100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Volledige samenvatting voor de Kennistoets van de Pre-Master Geneeskunde Groningen: Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology €7,99
In winkelwagen

Samenvatting

Volledige samenvatting voor de Kennistoets van de Pre-Master Geneeskunde Groningen: Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology

1 beoordeling
 229 keer bekeken  4 keer verkocht

Deze samenvatting van 50 pagina's bevat alle stof die je moet weten voor de kennistoets van het toelatingsexamen van de Pre-Master Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Deze samenvatting is gemaakt ter voorbereiding op mijn tweede poging, dus ik wist wat er allemaal op de toets kwam. Het ...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 50  pagina's

  • Nee
  • Alle stof voor de kennistoets van de pre-master geneeskunde groningen
  • 23 oktober 2021
  • 50
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (8)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: priya_bpanday • 1 jaar geleden

avatar-seller
Anoniemestudent98
Samenvatting Guyton 2020-2021
Hoofdstuk 2: cel en functies
Lipiden
• Oplosbaar in vet
• Fosfolipiden en cholesterol: bestandsdelen cel- en intracellulaire membranen
• Triglyceriden: energieopslag

Koolhydraten
• Weinig structurele functie op glycoproteïne na
• Energie (glycogeen)




1: Chromosomen en DNA, 2: Golgi apparaat, 3: celmembraan, 4: nucleolus, 5: glycogeen, 6:
ribosomen, 7: lysosoom, 8: microfilamenten, 9: glad endoplasmatisch reticulum (ER), 10:
granulair/ruw ER, 11: mitochondrion, 12: nucleair membraan, 13: microtubuli, 14: secretoire
granulen, 15: centriolen.

Meeste organellen (cel, nucleair, ER, mitochondria, lysosomen, Golgi apparaat) hebben
membraan, bestaand uit lipiden en proteïnen (poriën en enzymen in membraan).

Celmembraan (fosfolipide: fosfaat = hydrofiel, lipide = hydrofoob) impermeabel voor
wateroplosbare substanties zoals ionen, glucose en urea. Vet oplosbare substanties zoals
alcohol, O2 en CO2 wel.
Cholesterol moleculen opgelost in membraan dragen bij aan permeabiliteit en viscositeit.

,Membraanproteïnen
• Integraal membraaneiwit: door hele membraan, meestal glycoproteïne
o vaak kanalen (vooral voor ionen), selectieve diffusie
o ook dragereiwitten van substanties die niet kunnen penetreren
o ook receptoren voor wateroplosbare chemicaliën zoals peptide hormonen.
Liganten binden en structuurverandering volgt, waardoor het intracellulaire
gedeelte of een second messenger geactiveerd wordt.
• Perifere membraaneiwit: vaak aan integraal vast, enzym of controller

Glycocalyx: bungelende koolhydraat aan glycoproteïne of glycolipide
• Meestal negatief geladen (stoot negatieve deeltjes af)
• Binding met andere glycocalyx
• Receptor substantie voor bijv. insuline
• Betrokken in immuunreacties

Endoplasmatisch reticulum (ER)
1. Tubuli en blaasjes met elkaar verbonden en bevatten membraan soortgelijk aan cel
2. Endoplasmatische matrix: andere vloeistof dan cytoplasma en verbonden met
vloeistof in dubbele membraan kern
3. Geleiden van substanties
4. Aandeel in metabolisme

Ribosomen en granulaire/ruw ER
1. Ribosomen aan buitenkant van granulaire ER, bestaan uit RNA en eiwitten
2. Synthetiseren nieuwe eiwitten

Agranulaire/gladde ER
• Synthetiseren van lipide substanties voor andere processen in de cel, bevorderd
door intracellulaire enzymen

Golgi apparaat
• Membraan soortgelijk aan agranulaire ER
• Bestaat uit minimaal 4 lagen van gestapelde, ingesloten blaasjes aan één kant van
de kern
• Prominent in uitscheidende cellen, gelegen aan de kant waar de substanties
uitgescheiden worden

ER blaasjes los van ER → fuseren met Golgi: worden lysosomen, secretoire blaasjes, of
andere dingen.

Lysosomen
• Breken af van Golgi → verspreiden door cytoplasma
• Intracellulair verteringsstelsel voor beschadigde celstructuren, voedingsstoffen,
ongewenste materie
• Omgeven met lipide dubbel laag en bevat aggregaten van tot 40 hydrolase enzymen,
die bindingen splitsen door waterstof aan één deel, en hydroxyl aan een ander deel
te binden.
Bijv.: lipiden → vetzuren + glycerol, glycogeen→…, eiwitten→…

Peroxisomen
• Lysosomen, gevormd door zelfreplicatie of direct vanuit ER en bevatten oxidase i.p.v.
hydrolase, waarvan sommige H2O2 kunnen vormen, dat samen met het oxidase
enzym ‘catalase’ giftige substanties oxideert.

