Samenvatting Leerdoelen Crisis Conceptueel: Blok B
Ontstaan veiligheidsregio’s
De vijf nationale veiligheidsbelangen
1. Territoriale veiligheid
2. Fysieke veiligheid
3. Ecologische veiligheid
4. Economische veiligheid
5. Sociale en politieke stabiliteit
Veiligheidsregio’s houden zich voornamelijk bezig met de fysieke veiligheidsbelangen maar ook
kunnen andere belangen worden behandeld als die aan bod komen in de regio.
Verloop van rampenbestrijding
Vroeger: ‘rampenbestrijding’… 1947 – Bescherming Bevolking
1975 – Nota Hulpverlening bij ongevallen rampen
1981 – Wet rampenplannen: wordt vooral een verantwoordelijkheid van de gemeenten
1985 – Brandweerwet & Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo): gemeenten moeten
brandweerzorg regelen
1991 – Wet geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (Wet GHOR)
2010 – Wet veiligheidsregio’s (Wvr): samenwerking gemeenten op regionale schaal geformaliseerd
Begin deze eeuw: verbreding van rampenbestrijding naar crisisbeheersing
→ Omvang van het ‘begrip’ is zich verbreedt naar crisis
→ Diverse grote crisis bleken een bovenregionale aanpak noodzakelijk te maken.
- New York (2001)
- Madrid (2004)
- London (2005)
- Dierziekten/epidemieën – MKZ, Q-koorts
Veiligheidsregio’s
- 25 veiligheidsregio’s in Nederland
- Hoofdstuk 14: de veiligheidsregio’s, brandweer en GHOR
Crisisbeheersing: onderste drie elementen
Het toen huidige stelsel voor crisisbeheersing was
onvoldoende toegesneden en niet voldoende voorbereid
op de hedendaagse dreigingen die complexer en
grootschaliger zijn en meerdere sectoren treffen dan
voorheen. Bovendien blijkt de sturing te onduidelijk en
te vrijblijvend.
→ Er moet een einde komen aan de onduidelijke
structuur van de taken en verantwoordelijkheden
Ook moet de slagkracht verbeteren.
- Betere organisatie kwam tot de conclusie
halverwege de jaren 2000.
- Memorie van toelichting: wet veiligheidsregio’s, in het kamerstuk 21 in 2007.
→ Afspraken maken over de structuur en organisatie van hulpverlening.
→ Fouten vaak te maken met:
, ➢ Informatie & communicatie
Wet veiligheidsregio’s:
• Ramp: een zwaar ongeval of een andere gebeurtenis waarbij het leven en gezondheid van
veel personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate zijn geschaad of
worden bedreigd en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten of organisaties van
verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te
beperken.
• Crisis: een situatie waarin een vitaal belang van de samenleving is aangetast of dreigt te
worden aangetast. Slechts een dreiging is al genoeg: maatschappelijke reuring. Het hoeft
geen daadwerkelijke ramp te zijn.
• Rampenbestrijding: het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de
voorbeding daarop, dat het gemeentebestuur of het bestuur van een veiligheidsregio treft
met het oog op een rap, het voorkomen van een ramp, en het beperken van de gevolgen van
een ramp.
• Veiligheidsregio: een bestuursorgaan. Een verleng orgaan bestuur.
- Blijft verantwoordelijk voor rampenbestrijding
- Veiligheidsregio namens een bepaald gebied: neemt de verantwoordelijkheid over.
- Alle gemeentebesturen werken dus in een veiligheidsregio.
• Crisisbeheersing: het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de
voorbereidingen daarop, dat het gemeentebestuur of het bestuur van een veiligheidsregio in
een crisis treft ter handhaving van de openbare orde, indien van toepassing in samenhang
met de maatregelen en voorzieningen die op basis van een bij of krachtens enige andere wet
toegekende bevoegdheid ter zake van een crisis worden getroffen.
- Burgermeester is opperbevelhebber in de gemeente en is verantwoordelijk.
- Gemeente is grootste partner en grootste speler in de crisisbestrijding: meeste taken en
verantwoordelijkheden.
→ Vastgelegd in de gemeentewet.
Soorten rampen en crises
Domein van rampen en crises – op welke schaal zijn effecten voelbaar.
➢ Trans-nationaal (orkaan, pandemie, vulkaanuitbarsting)
➢ Nationaal (Watersnoodramp, Fortuyn, Van Gogh)
➢ Trans- of bovenregionaal (hoogwatersituaties, Chemie-Pack)
➢ Regionaal (CMI, hagelstorm Zuid-Oost Brabant)
➢ Lokaal (verkeersongevallen, geweldsincidenten)
Indelen naar wijze van manifesteren:
• Plotsklaps: sudden impact, flitsramp
• Langzame ontwikkeling/kanzen: (slow onset)
Indelen naar effect:
- Risico-denken: welke typen crises is het ernstigste?
