Uitgebreide samenvatting van tijdvak 7: Pruiken en Revoluties van het Feniks geschiedenis boek voor HAVO/VWO. Inclusief uitwerkingen van de bijbehorende kenmerkende aspecten en onderzoeksvragen + een tijdlijn bij elke paragraaf!
De maatschappelijke ordening van de 17e en 18e eeuw heet het Ancien Régime. In de Tijd van
pruiken en revoluties hadden de adel en geestelijkheid meer privileges dan het volk. Door
toenemende economische macht van de derde stand kwamen de sociale verhoudingen steeds
meer onder druk te staan, de burgerij eiste bestuurlijke invloed. Rijke burgers kochten adellijke
titels om te pro teren van de privileges, anderen werden belastinginner van de koning. De derde
stand was ontevreden. Ondernemers konden niet ondernemen door hoge belastingen en de
gilderegels stonden vernieuwingen en bedrijfsvoering in de weg. Knechten kregen slecht betaald,
terwijl prijzen stegen. De plattelandsbevolking moesten boerderijen pachten, omdat ze geen eigen
grond hadden. De eerste en tweede stand hadden veel grond. Landarbeiders werkten als
dagloners; seizoensarbeid was erg onzeker.
De wetenschappelijke revolutie zorgde voor dat men meer op wetenschappelijke wijze ging
nadenken over maatschappelijke verhoudingen. Filosofen wilden meer uitgaan van het
rationalisme. Ze wilden de samenleving verbeteren en niet van God afhangen. In de Verlichting
bekritiseerde een aantal denkers de kerk, Voltaire voorop. Hij zette zich in voor religieuze
onverdraagzaamheid; geen geloof moet zich boven een ander stellen. Het volk was gelovig of
bijgelovig en de kerk en staat hielden de mensen bewust onwetend; om hun macht te handhaven.
Filosoof Jean-Jacques Rousseau onderzocht kritisch de oorsprong van de macht van de koning.
In zijn boek ‘Du Contrat Social’ concludeerde hij dat de macht van het volk kwam en dat iedereen
gelijk is.
Filosoof John Locke maakte duidelijk dat iedereen voor de wet gelijk is en dus ook de koning, hij
mocht de regels niet schenden. In Engeland golden deze regels al sinds de Glorious Revolution
van 1688, dit tastte de absolute macht erg aan. De Engelse staatsinrichting was een lichten
voorbeeld voor Franse verlichters. In Engeland betaalde adel en geestelijken wel belasting.
Charles de Montesquieu bedacht de trias politica; het volk of vertegenwoordigers hadden
wetgevende macht, de koning en ministers hadden uitvoerende macht en een onafhankelijke
rechterlijke macht opereerde helemaal los daarvan. Rousseau schreef ook in zijn boek dat de wil
van het volk het belangrijkst is. In de volksvertegenwoordiging moet iedereen één stem krijgen en
als een wetsvoorstel een meerderheid haalt, gaat de wet gelden.
De wetenschappers uit dit tijdvak schreven honderden brieven om de nieuwe denkbeelden aan
elkaar te melden. Al de oude en nieuwe kennis werden door de Franse schrijvers Diderot en
d’Alembert samengebracht in de Encyclopédie. Er stonden veel technische vindingen in die in
veel bedrijven werden toegepast. Het werd in bibliotheken gelezen en in salons en cafés lagen
kranten en tijdschriften. Er ontstonden veel discussies. De verlichtingsideeën werden ook
verspreid door kritische toneelstukken.
Onderzoeksvraag
Welke kritiek hadden de verlichte denkers op de standenmaatschappij en op het absolute
koningschap?
Veel verlichte denkers vonden het verschil tussen de derde stand en de eerste en tweede stand
niet terecht. Ze vonden dat iedereen gelijk was en dat de stem van het volk juist erg belangrijk
was. In Engeland moest de koning toestemming vragen aan het parlement, veel Franse verlichte
denkers wilden dit ook in Frankrijk invoeren, zodat de absolute macht niet meer van toepassing
was.
fi
, Kenmerkende Aspecten
1. Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de
samenleving: godsdienst, politiek en sociale verhoudingen.
Door de wetenschappelijke revolutie ging men steeds meer rationeel nadenken, wat voor veel
nieuwe uitvindingen en vernieuwingen zorgde. Men wilde rationeel denken ook toepassen op de
dagelijkse dingen, zoals godsdienst, politiek en sociale verhoudingen. Er werd nagedacht of
geestelijken inderdaad wel nodig waren om gelovig te zijn. Ook werd er nagedacht over de rol van
de koning in de maatschappij en of de bevolking meer invloed moest hebben op politieke doelen.
Er werd ook beweerd dat iedereen gelijk was, wat het absolutisme aantastte.
Tijdlijn
1632-1704: John Locke: iedereen is voor de wet gelijk, ook de koning.
1689-1755: Montesquieu: trias politica, volkssoevereiniteit.
1694-1778: Voltaire: bekritiseerde kerk, geloven moeten elkaar niet onder zich stellen.
1712-1778: Rousseau: bestuurde de oorsprong van de koning.
1688: Glorious Revolution in Engeland.
7.2: Verlicht absolutisme
Samenvatting
Koning Frederik de Grote van Pruisen is de meest uitgesproken vertegenwoordiger van het
verlicht absolutisme. Hij probeerde denkbeelden van verlichters toe te passen om het voor zijn
volk draaglijker te maken, maar hij eiste alle macht op (combineren van de verlichting en
absolutisme). Frederik en Voltaire schreven decennia’s lang brieven naar elkaar. Uiteindelijk
maakte Frederik hem lid van de Pruisische Academie van Wetenschappen, hier bleef hij drie jaar.
Voltaire leefde heel uitbundig, terwijl Frederik heel zuinig was, hierdoor bekoelde de relatie. Door
de persoonlijke verschillen en ruzies, vertrok Voltaire uit Pruisen. Toch vonden ze beide dat het
volk te ongeschoold was om mee te beslissen in het bestuur.
Voltaire en Frederik waren voorstanders van verdraagzaamheid tegenover een ander geloof. In
tegenstelling tot Lodewijk XIV, hij wilde dat iedereen katholiek was. Door het Edict van Nantes
moesten veel hugenoten vluchten uit Frankrijk. Pruisen had twintigduizend opgenomen. De
hugenoten hadden veel kennis, wat erg gunstig was voor de Pruisische economie. Dit merkten de
lutherse Pruisische koningen en besloten de verschillen geloven te accepteren. Frederik de Grote
stimuleerde de Pruisische economie. Hij hielp bij verwoeste gebieden en legde moerassen droog
voor meer vruchtbaar grond.
Frederik de Grote vond zichzelf een modelvorst, hij vond dat een verlicht vorst niet oorlog moest
voeren. Dit kwam doordat zijn voorgangers veel geld aan oorlog uit gaven. Toch vond hij het wel
onrechtvaardig als iemand iets probeerde te veroveren waarop hij geen rechtmatige aanspraken
kon maken; hij verdedigde zijn verovering van Silezië bijvoorbeeld.
Pruisen en Oostenrijk streden in Midden-Europa al langer om de heerschappij. In 1740 volgde in
Oostenrijk Maria Theresia haar vader Karel VI op. Verschillende Europese vorsten eisten de
Oostenrijkse troon op, omdat ze zich afvroegen of een vrouw wel een land kon besturen. Hierdoor
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper loreenw. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.