100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Recht voor de groene ruimte €5,46
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Recht voor de groene ruimte

 11 keer bekeken  1 keer verkocht

Samenvatting voor het vak Public administration and environmental law

Voorbeeld 3 van de 24  pagina's

  • Ja
  • 25 oktober 2021
  • 24
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
nielswauters
Niels Wauters Public administration and environmental law


HOOFDSTUK 1

1.1. TRIAS POLITICA (HORIZONTAAL)

In Nederland volgen wij de door Montesque bedachte Trias Politica. Deze bestaat uit de rechterlijke (jucidieel);
wetgevende (legislatieve) en uitvoerende (executief) macht. Het idee is dat deze drie posities elkaar in
evenwicht houden en corrigeren waar nodig (checks and balances). Echter, zo scherp als het op papier staat, zo
is het in Nederland niet het geval. We zien vaak dat de wetgevende en uitvoerende macht zich in elkaar
mengen (gemengd stelsel). Er wordt ook wel gesproken over een duas politica. Waar wetgever en bestuur niet
meer aparte partijen zijn maar hetzelfde. Deze verdeling is ook op decentraal niveau te vinden.

Wetgevende macht Uitvoerende macht van bestuur Rechterlijke macht d.m.v.
(regel/wetgeving) rechtsspraak
Staten Generaal (1e 2e kamer, het Ministers en staatshoofd ABRvS en rechtbanken
parlement)
Provinciale Staten Gedeputeerde Staten
Gemeentelijke Raad Burgemeester en Wethouder



Dus even in het kort, de wetgevende macht geeft regel en wetgeving en dat wordt gedaan door de kamers, de
gemeente raad en provinciale staten, de uitvoerende macht is meer bestuurskundig bezig en dat is het
staatshoofd ministers; gedeputeerde staten en burgemeesters en wethouders.

Omdat de trias politica vertegenwoordiging heeft op territoriaal niveau, als op functioneel niveau, spreekt men
wel eens van een dubbele trias politica.

1.2 PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE

Het parlement, ofwel Staten-Generaal, heeft een drie tal basis elementen:

1. Vertrouwensregel: als de meerderheid van het parlement een minister of staatssecretaris niet meer
vertrouwt dan kan deze weg gestuurd worden.
2. Ministeriële verantwoordelijkheid: ministers en staatssecretaris met de daaronder vallende
ambtenaren en rijksdiensten moeten verantwoordelijk handelen. Het speelt daarbij geen rol van
schuldigheid.
3. Onschendbaarheid staatshoofd: het staatshoofd is onschendbaar en valt onder de
verantwoordelijkheid van de ministers.

1.3 DECENTRALISATIE (VERTICAAL)

In Nederland wordt gestreefd naar een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Dit wil zeggen dat er
bevoegdheden/verantwoordelijkheden van de ene instantie naar beneden worden geschoven (andersom heet
dit centralisatie). Dit zorgt voor een duaal uitgangspunt: er heerst een hiërarchie tussen rijk, provincie en
gemeente maar ook een autonomie van bijvoorbeeld de provincie.

1.4 DECONCENTRATIE (VERTICAAL)

Dit betekent letterlijk het toedelen van bevoegdheden bij lagere rijksdiensten. Decentralisatie kan zorgen voor
geen doelmatigheid bij gemeenten en het is daarom soms logischer om deze taken beleidsarmer te maken en
door te schuiven naar rijksdiensten.

,Niels Wauters Public administration and environmental law


1.5 NORMEN HIËRARCHIE

Zoals al net werd aangemerkt hebben we in Nederland te maken met een hiërarchie van Rijk provincie
gemeente. Maar ook in ons staats en bestuursrecht is deze hiërarchie aanwezig. De ene regel is hoger dan de
andere. De gemeentelijke en waterschap verordening zijn de laatste in rang en kunnen onverbindend worden
gemaakt door de rechter als deze niet in lijn zijn met hogere regelgeving. Hier staat de rangen beschreven

Internationale regelgeving:

1. Verdrag
2. EU-verordening en EU-richtlijn (gelijk)

Nationale regelgeving:

3. Grondwet
4. Wet
5. Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB)
6. Ministeriële verordening

Subnationale regelgeving:

7. Provinciale verordening
8. Gemeentelijke verordening (APV) en waterschaps verordening

Verdragen kunnen nationaal of regionaal zijn. Nummer 2 kan tot conflicten zorgen maar met andere


Wanneer in wet in conflict met elkaar komt, kunnen we kijken naar een onderverdeling die als volgt te
omschrijven is:

- Lex superior derogat legi inferiori: een hogere wet staat voor een lagere wet
- Lex posterior derogat legi priori: een eerdere wet staat boven een latere wet
- Lex specialis derogat legi generali: een specialere wet staat boven een normalere wet.


conflictregels kan dit opgelost worden. Regelgeving kan getoetst worden maar niet aan de grondwet.

