Leerdoelen verpleegkundige kennis periode 1
Leerdoelen lesweek 1
Heeft zicht op de opbouw van de opleiding en specifiek over de opbouw van de lessen in
periode 1;
Kortgezegd leer je:
• Gezondheidsproblematiek kennen en herkennen
• De rol van de verpleegkundige in het behandelen en voorkomen van deze
problematiek
• Er komen verschillende thema’s langs zoals: benauwdheid, ondervoeding en
preventie.
Heeft kennis van de ontwikkelingen in de gezondheidszorg;
Vroeger zorgde we voor elkaar in alle tijden. Dit werd gedaan vanuit naastenliefde. Rond 1875
werd verpleegkunde een volwaardig beroep (Florence Nightingale). Rond 1950 werd de
roeping op zorg meer losgelaten en kwam er een accent te liggen op de verpleegtechnieken.
1969: Commissie Hogere Beroeps Opleiding Verplegende concludeerde in 1969:
• Dat hbo-dagonderwijs in de verpleegkunde onontkoombaar was, vanwege de
toenemende complexiteit van het verpleegkundig beroep. Dit had mensen nodig
die konden reflecteren op hun handelen.
1972: Oprichting mbo-v en hbo-v
1977: Wet tot Bescherming van het Diploma van Verpleegkunde
1993: Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG-wet)
1994: Nieuwe kwalificatiestructuur en samenhangende opleidingsstelsel
1997: Oude inservice opleiding werd opgeheven
Heeft kennis van de ontwikkeling van het beroep van de verpleegkundige;
• Dubbele vergrijzing
• Schaarste
• ICT/technishe oplossingen
• Internationalisering/multiculturele samenleving
à Nieuw beroeps- en opleidingsprfiel:
- Bachelor of Nursing 2020
Heeft kennis van het beroepsprofiel;
Dient een specifiek doel:
• bevorderen van gezondheid, herstel, groei en ontwikkeling, en het voorkomen van
ziekte, aandoening of beperking
• lijden en pijn te minimaliseren en mensen in staat te stellen hun ziekte, handicap, de
behandeling en de gevolgen daarvan te begrijpen en daarmee om te gaan
• het handhaven van de best mogelijke kwaliteit van leven tot aan het eind
Omvat een specifieke manier van interveniëren:
• versterken van zelfmanagement van mensen
• vaststellen van de behoefte aan zorg
• En ook coördinatie, deskundigheidsbevordering en beleid- en kennisontwikkeling
,Vindt plaats in een specifiek domein
• de unieke reacties op en ervaringen van mensen met gezondheid, ziekte,
kwetsbaarheid of beperkingen, in welke omgeving of omstandigheid zich zij ook
bevinden.
Is gericht op de persoon als geheel
• op de persoon als geheel in zijn of haar context met zijn of haar leefwijze, niet op een
bepaald aspect of een specifieke pathologische situatie.
Is gebaseerd op ethische waarden
• respect voor de waardigheid, de autonomie en de uniciteit van mensen staat centraal.
• De waarden staan beschreven in de verpleegkundige beroepscode en worden
uitgedragen door de beroepsvereniging.
Betekent commitment aan partnerschap
• in partnerschap met patiënten, hun naasten en andere mantelzorgers, en in
samenwerking met andere professionals in een multidisciplinair team.
• verpleegkundige en patiënt en de persoonlijke verantwoordelijkheid voor beslissingen
en acties.
Kan de kern van verplegen omschrijven;
Verpleegkundige richt zich op de gevolgen van een ziekte, stoornis voor een patiënt. Daarbij
verliest zij het ‘gezonde deel van de patiënt’ niet uit het oog en bevordert zij het
zelfmanagement van de patiënt.
Kan een link leggen tussen de begrippen ziekte en gezondheid in relatie tot de definitie
van verplegen;
Betekenis gezondheid: Dit betekent het ‘vermogen’ van mensen om zich aan te passen en de
regie te voeren. Het accent ligt op het kunnen omgaan met de ziekte. Veel mensen (oudere)
hebben een chronische ziekte.
Mensen zelf bezitten het vermogen tot groei en zelfgenezing, en dat het de taak van de
verpleegkundige is om dit vermogen te voeden en te ondersteunen. Als verpleegkundige bij
enstig zieke en stervende mensen zoek je naar het bieden van comfort.
,Heeft kennis van de kernbegrippen die horen bij de CanMEDS-rollen 1 Zorgverlener en
5 Gezondheidsbevorderaar in relatie tot leefstijl en ouder worden;
CanMEDS-rollen 1 Zorgverlener:
Competenties:
• de verpleegkundige stelt op basis van klinisch redeneren de behoefte aan
verpleegkundige zorg vast op lichamelijk, psychisch, functioneel en sociaal gebied,
indiceert en verleent deze zorg in complexe situaties, volgens het verpleegkundig
proces, op basis van evidence based practice.
