Dit is een samenvatting van hoofdstuk 7 van het boek Nectar, 4VWO. Voor het vak biologie. Je kan ook alle samenvattingen van 4VWO of voor heel de bovenbouw voor een kleinere prijs aanschaffen.
H7 Evolutie
7.1 Ontstaan van de mens
Religies denken dat er een bovennatuurlijke schepper was, dat heet creationisme. Bij evolutie gaat
het over de ontwikkeling van het leven door veranderingen en het ontstaan van nieuwe soorten. De
Franse natuuronderzoeker Cuvier was de grondlegger van de paleontologie, de wetenschap die
fossielen bestudeert. Hij vond fossielen die niet leken op de organismen die nog leefden in dat
gebied. Hij kwam met de catastrofetheorie: een grote natuurramp was de oorzaak dat alle levende
organismen in het getroffen gebied stierven. Toen kwam Lamarck, hij was natuuronderzoeker en
paleontoloog. Hij kwam als eerste met een evolutietheorie die wilde verklaren hoe soorten
veranderen en nieuwe soorten ontstaan. Hij ging ervan uit dat organisme de aanpassingen aan zijn
omgeving, die hij tijdens zijn leven ontwikkelde, doorgaf aan zijn nakomelingen. Daarna kwam
Darwin met een evolutietheorie: in een populatie zijn individuen die verschillen in eigenschappen en
dat de leefomgeving een selectiedruk uitoefent op hun overlevingskansen dit is the struggle for life.
De individuen die beter aangepast zijn leven langer en maken dus meer nakomelingen. Dus survival
of the fittest. Later werd de erfelijkheidswetten van Mendel eraan toegevoegd. De ontdekking van
DNA en mutaties onderbouwden het ook. Dit alles samen heet de neodarwinistische theorie.
In Ethiopië zijn veel menselijke resten gevonden. Een plaat begon te scheuren en het bosrijke gebied
veranderde in een savanne. Dit gaf een verschillende selectiedruk op organismen. In het westen
evolueerden soorten die goed waren aangepast aan een vochtige omgeving vol bomen in mensapen.
In het oosten ontwikkelde de moderne mens. Veel info krijgen ze uit schedels en skeletbouw.
Fossiele vondsten tonen het gebruik van gereedschappen aan. Lopen op 2 benen: bipedie.
Wetenschappers gaan ervanuit dat de eerste mens, de homo sapiens in Afrika zo ongeveer 200 000
jaar geleden is ontstaan. De out of Africa-hypothese. Maar de verspreiding is nog onduidelijk. Ze
vergelijken nu DNA van heel veel bevolkingsgroepen. Door verwantschap worden migratiepatronen
afgeleid. Op grond van het haplotype worden mensen dan ingedeeld in een haplogroep. Via het
DNA op het Y-chromosoom leiden ze zo de herkomst af van de gemeenschappelijke mannelijke
voorouder of y-chromosomale Adam. De herkomst van de gemeenschappelijke vrouwelijke
voorouder, de mitochondriale Eva leiden ze af via mitochondriaal DNA. Door te bepalen hoeveel
mutaties er zijn ontstaan in de bevolkingsgroepen, hebben de wetenschappers, via het
migratiepatroon, de mitochondriale Eva kunnen herleiden naar Afrika.
7.2 Ontstaan van nieuwe soorten
Evolutie: ontwikkeling van het leven op aarde. Dagelijks voeren organismen een strijd om te
overleven. De omgeving oefent een selectiedruk uit en er komt survival of the fittest. Darwin merkte
op dat variatie in eigenschappen tussen soortgenoten een belangrijke voorwaarde is bij dit proces
van natuurlijke selectie. Recombinatie en mutaties in DNA door geslachtelijke voortplanting zorgen
voor grote variatie.
Er is aan ieder voordeel ook een kostenplaatje verbonden. Dat moet in evenwicht zijn. Er kan ook een
evolutionaire wapenwedloop bij twee soorten ontstaan, waarbij de populatiesamenstelling van de
ene soort wijzigt door selectiedruk van de andere, wat vervolgens weer selectiedruk levert voor de
eerste soort: co-evolutie.
Populaties die gescheiden worden door een barrière kunnen nieuwe soorten worden: allopathische
soortvorming: evolutie van soorten door het splitsen van een populatie door een barrière. Want ze
hebben een andere selectiedruk en hebben dus ook andere eigenschappen. Als je de barrière weg
haalt kan het zo zijn dat de populaties elkaar niet meer herkennen als soortgenoten. Het kan ook
zonder barrière gebeuren, sympatrische soortvorming: evolutie van soorten doordat individuen
binnen hetzelfde gebied zich uitsluitend voortplanten binnen een kleine deelgroep. Het kan komen
door seksuele selectie: vrouwtjes kiezen selectief een mannetje met een bepaalde eigenschap.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper spciere. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.