,Secretoire blaasjes
• Slaan dingen op, gemaakt in ER en Golgi, dat ze gaan uitscheiden

Mitochondriën
• Overal in cel, maar aantal varieert tussen onder de honderd en paar duizend,
afhankelijk van benodigde energie. Verschillend in grootte en vorm.
• Prominent gelegen in de delen met de hoogste behoefte.
• Buitenmembraan en binnenmembraan met invouwingen waar oxidatieve enzymen
aan vast zitten.
• Gevuld met matrix waar enzymen inzitten die energie uit nutriënten halen en in
combinatie met oxidatieve enzymen die nutriënten oxideren, waardoor er CO2 wordt
gevormd en energie wordt vrijgemaakt waar ATP van wordt gemaakt
• ATP uit mitochondria → intracellulaire matrix waar het energie afgeeft waar nodig
• Zelf-replicatie, wanneer meer ATP nodig is.
• DNA vergelijkbaar met in nucleus.

Cytoskelet: filamenten en tubuli
• Precursor eiwitten gesynthetiseerd door ribosomen in cytoplasma → polymeriseren
tot filamenten (bijv. actine in ectoplasma elastische support membraan, of in spier
met myosine georganiseerd voor contractie)
• Microtubuli in alle cellen sterke
tubulaire structuur, gevormd
door gepolymeriseerde tubuline
moleculen. Functie cytoskelet,
rigide structuur delen cel

Nucleus
• DNA (genen), karakteristieken
van eiwitten cel
• Reproductie, mitose (chromatine
materiaal georganiseerd in vorm
chromosomen)

Nucleaire membraan/envelop
• Twee dubbellagen in elkaar.
• Buitenste membraan is doorlopend met ER en nucleoplasma doorlopend met plasma
ER.
• Gepenetreerd met duizenden poriën die op hun rand grote eiwitcomplexen bevatten


Nucleolus
• Geen membraan, ophoping RNA en eiwitten van zelfde type in ribosomen
• Vergroot wanneer actieve eiwitsynthese
• DNA: genen in chromosomen zorgen voor RNA synthese, waarvan enig opgeslagen
in nucleolus, maar meeste naar cytoplasma → conjunctie met specifieke eiwitten om
volwassen ribosomen te vormen die essentiële rol hebben in vormen van eiwitten

Functionele systemen cel

Endocytose
• Meeste substanties middels diffusie (willekeurig) door poriën of door direct door
membraan (lipide)
• Actieve transport vergt dragereiwitten op membraan

, • Pinocytose / fagocytose


Pinocytose
• Enige manier waarop meeste grote moleculen binnen kunnen komen, rate
verhoogd als moleculen op specifieke receptoren binden, geconcentreerd op coated
pits
• Binnenkant membraan van die pits bevat fibrillaire eiwit clathrine en anderen zoals
actine/myosine
• Eiwit-receptor→membraan instulping→fibrillaire eiwitten omheen + beetje
extracellulaire vloeistof→pinocytotisch blaasje. Vergt ATP en calcium




Fagocytose
• Grote delen i.p.v. moleculen (delen cel, groter dan moleculen dus)
• Alleen sommige cellen, voornamelijk macrofagen en sommige witte bloedcellen
(neutrofiele en eosinofiele granulocyten en mestcellen)
• Bacteriën vaak al gebonden aan antilichamen, die op membraan fagocyt binden
(opsonisatie)
• Deeltje-membraan→punten naast binding zetten uit om deeltje heen→meer
bindingen (rits)→actine en andere fibrillen omringen blaasje

Vertering van pinocytotische en fagocytotische substanties door lysosomen
• Onmiddellijk lysosoom aan blaasje die zure hydrolasen leegt die stoffen splitsen
• Bijv.: eiwitten, koolhydraten, lipiden etc. verteerd in … diffusie in cytoplasma
• Restlichaam onverteerbaar, meestal exocytose

Afname van weefsel en autolyse van cellen
• Afname (spieratrofie etc.) voornamelijk door lysosomen
• Ook beschadigde cellen of delen daarvan door lysosomen
↑ Warmte/trauma/chemicaliën→lysosomen scheuren→ ↑ verteren
• Autolyse: zelfvernietiging bij ernstige schade, helemaal verteren, vervanging: mitose
aangrenzende cel
• Lysosomen doden gefagocyteerde bacteriën met bactericiden voordat ze schade
aanrichten.
o Lysozym: breekt membraan af
o Lysoferrine: bindt ijzer en anderen voordat bacteriën groei bevorderen
o Zuur pH 5: activeren hydrolasen en inactiveren metabolisme bacterie

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Anoniemestudent98. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 57413 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,99  4x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd