Dit is een samenvatting van hoofdstuk 3 van het boek Nectar, 4VWO. Voor het vak biologie. Je kan ook alle samenvattingen van 4VWO of voor heel de bovenbouw voor een kleinere prijs aanschaffen.
H3 Wetenschappelijk onderzoek
3.1 De regels voor experimenteel onderzoek
Het is belangrijk om een controle-experiment of blanco te hebben bij je experiment. Het is de eerste
regel bij experimenteel onderzoek. De tweede regel is dat er steeds maar 1 factor mag verschillen.
Een afhankelijke variabele is wat de onderzoeker meet of registreert als resultaat van de factor die
hij in het experiment varieert. De onafhankelijke is als het geen resultaat van het experiment is maar
een waarde die de onderzoeker in het experiment heeft aangebracht. De derde regel: duidelijk
benoemen welke de afhankelijke en onafhankelijke is.
Een goed verslag maakt een experiment herhaalbaar en controleerbaar. Anderen kunnen de
resultaten gebruiken als uitgangspunt voor een vervolgonderzoek. Een eenduidige onderzoeksvraag
is ook erg belangrijk. Een hypothese is een voorlopig antwoord. Het mag niet zomaar een wilde gok
zijn, er moeten goede argumenten zijn waarom je dat denkt. Ook staan de methode (werkplan) en
de materialen uitgebreid beschreven. Je kan ook een foutmarge instellen. De resultaten van het
onderzoek kan je bijvoorbeeld in een tabel zetten. Uit de resultaten trek je een conclusie en tot slot
de discussie met de verklaring voor de gevonden resultaten, verbeterpunten voor het experiment en
een idee voor vervolgonderzoek. In wetenschappelijke tijdschriften staan onderzoeken en
experimenten beschreven.
Toepassen Placebo en dubbelblind medicijnonderzoek -> vraag even of jullie dit moeten leren
Bedrijven willen weten of een pil echt werkt of dat het, het placebo-effect is. Bij onderzoek zijn er
twee proefpersoon-groepen (zoveel mogelijk gelijke samenstelling). De ene groep krijgt een echt
medicijn en de ander een placebo-medicijn (zonder werkzame stoffen). De groep weet niet welke ze
krijgen= blindonderzoek. Bij dubbelblindonderzoek weet de proefpersoon en de arts niet wie de
echte heeft en wie niet. Als beide groepen dezelfde hoeveelheid geneest, werkt het medicijn niet.
Het placebo-effect: genezen doordat je in de werking van een medicijn of behandeling gelooft.
Nocebo-effect: je krijgt klachten doordat je op de hoogte bent van de bijwerkingen van een medicijn
of de schadelijke effecten van bijvoorbeeld straling.
3.2 Gegevens verzamelen en vastleggen
Plaag: de dieren brengen veel schade toe. Voor het bestrijden van een plaag moet je het aantal
broedende ganzen bijvoorbeeld tellen. Dat is niet makkelijk. Het tellen gebeurt niet zomaar, er moet
een onderzoeksvraag zijn. Het is geen experimenteel onderzoek want de onderzoekers kunnen geen
onafhankelijke variabele variëren. Het is een beschrijvend onderzoek. Het is kwantitatief onderzoek:
het gaat om aantallen. Tellen meten en wegen vallen daar onder.
Kwalitatief onderzoek: je onderzoekt zonder te tellen, wegen of meten. Het gaat om vaststellen of er
iets aanwezig is. Voor het vaststellen van moleculen gebruik je als hulpmiddel indicatoren. Met jood
kan je zetmeel vinden en kleurt de oplossing donkerblauw-paars. Ook dit is kwalitatief onderzoek.
De gegevens die je verzamelt bij onderzoek leg je bijvoorbeeld vast in tabellen. Ook kan je
bijvoorbeeld een foto of tekening maken. Dat gebeurt veel in biologisch onderzoek. Bij een proces
kan je beter achteraf een protocol maken na het gefilmd te hebben of een geluidsopname gemaakt
te hebben. Er zijn regels: bij tekenen moet je de vergroting van bv de microscoop erbij zetten. Bij
microscopische foto’s is een schaalaanduiding nodig. Bij een tekening of foto moet je ook
aantekeningen maken met info die je niet kunt tekenen.
3.3 Gegevens presenteren in diagrammen
Er zijn verschillende grafische weergaven. Een lijndiagram gebruik je om met het verband tussen een
afhankelijke en een onafhankelijke variabele weer te geven als beide variabelen een continue reeks
getallen zijn. Op de assen staat een schaalverdeling, de x-as is de onafhankelijke variabele, de y-as
de afhankelijke variabele. Alle resultaten zet je als meetpunten neer. Je kan met een rechte lijn de
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper spciere. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.