• de verpleegkundige versterkt (zo ver als mogelijk) het zelfmanagement van
mensen in hun sociale context. Ze richt zich daarbij op gezamenlijke
besluitvorming met de zorgvrager en diens naasten
en houdt hierbij rekening met de diversiteit in persoonlijke eigenschappen,
etnische, culturele en levens- beschouwelijke achtergronden en ideologische
overtuigingen.
• de verpleegkundige indiceert en voert verpleegtechnische (voorbehouden)
handelingen uit op basis van zelfstandige bevoegdheid of functionele
zelfstandigheid zoals beschreven in de wet big.
Kernbegrippen:
1. Klinisch redeneren = het continu procesmatig gegevens verzamelen en analyseren
gericht op het vaststellen van vragen en problemen van de zorgvrager, en het kiezen
van daarbij passende zorgresultaten en interventies.
2. Uitvoeren van zorg = het verlenen van integrale zorg door zelfstandig alle
voorkomende (inclusief voorbehouden en risicovolle) verpleegkundige handelingen in
complexe zorgsituaties uit te voeren met inachtneming van de geldende wet- en
regelgeving en vanuit een holistisch perspectief.
3. Zelfmanagement versterken = het ondersteunen van zelfmanagement van mensen,
hun naasten en hun sociale netwerk, met als doel het behouden of verbeteren van het
dagelijks functioneren in relatie tot gezondheid en ziekte en kwaliteit van leven.
4. Indiceren van zorg = het vaststellen, beschrijven en organiseren van de aard, duur,
omvang en doel van de benodigde (verpleegkundige) zorg, in samenspraak met de
zorgvrager, op basis van gediagnosticeerde of potentiële, nader te onderzoeken en te
diagnosticeren patiëntproblemen.
Kernbegrippen die ook van relevant zijn voor deze rol:
• onderzoekend vermogen
• inzet evidence based practice
• gezamenlijke besluitvorming
• persoonsgerichte communicatie
, CanMEDS-rollen 5 Gezondheidsbevorderaar:
Competentie:
• De verpleegkundige bevordert de gezondheid van de zorgvrager of groepen
zorgvragers door het organiseren en toepassen van passende vormen van
preventie die zich ook richten op het bevorderen van het zelfmanagement en het
gebruik van eigen netwerk van de patiënt.
Kernbegrippen:
1. Preventiegericht analyseren = het analyseren van het gedrag en de omgeving van de
zorgvrager dat leidt tot gezondheidsproblemen van zorgvrager en doelgroepen.
2. Gezond gedrag bevorderen = het bieden van ondersteuning bij het realiseren van een
gezonde leefstijl in relatie tot (potentiële) gezondheidsproblematiek.
Kernbegrippen die ook relevant zijn voor deze rol:
• persoonsgerichte communicatie
• professionele reflectie
• onderzoekende houding
• zelfmanagement bevorderen
Leerdoelen lesweek 2: Dyspneu
Kan benoemen wat een normale en een afwijkende ademhaling is (ten aanzien van o.a.
adembewegingen, longcapaciteit etc.)
Als je weet wat normaal is, kun je pas beoordelen wanneer iets afwijkend is. Een saturatie
meter meet het zuurstof in het bloed. 100 is normaal. Als hij iets afwijkend is, is het nog niet
erg, maar als de saturatie van een patiënt bijvoorbeeld 86 is, dan weten wij als
verpleegkundige dat je moeten gaan handelen.
Longcapaciteit
A 2000 ml
Inspiratoire reserve: De maximale extra inname aan lucht na een gewone ademhaling
B 500 ml
Normale ademvolume
C 1500 ml
Expiratoire reserve:
Na een normale uitademing kan er gemiddeld nog 1,5 liter extra lucht worden
uitgeademd. Hierdoor zijn dan wel het samentrekken van de binnenste
tussenribspieren en de buikspieren nodig. Deze 1,5 liter extra lucht is het expiratoir
reservevolume.
D 1200 ml
Residu
Inspiratoire reserve + normale ademvolume + expiratoire reserve = vitale capaciteit. Bij
volwassenen zit deze rond de 4000 ml.
Bij COPD heeft een patiënt te weinig longvolume en te weinig kracht in de
ademhalingspieren. Het gemiddelde longvolume van 500 ml haalt een COPD-patiënt niet. Die
moet extra kracht en inspanning leveren om de longen vol te laten lopen met lucht.