluiting)
ONCONTROLEERBAARHEID & ONVOORSPELBAARHEID
Cruciale design-kenmerken
Aversiviteit = constant
Psychologische factor = gemanipuleerd
, Effecten oncontroleerbaarheid:
Kortetermijn:
- Maag- en darmzweren
- Stress-hormonen veel hoger (glucocorticoïden)
- Opraken depots neurotransmitters in de hersenen (noradrenaline, serotonine)
- Onderdrukte immuunrespons vatbaarder voor ziektes
Langetermijn:
- Lage serotonine niveaus
- Levenslang hoge cortisol-reactiviteit
- Structurele veranderingen in de hersenen en neurohormonale feedback temen
RESPONSPATRONEN
Vechten, vluchten, vrees (defense):
- Bij verminderde controle over stressoren
- DOEL: inspanning om controle te verkrijgen
- EMOTIES: boosheid, angst, waakzaamheid
Opgeven (defeat):
- Bij verlies controle over stressoren
- DOEL: conserveren van energie, teugtrekken
- EMOTIES: hulpeloosheid, hopeloosheid, depressie
Stress = negatieve emoties samen met actietendens (= fysiologische voorbereiding):
- Boosheid: vechten
- Angst, vrees: vluchten
- Depressie: opgeven, terugtrekken
Fysiologische stress respons is eigenlijk hetzelfde als de inspanningsrespons (sporten)