➢ Motorkap overleg:
→ GRIP ‘0’
, → Laagste crisisbeheersing
Uitgangspunten voor crisisbeheersing
1. Crisismanagement is niet gelijk aan crisisplanning
2. Stem hulpverlening af op (zelf)redzaamheid van burgers
3. Wat je zelden doet, doe je zelden goed
4. Schoenmaker blijf bij je leest: dat wat je kunt, moet je vooral doen: niet buiten werkveld treden.
5. Het ‘opperbevel’ kent zijn grenzen
6. Crisismanagement is goed netwerkmanagement
7. Crisisbeheersing is voor een belangrijk deel crisiscommunicatie
8. Samenwerken, maar ook professioneel optreden maken het verschil
Bestuurlijke ketens
→ Degene die verantwoordelijk is voor een bepaald beleidsterrein is ook verantwoordelijk voor
beheersing van een crisis op dat beleidsterrein.
- Algemene keten: handhaving openbare orde en veiligheid en rampenbestrijding.
➢ Bevoegd gezag decentraal: BM, vz VR
➢ Operationele leiding: OL van het ROT
- Functionele ketens: specifieke beleidsterrein: bestuurlijke verantwoordelijkheid:
➢ Vakminister (en eventueel decentrale overheden, bijvoorbeeld RWS vs. waterschap.
→ Top down
→ Bottom up
Voorbeeld:
Stel minister X: functionele keten
Minister JenV: algemene keten (regionaal beleidsteam en gemeentelijk beleidsteam)
Minister Y: functionele keten
Bestuur van veiligheidsregio:
Algemeen bestuur veiligheidsregio: de burgermeester van gemeenten binnen desbetreffende
veiligheidsregio.
Burgemeester vertegenwoordigen hun gemeente, en leggen verantwoording af aan het bestuur van
de gemeente = gemeenteraad.
Multidisciplinaire samenwerking met vele netwerkpartners, vaak op basis van een convenant
(bijvoorbeeld met waterschappen, energie/nutsbedrijven, NVWA, RIVM, etc)
Toezicht op taakuitvoering door Inspectie Justitie & Veiligheid (zie ook: Staat van de
rampenbestrijding)
, TAKEN: Art. 10 Wvr
Taken en bevoegdheden van veiligheidsregio:
Bij de regeling, bedoeld in:
Artikel 9: worden aan het bestuur van de veiligheidsregio de volgende taken en bevoegdheden
overgedragen:
a. Het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises;
b. Het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen crises in de bij of
krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn
bepaald;
c. Het adviseren van het college van burgemeester en wethouders over de taak bedoeld in artikel 3,
eerste lid.
d. Het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van rampenbestrijding en de
crisisbeheersing.
e. Het instellen en in stand houden van een brandweer.
f. Het instellen en in stand houden van een GHOR.
g. Het voorzien in de meldkamerfunctie.
h. Het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel.
i. Het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de
veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken
zijn bij.
Art. 15 Wvr
1. Het beleidsplan, bedoeld in artikel 14, is mede gebaseerd op een door het bestuur van de
veiligheidsregio vastgesteld risicoprofiel.
2. Het risicoprofiel bestaat uit:
a. Een overzicht van de risicovolle situaties binnen de veiligheidsregio die tot een brand, ramp of
crisis kunnen leiden.
b. Een overzicht van de soorten branden, rampen en crises die zich kunnen voordoen.
c. Een analyse waarin de weging en schatting van de gevolgen van de soorten branden, rampen en
crises zijn opgenomen.
3. Het bestuur van de veiligheidsregio stelt het risicoprofiel vast na overleg met de raden van de
deelnemende gemeenten, waarbij het bestuur de raden tevens verzoekt hun wensen kenbaar te
maken omtrent het in het beleidsplan op te nemen beleid.
4. Het bestuur van de veiligheidsregio nodigt voor de vaststelling van het risicoprofiel in ieder geval
de door de korpschef daartoe aangewezen ambtenaren van politie, de hoofdofficieren van
justitie, bedoeld in artikel 12 eerste lid, de besturen van de betrokken waterschappen en door
onze andere Ministers daartoe aangewezen functionarissen uit hun zienswijze ter zake kenbaar
te maken.
5. Het bestuur van de veiligheidsregio nodigt ten miste eenmaal per jaar de bij mogelijke rampen
en crises in de regio betrokken partijen uit voor een gezamenlijk overleg over de risico’s in de
regio.