Kijkend naar de omgeving heeft de EU het duurzaamheidsbeginsel waarbij mens natuur en economie een
balans tussen elkaar moeten hebben. Ook wel people planet profit genoemd.

De EU

Wetgevende Uitvoerende Rechtsprekende macht
Raad van Europese Unie Europese commissie Hof van justitie
Europees parlement
Europese rechtsbronnen:

- Verdragen
- Richtlijnen (vergen implementatie)
- Verordeningen (direct in werking op rechtstaat)
- Beschikkingen (besluiten)

, Niels Wauters Public administration and environmental law


1.6 RICHTLIJNEN EN VERORDENINGEN

Richtlijn: richt zich tot de lidstaten en geeft aan wat en binnen welke termijn iets geregeld moet zijn in
nationale regelgeving. Ruime kaders en open begrippen zijn hier gebruikelijk. het is door deze ruimte dat we
het subsidiariteitsbeginsel terug kunnen zien. We spreken ook wel van een Hybride rechtsinstrument.

Subsidiariteitsbeginsel: gaat er van uit dat besluiten om een zo laag mogelijk niveau genomen moeten
kunnen worden. Oftewel zo dicht mogelijk bij de burger. Een besluit mag alleen op Europees niveau
genomen mogen worden als dat niet goed op landelijk, provinciaal of gemeentelijk niveau gedaan kan
worden.



De eerste stap is dus het omzetten naar nationale wetgeving ofwel implementatie. Dit in tegenstelling tot een
EU verordening die rechtstreeks in nationale rechtsorde werkt (en dus geen implementatie). Deze werkt dus
uitputtender dan een richtlijn. Zie het als een doel met punten waar naar gekeken dient te worden. Op basis
hierop worden Verdragen gemaakt.

1.7 WETGEVING

Binnen wetgeving hebben we wetgeving in materiele zin (algemeen verbindende wetten) en wetten in formele
zin (parlementaire wetten). De eerste omvat alle regelgeving die een ieder verbinden. De ander zijn overigens
ook vaak materiele wetten maar hoeft niet en kan dit kan ook niet andersom. We hebben ook een AMvB die
het zware toetsingstraject van een formele wet niet moet doorstaan. Waarin wetten nader uitgewerkt kunnen
worden.

Het zware toetsingstraject van een wet gaat als volgt: departement, ministerraad, advies Raad van State,
Tweede Kamer, Eerste Kamer, staatsblad en inwerkingstreding.

Een wet bestaat uit de: considerans, definitiebepaling, corpus, overgangsrecht en citeertitel.

Pseudowetgeving: dit zijn eigenlijk beleidsregels die lijken op wetgeving, maar dit helemaal niet zijn om dat een
bestuursorgaan geen regelgevende bevoegdheid heeft gekregen van een formele wet.

1.8 ONDERSCHEIDINGEN BINNEN HET RECHT

Recht is het geheel van regels wat een samenleving ordent waardoor het leefbaar wordt. Er zijn verschillende
onderscheidingen binnen het recht die vervolgens weer verder te onderscheiden zijn. Aan top van al deze
rechtenvormen staat het natuurrecht wat universeel geldend is en het positief recht (recht wat op een
bepaalde tijd op een bepaalde plek geldt). Dit positief recht kunnen we onderverdelen in objectief en subjectief
recht. Objectief recht is het recht wat is vastgelegd en subjectief recht is het recht waaraan wij zelf bepaalde
rechten ontlenen.

Binnen het objectief recht bestaat een tweedeling. Privaat recht versus publiek recht. Het privaatrecht betreft
het recht tussen burgers onderling en het publiek recht betreft het recht tussen burger en overheid of tussen
overheden onderling. Dit wordt vaak weer onderverdeeld in bestuursrecht (Awb) en strafrecht. Eigenlijk een
horizontaal (privaat) en verticaal (publiek) verband wat we hier zien.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nielswauters. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,46. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,46  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd