8.1: De Industriële Revolutie
Samenvatting
Aan het eind van de 15e eeuw waren de boeren, de meeste mensen in Europa, nagenoeg
autarkisch; ze produceerden alles wat ze nodig hadden. In de steden verwerkten ambachtslieden
nijverheidsproducten. Een ambachtsman moest zich houden aan de regels van zijn gilde, het gilde
bepaalde namelijk alles; de prijs, hun beloning, etc. Veel gilden groeiden uit tot gesloten groepen
met een monopolie op een bepaalde ambacht. Wie niet werd toegelaten, kon zijn ambacht in de
stad niet uitoefenen. Gildemeesters werden steeds machtiger. De kwaliteit was hoog, maar
massaproductie was niet mogelijk en verbeteringen werden door gilderegels tegengehouden.
Door de macht van de gildes, ontwikkelde zich huisnijverheid op het platteland. Een ondernemer
leverde grondsto en, regelde de productie en zorgde voor de afzet. De thuiswerkers waren dus
volledig afhankelijk van deze ondernemer.
In 1733 vond John Kay de schietspoel uit. Door deze eerste baanbrekende uitvinding ging het
weven sneller; de productie van het weefgetouw kwam nog hoger te liggen. In 1761 schreef de
Society of Arts een prijsvraag uit voor het ontwikkelen van een e ciëntere spinmachine. De
machine, spinning Jenny, van James Hargreaves was de beste. Hierdoor nam de productie van
garen toe. De schietspoel en de spinning Jenny werden gebruikt in de huisnijverheid. Richard
Arkwright werkte samen met een klokkenmaker aan een uitvinding, een waterframe. In plaats van
een spinnewiel kwam er een waterrad, wat de productie tweehonderd keer versnelde.
Het waterframe kon niet thuis geplaatst worden, waardoor men over ging naar productie in een
fabriek. Thuis konden mensen gaan werken als ze er zin in hadden, maar in de fabriek hing het af
van de machines. Een fabrieksbel gaf het begin en einde van het werk aan. De ondernemers van
eerder investeerden geld in de mills; de spinnerijen. Om zoveel mogelijk te verdienen, wilden ze
dat de machines 15 uur per dag en 6 dagen in de week draaiden. Families van het platteland
leverden zich volledig over aan de ondernemers. Sommige thuiswerkers waren bang voor te
weinig werkgelegenheid en vielen de fabrieken aan.
Steeds meer ondernemers wilden geld investeren in mills, maar alle goede plekken, aan een rivier,
waren al bezet. Ze wilden niet meer afhankelijk zijn van waterkracht, daarom vonden ze een
manier in de stoommachine. Sinds de 18e eeuw werd er gebruikgemaakt van een stoommachine
in de landbouw. James Watt verbeterde deze, zodat het ook gebruikt kon worden in plaats van
het waterrad. De stoommachine en waterrad werden gecombineerd; zo konden overal fabrieken
gebouwd worden.
Rond het midden van de 19e eeuw veranderde Engeland van een agrarisch-urbane samenleving
naar een industriële samenleving, door de Industriële Revolutie: de overgang van het maken van
producten met de hand naar fabrieksmatige productie. Het eerste kenmerk is dat de industrie het
voornaamste middel van het bestaan werd. Het tweede kenmerk is de snelle bevolkingsgroei en
urbanisatie: meer steden. Het derde kenmerk was de uitbreiding van de vervoermogelijkheden,
zoals de stoomlocomotief. Vanaf 1775 gebeurden deze veranderingen in Groot-Brittanië, tussen
1845 en 1875 ook in andere landen.
De economische groei liep vast rond 1870, maar de werkzaamheid nam toe. Het karakter van de
industrie veranderde veel, daarom wordt er gesproken van de Tweede Industriële Revolutie. Deze
overgang was een overgang van een economie gebaseerd op kapitaalgoederen (machines,
spoorwegen) naar een die gebaseerd is op consumptiegoederen. Veel mensen konden dingen
kopen die boven de basisbehoeften gingen.
Pas in 1850 kwam er een moderne economische groei in Nederland op gang, omdat het voor
ondernemers op de oude manier betrouwbaarder en voordeliger was. Er ontwikkelden industrieën
die gespecialiseerd waren in wol, katoen, schepen en machines.
ff ffi
, Eerste Industriële Revolutie Tweede Industriële Revolutie
(1775-1850) (1850-1900)
Basis van uitvindingen Hobbyisten met praktische Wetenschappelijk; men was
kennis van het geïnteresseerd in natuur- en
productieproces. scheikunde.
Belangrijkste energiebron Steenkool; aandrijving van Aardolie en elektriciteit; overal
stoommachines. kwam elektrische verlichting,
machines werden met
elektromotoren aangedreven,
opmars van auto’s.
Belangrijkste materiaal IJzer Staal
Onderzoeksvraag
Hoe droegen veranderingen in de productiemethoden bij aan het ontstaan van een industriële en
verstedelijkte samenleving?
Doordat er nieuwe productiemethoden werden uitgevonden zoals de schietspoel en de spinning
Jenny, kon er meer geproduceerd worden. Er werden fabrieken gebouwd waar talloze machines
in stonden. Ondernemers gingen investeren en wilden meer fabrieken bouwen. Deze fabrieken
werden bij rivieren gebouwd. Door technische verbeteringen in de landbouw was er een snellere
bevolkingsgroei, waardoor meer mensen in de fabrieken gingen werken. Deze mensen moesten
dichterbij hun werk gaan wonen, waardoor er steden rond fabrieken ontstonden; urbanisatie.
Kenmerkende Aspecten
1. De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële
samenleving.
De Industriële Revolutie begon in Engeland, vooral de Engelse textielnijverheid was erg belangrijk
in 1750. Machines zoals de spinning Jenny en het waterrad leidden tot gemechaniseerde
productie. Om dit draaiend te houden, was er een stabiele energiebron en genoeg arbeiders
nodig. Doordat er meer voedsel geproduceerd werd, groeide de bevolking. Dit zorgde ervoor dat
er meer mensen in de textielnijverheid gingen werken. Door de verbeterde stoommachine konden
fabrieken bijna overal gebouwd worden. Het voornaamste middel van bestaan wordt de industrie.
Tijdlijn
1733: De schietspoel wordt uitgevonden door John Kay
1761: De Society of Arts schrijft een prijsvraag uit voor de beste spinmachine
1740-1778: James Hargreaves (uitvinder spinning Jenny)
1732-1792: Richard Arkwright (uitvinder waterframe)
1736-1819: James Watt (verbeterde de stoommachine)
Vanaf 1775: Grote veranderingen in Groot-Brittanië
1845-1875: De industrie breidt zich uit naar andere landen
Rond 1850: Een moderne economische groei komt op gang in Nederland