Samenvatting van hoofdstuk 10 van het Geschiedenisboek Memo bovenbouw.
In het grijs gemarkeerd: jaartallen
In het groen gemarkeerd: gebeurtenissen of belangrijke partijen.
In het blauw gemarkeerd: belangrijke namen
Dikgedrukt: begrippen
Restauratie: reactie op de democratische revoluties tussen 1814-1830.
Volgens Burke was strak vasthouden aan oude rechten en wetten een goede basis voor een
geleidelijk groeiende inspraak van burgers. De Franse Revolutie had laten zien dat nieuwe begrippen
als ‘mensenrechten’ die stabiliteit niet gaven. Burke voorspelde dat de vrijheid als eerst ingenomen
zou worden door de Franse militairen. Hij had gelijk; in 1792 was Frankrijk in oorlog geraakt met
omringende staten. Napoleon Bonaparte veroverde veel gebieden in Europa, maar werd in 1814
verslagen in Rusland. In 1815 verloor hij de Slag bij Waterloo en raakte hij zijn macht kwijt.
Napoleon had een einde gemaakt aan privileges van de adel, de traditionele vorsten vervangen voor
nieuwe staatshoofden, nieuwe grenzen getrokken, nieuwe wetten en bestuursfuncties ingevoerd.
Nu Napoleon was verslagen vonden oude koningen etc. dat alles teruggedraaid moest worden.
Tijdens het Congres van Wenen (1814-1815) werden de Europese landen het erover eens dat oude
vorsten in hun rechten moesten worden hersteld. Ook moest er een machtsevenwicht komen;
Frankrijk moest omringd worden door sterke staten (daarom werd van België en Nederland één
koninkrijk gemaakt).
Er werd op twee manieren naar de gebeurtenissen in Frankrijk gekeken:
Conservatisme: Steunden de restauratie en Burke. Uit het verloop van de revolutie maakten
zij op dat een traditioneel bestuur door iemand van adel de beste garantie was voor
stabiliteit en veiligheid.
Politiek liberalisme: Tegen de restauratie en aanhangers van de revolutie. Burgers moeten
bij het bestuur worden betrokken en fundamentele rechten, moeten in de grondwet.
Overal in Europa verlangden liberale burgers naar meer inspraak en vrijheden. In Frankrijk brak in
1830 opnieuw een revolutie uit. De koning vluchtte en er kwam een ‘burgerkoning’.
In 1848 was er een nieuwe golf liberale revoluties in Europa. Opnieuw trede de koning in Frankrijk af
en kregen de burgers meer rechten. Frankrijk kreeg algemeen kiesrecht voor mannen.
Stukje bij beetje moesten vorsten in heel Europa hun macht afstaan aan de burgerij.
De rijke burgerij veroverde de politieke macht. Besluiten werden gemaakt door de meerderheid van
de volksvertegenwoordiging. John Stuart Mill wees men op het gevaar dat de minderheid nu niet
door een koning, maar door de politieke meerderheid onderdrukt zou worden. Hij pleitte voor
optimale vrijheid van het individu. De wet mocht alleen gehoorzaamheid afdwingen, wanneer gedrag
gevaar opleverde voor anderen.
Ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden:
1795, de oude Republiek wordt met Franse steun de Bataafse Republiek.
1798, revolutionairen plegen een staatsgreep en maken van de Republiek een eenheidsstaat.
1806, Bataafse Republiek wordt Koninkrijk Holland met als koning de broer van Napoleon, Lodewijk.
1810, Nederland wordt onderdeel van het Franse keizerrijk.
1813, Nederlanders zijn klaar met de revolutionaire ideeën van de Fransen.
1814, de zoon van de laatste stadhouder, Willem van Oranje-Nassau wordt ‘soeverein vorst’.
1815, Willem van Oranje-Nassau treed aan als koning Willem I, nadat wordt besloten dat België bij
Nederland wordt gevoegd. Het Koninkrijk der Nederlanden is een feit.
Het koninkrijk van 1815 bouwde voort op de eenheidsstaat, het bleef een centraal bestuurde staat.
In plaats van een republikeins bestuur koos men nu voor een constitutionele monarchie (koning is
het staatshoofd, maar wel gebonden aan een grondwet).
De Republiek kende geen verkiezingen, het koninkrijk kende een koning en zijn ministers die werden
gecontroleerd door een parlement dat door een deel van de bevolking werd gekozen.
32 Discussies over de ‘sociale kwestie’.
34 Emancipatie
35 Voortschrijdende democratisering (steeds meer mannen en vrouwen betrokken)
36 Opkomst van politieke stromingen (lib. soc. confes. fem. nat.)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MerelLijzenga. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.